RumoerJann Ruyters
Boekenweekdichter Bruinja: bloot boegbeeld
Een tweetalige ode biedt het Boekenweekgedicht dat traditiegetrouw een week voor de start van de Boekenweek in Trouw wordt afgedrukt. Oars bin ik mei dy / Anders ben ik met jou luidt de titel van het gedicht van de Friese dichter Tsead Bruinja. Bruinja is zo naast de auteur van het geschenk Lize Spit en de schrijver van het essay Raoul de Jong boegbeeld van de Boekenweek dit jaar. Bruinja gaf zo zijn eigen draai aan het Boekenweekthema. ‘‘ ‘Ik ben alles’ gaat ook over de relatie met anderen die jou iets over jezelf kunnen vertellen”, zegt Bruinja, verderop in deze bijlage. Hij dicht over een ‘ik’ dat met de ander ‘eigen’ is, ‘bloot in onze genadige huiden van licht’, door de dichter in dit nummer met eigen naaktheid geïllustreerd.
De Boekenweekdichter vertelt hoe hij eerder de Friese dorpen introk om via de poëzie verbinding te zoeken met zijn geboortegrond.
Poëzie als ‘politiek’ instrument is ook het onderwerp in Verslag van twee jaar Dichter des Vaderlands van Lieke Marsman dat onlangs verscheen. Marsman vraagt zich in de inleiding bij deze bloemlezing af of poëzie en literatuur kunnen helpen om klimaatverandering tegen te gaan bijvoorbeeld. ‘Literatuur is slechts een middel om je wapens mee te slijpen en vervolgens moet je die wapens gebruiken om politieke actie af te dwingen’, aldus Marsman.
Onverminderd strijdbaar is ze wel, maar geestig relativerend is ze ook: het belangrijkste wat poëzie haar geleerd heeft is ‘niks doen’ besluit ze. ‘Om een goed gedicht te schrijven, maar ook om een gedicht te lezen op een manier waarop het binnenkomt, moet je vooral: niks doen.’ En juist dat ‘niks doen’ is in onze ‘imitatiemaatschappij’ misschien wel de beste vorm van verweer. We hopen er in Tijdgeest iedere week weer ruimte voor te bieden.