De zintuigen vanDieuwertje Blok
Dieuwertje Blok: ‘Ik hoef niks meer te bewijzen aan mezelf’
Televisiepresentator Dieuwertje Blok (65) houdt op 4 mei de lezing tijdens de Nationale Dodenherdenking op de Dam in Amsterdam. ‘Mijn moeder heeft ons nooit belast met de oorlog, daar ben ik haar heel dankbaar voor.’
ZIEN (1) – Kijk via het verleden naar het nu
‘Ik zie het niet als een last, maar als een mooie verplichting om de verhalen uit de Tweede Wereldoorlog door te vertellen. Met een boodschap voor nu. Toen ik Vrijheidscolleges ging geven op lagere scholen, dacht ik veel aan het verhaal van mijn moeder. Zij wist wat het betekende om vrij te zijn, omdat ze wist wat onvrijheid was. Ze heeft tweeënhalf jaar ondergedoken gezeten en mocht niet naar buiten.
Vrijheid bestaat bij de gratie van onvrijheid, hoe naar dat ook is. Dat leg ik kinderen ook uit: als je altijd vakantie hebt, bestaat vakantie niet meer. Zo probeer ik parallellen te trekken.
Mijn moeder was Joods, maar niet gelovig. Ze werd vooral Joods door de oorlog, ze werd als mens teruggebracht tot dat ene detail. Er waren dus ooit mensen die vonden dat mijn moeder er niet mocht zijn. En dan was ik er ook niet geweest. Als ik heel eerlijk ben: als ik daar komende donderdag sta op de Dam is het ‘lekker puh’. Ik ben er nog. Het is niet gelukt, die uitroeiing.
De lezing is al lang af. Ik wist vanaf half december dat ik die zou gaan houden en moest het daarna nog een tijdje stilhouden. Maar het spookt natuurlijk voortdurend door je hoofd.
Op een gegeven moment heb ik het een en ander op papier gezet, het laten lezen en daar goede feedback op gekregen. Het bleef toch sudderen in mijn hoofd tot ik op een avond in één keer het stuk heb geschreven. ‘Niks meer aan veranderen’, zeiden mijn man Peter en mijn zus Tessel daarna meteen.
Ik hoop dat ik in mijn lezing de verbinding met het heden maak. Puttend uit mijn eigen geschiedenis, wat mijn moeder is overkomen. Jaap en Ans, het echtpaar waar mijn grootouders ondergedoken hebben gezeten, spelen ook een rol. Het gaat om keuzes maken, altijd maar weer. Wat zou ik doen? Natuurlijk wil ik ook niets liever dan de goede keuze maken. Maar ik weet dat ik best een bange schijterd ben. Ik heb in eerste instantie de neiging om heel hard weg te lopen.”
Dieuwertje Sarah Blok (1957) is vernoemd naar haar oma Saartje Canes alias Stella Fontaine, een beroemd variété-artieste. Blok is geboren en getogen in Nederhorst den Berg, aan de rand van de Spiegelplas.
Na de havo werd ze fotoredacteur bij het blad Studio van de KRO. In 1980 belandde ze voor de camera als omroepster. Ze presenteerde daarna talloze tv-programma’s, van het SchoolTV-Weekjournaal tot de talkshow Dieuwertje en van Ontbijt TV tot Landinwaarts.
Vanaf 2001 is Blok het vaste gezicht van Het Sinterklaasjournaal (waarmee ze in 2013 de Gouden Stuiver won), sinds vorig jaar presenteert ze Podium Klassiek. In het theater is ze te zien in de voorstelling De Prins van Oranje. Over het dagboek van haar destijds zestienjarige moeder schreef ze vorig jaar het boek Dragelijke lichtheid.
Blok is getrouwd met Peter de Bie, ze heeft een dochter en een zoon uit een eerder huwelijk.
HOREN – De Dreigroschenoper stond altijd keihard aan
“Mijn moeder heeft ons nooit belast met de oorlog, daar ben ik haar heel dankbaar voor. We mochten alles vragen over die tijd, maar dan kwamen er eigenlijk altijd vrolijke of grappige verhalen. Als ik haar nog één vraag zou mogen stellen, zou dat zijn: wat heb je met je verdriet gedaan? Want dat hebben wij als kinderen niet gezien. Ze is niet blijven hangen in wat ze heeft meegemaakt, dat alleen zij en haar ouders en nog één neef de oorlog hebben overleefd.
Toen mijn ouders dit huis kochten in Nederhorst den Berg, was de gele kamer, die nu de eetkamer is, een apart stuk van het huis. Dat werd gehuurd door een echtpaar dat lid van de NSB was geweest. Dat vond mijn moeder niet erg. Ze had een groot hart en was niet van de haat, de bitterheid en het wantrouwen tegen mensen.
Natuurlijk hadden wij het ook over ‘de moffen’, maar Duitsland had ook de poëzie van Heinrich Heine. En als wij ’s avonds in bed lagen, werd keihard de Dreigroschenoper van Bertold Brecht en Kurt Weill gedraaid. Het huis is heel gehorig, dus we luisterden gewoon mee als die op stond. Ik wist niet wat het betekende, maar ik kende die opera helemaal uit mijn hoofd.
Ik en mijn twee zussen Francine en Tessel zijn opgegroeid in een gezin waar grote maatschappelijke betrokkenheid was, zowel in politieke zin – links georiënteerd natuurlijk – als in het vrijwilligerswerk voor onderdrukten: brieven schrijven voor Amnesty, de Unicef-winkel die we aan huis hadden. Ik heb nog steeds de neiging om in eerste instantie de kant te kiezen van mensen die volkomen in de verdrukking zitten.”
VOELEN (1) – Thuis voelt als een veilig vangnet
“Ik heb een ontzettend gelukkige jeugd gehad. Dat is misschien niet zo boeiend, maar ik kan er niks anders van maken. Het huis stond vol met boeken, alleen Ik Jan Cremer lag in een la in mijn vaders studeerkamer, maar dat vond ik ogenblikkelijk. Er was muziek, iedereen mocht binnenlopen.
We woonden vlak bij de natuur, maar we gingen ook naar Amsterdam. En we werden enorm vrijgelaten. We waren altijd buiten, geschaafde knieën, vieze broeken. We liepen in ‘polderpakken’ rond, overalls, met klompen en laarzen. Met een klein bootje roeiden we ’s nachts stiekem weg, al hadden mijn ouders dat heus in de gaten.
Mijn twee zussen en ik zijn met zijn drieën binnen drie jaar geboren, we waren alle drie heel close met elkaar. Drie zwartkopjes in een dorp vol blonde kinderen. We waren totaal verschillend alle drie, en daar werd door mijn ouders ook naar gehandeld. Ik was degene die het meest de behoefte had om eruit te breken. Misschien wel juist vanwege die gelukkige jeugd. Ik wilde reuring, zelf achter dingen komen, alles zelf doen. Ik had een enorme behoefte aan onafhankelijkheid. Maar ik kon die najagen in de wetenschap dat ik dat heerlijke, veilige vangnet had van thuis.”
PROEVEN – Vrijheid smaakt naar appels en vanillevla
“Omdat ik zelfstandig wilde zijn, ging ik al vroeg het huis uit en kwam ik op een kamer in de Watergraafsmeer in Amsterdam terecht. Ik wilde ook heel weinig geld van mijn ouders aannemen. Om zelf te kijken of ik rond kon komen. Mijn geld gaf ik uit aan lp’s en tweedehandskleren van het Waterlooplein. Dan at ik de rest van de week appels en vanillevla. Voor mij was dat het toppunt van vrijheid.
Toen ik mijn havo-diploma had gehaald, wilde ik in eerste instantie naar het Herman Teirlinck Instituut, de Vlaamse kleinkunstacademie. Ik had de papieren in huis en moest een monoloog doen uit mijn hoofd. Ik had tante Hetty Blok, een dierbare vriendin van mijn moeder en bekend van Ja zuster, nee zuster, gevraagd of ze me daarbij wilde helpen.
Maar toen werd ik verliefd op een jongen en dacht ik: moet ik nu vier jaar naar mijn navel gaan zitten staren in Antwerpen? Nee hoor. We gingen samenwonen in Haarlem en ik werd manusje-van-alles bij een platenmaatschappij. Toen we naar Hilversum verhuisden, solliciteerde ik bij de KRO.
Ik heb er nooit last van gehad dat ik geen verdere opleiding heb gehad. Ik heb een heel goede algemene ontwikkeling meegekregen van thuis. Altijd veel kranten gelezen en het nieuws gevolgd. En wat je niet weet, daar kun je achter komen.
Ik heb wel lang gedacht, ook toen ik omroepste werd: wat zal ik nou eens worden? Ik kon voor mijn gevoel nog alle kanten op. Ik hoefde ook geen moeite te doen. Voor een camera voelde ik me meteen op mijn gemak.
Dat omroepen stelde voor mij niet zo veel voor: ik herhaalde nog eens wat er al in de krant en in de omroepbladen stond. Pas later, toen mijn werk inhoudelijker werd en ik meer betrokken raakte bij het maken van programma’s, toen voelde het als een vak.”
VOELEN (2) – Doe juist waar je bang voor bent
“Er zijn jaren geweest waarin ik een stuk minder werk had, nu doe ik ineens weer heel veel. Zelfs theater, samen met Jeroen Kramer speel ik de voorstelling De Prins van Oranje. Ik vind het zo leuk om te doen! Het zit kennelijk toch in de genen, mijn oma Saartje, beter bekend als Stella Fontaine, was variété-artieste. Mijn moeder heeft nog met haar moeder opgetreden, vooral op Bevrijdingsfeesten vlak na de oorlog.
Ik ben inmiddels op een leeftijd dat ik alle gêne voorbij ben. Ik zing zelfs in de voorstelling, al heb ik heus niet de pretentie dat ik de beste zangeres ben. Maar het is goed genoeg, en ik vind het een feest dat we die voorstelling gemaakt hebben.
Het is nou eenmaal leuk om dingen te doen die net een beetje buiten je comfortzone liggen. Dingen waar je bang voor bent, moet je vooral doen. Ik hou wel van die spanning. Net als op de kermis in de hoge zweef. Eng, maar een leuk soort eng. Want het gevoel als je het toch doet, is zo te gek. Ik ga niet ineens bungeejumpen of een grote roman schrijven, je moet je beperkingen kennen. Maar ik durf nu meer dan vroeger, omdat ik denk: wat kan mij nou gebeuren? Ik hoef niks meer te bewijzen aan mezelf.”
ZIEN (2) – Mijn gezin is een spiegel voor me
“Mijn ouders hadden een heel goed huwelijk. Liefdevol en warm, ze waren dol op elkaar. Het was altijd harmonieus, het zag er heel makkelijk uit allemaal. Dus ik dacht: op het moment dat ik de man van mijn leven vind, gaat dat vanzelf. Een beetje naïef natuurlijk. Ik was lange tijd niet goed in relaties.
Ik had nooit het gevoel dat ik het huwelijk van mijn ouders moest evenaren, ik ben bijvoorbeeld veel ambitieuzer dan mijn moeder was. Ik wilde mijn eigen geld verdienen, maar het is niet altijd genoeg geweest helaas. Ik heb ook tijden gehad dat ik een beetje op mijn man moest leunen. Dat vind ik het moeilijkste wat er is: financieel afhankelijk zijn van een ander. Dat maakt je kwetsbaar en ik vind dat eng, om kwetsbaar te zijn.
Met Peter, mijn huidige man, heb ik dat gelukkig geleerd. Al vind ik het nog steeds lastig om afhankelijk te zijn. Waar dat vandaan komt, weet ik niet. Ik ben er nooit naar op zoek gegaan. Het is eerder lastig voor anderen dat ik het altijd zelf oplos. Ik vind het gewoon heel vervelend om andere mensen lastig te vallen.
Ik heb, net als mijn moeder had, de aandrang om de lieve vrede te bewaren. Met een grap of een grol. En ik wil het allemaal een beetje licht houden, dat heb ik ook echt van mijn moeder. Ik heb een opgewekte geest en de neiging de boel weg te lachen. Laten we vooral het leven vieren!
Ik merk aan mijn eigen kinderen – die kunnen een verschrikkelijke spiegel voor je zijn – dat ze het wél prettig vinden als ik laat zien dat ik kwetsbaar ben. Dus die confronteren mij daarmee. Peter doet dat ook, maar ik ben bang voor conflict. Omdat ik denk dat dat dan het einde van de wereld is. Ik vind het ingewikkeld om van mening te verschillen en toch veel van elkaar te houden. Dat dat best kan, heb ik moeten leren.
Met Peter ben ik nu 25 jaar samen en 23 jaar getrouwd. Toen ik hem ontmoette voelde het als thuiskomen. We hadden allebei onrustige levens en vonden een soort rust bij elkaar. Mijn moeder zei altijd: ‘Dieuwertje met haar ontvlambare hart’. Bij Peter is de vlam getemd, haha. Hij kan ook tegen wie ik ben, mijn carrière en hoe de buitenwereld tegen mij aankijkt. Hij vindt het helemaal niet erg om af en toe meneer Blok te zijn. Daar lacht hij hard om. En ik ook.”
Lees ook:
Dieuwertje Blok: Ik vind Bach vaak waanzinnig swingen
Dieuwertje Blok is de nieuwe presentator van Podium Klassiek, voorheen Podium Witteman. Thuis draait ze vooral de popmuziek uit haar jeugd. ‘Ik ben groot fan van Joni Mitchell.’