null Beeld

BoekrecensieKunst

Cherry Duyns’ gesprekken met Armando: ‘Wie koopt dat nou?’

Elias van der Plicht

Ze leerden elkaar kennen op de redactie van de Haagse Post. De een chef van de kunstredactie, de ander net aangenomen als loopjongen. ‘Ik heb een belangrijke opdracht voor je, maar ik weet niet of je zoiets al aan kan’. De jongste bediende kreeg tien gulden aangereikt. ‘Ik heb trek in nieuwe haring, haal er even twee. En neem er zelf ook twee.’

Het was het begin van een levenslange vriendschap tussen veelzijdig kunstenaar Armando (1929-2018) en de vijftien jaar jongere documentairemaker Cherry Duyns (1944). In de jaren voor de dood van de schilder, beeldhouwer, dichter, schrijver, violist, acteur, journalist, film-, televisie- en theatermaker duwde Duyns zijn vriend een bandrecorder onder de neus en begonnen ze te praten. Meer dan twintig gesprekken nam hij op om ze vervolgens te verwerken in ‘Ik bel je wel als ik dood ben’.

Reserves zijn nergens voor nodig

‘Wie koopt dat nou: gesprekken met Armando?’ is de openingszin van het boek. ‘Mensen die in je werk geïnteresseerd zijn, denk ik.’ Wat aarzelend komen de heren in 2011 in Armando’s woonplaats Potsdam op gang. De reserves zijn nergens voor nodig. Zodra ze zijn warmgedraaid, is ‘Ik bel je wel als ik dood ben’ uitermate onderhoudend.

Van echte gesprekken is overigens geen sprake. Duyns stelt de vragen, geeft aan, stuurt de conversatie, en het is vooral Armando die aan het woord is. Hij praat over zijn jeugd, zijn familie, natuurlijk over de Duitse bezettingsjaren, Kamp Amersfoort, over de thematiek in zijn werk.

Ze maken grappen en grollen, halen herinneringen op aan hun televisie- en theaterprogramma Herenleed, en hebben het over hoe een kunstwerk zich als het ware opdringt, waarna het wel gemaakt móet worden, liefst meteen. Niets houdt Armando dan nog tegen, ook geen haperend lijf. Kan hij niet meer met zijn rechterhand schilderen, dan maar met links.

‘Helaas, ik leef nog steeds’

Het verval is een terugkerend onderwerp, zowel de lichamelijke aftakeling als Armando’s gevoel dat hij aan het eind van zijn leven in de vergetelheid is geraakt. Klagen doet hij niet – nooit – maar het moet toch gezegd: nieuwe generaties galeriehouders weten amper nog wie hij is en dat is ‘de schuld van de tijd’. ‘Al die mensen die zich voor mij beijverden zijn er niet meer. Dan raak je vergeten. Daarom zeg ik: Word niet oud! Maar helaas, ik leef nog steeds.’

Vijf jaar geleden, toen het einde naderde, namen de vrienden na meer dan een halve eeuw afscheid. ‘Ik bel je wel als ik dood ben’. Maar de stem van Armando klinkt alleen nog via Duyns’ opnames.

null Beeld

Cherry Duyns
‘Ik bel je wel als ik dood ben’. Gesprekken met Armando
Atlas Contact; 384 blz. € 34,99

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden