De zintuigen vanTessa Jonge Poerink
Actrice Tessa Jonge Poerink: ‘Eindelijk kan ik rouwen om mijn klein-zijn’
Haar leven lang was Tessa Jonge Poerink (31) bezig om een acteercarrière op te bouwen. Tot ze ineens een diep verdriet voelde over haar klein-zijn. Daarover gaat haar podcast Alles wordt beter. ‘Alsof ik mezelf toen pas echt zag.’
ZIEN - Onzichtbaar zijn lijkt me heerlijk
“Actrice zijn gaat voor mij niet over aandacht krijgen, maar over het vertellen van een verhaal. Je leeft je in een rol in en vertelt het verhaal van iemand anders. Bij mij draait het zeker niet om ‘kijk mij nu eens shinen’. Al is het wel bijzonder dat ik een vak heb gekozen waarbij er heel veel naar me wordt gekeken, terwijl ik in mijn persoonlijke leven ook al zoveel bekijks heb.
Ik kan nooit de straat op zonder dat ik blikken toegeworpen krijg of opmerkingen hoor. Daardoor ga je op een gegeven moment toch denken dat er iets mis is met je. Soms wil ik zo graag dat iedereen even een andere kant op kijkt. Dan denk ik: was ik maar onzichtbaar. In het theater kan ik gelukkig zelf bepalen hoe mensen naar me kijken. Daar heb ik meer de controle en regie, dat is heel belangrijk voor me. Op toneel kost het me minder moeite mezelf oké te vinden dan in mijn privéleven.
Wanneer je geen rolmodel hebt, ga je vanzelf denken dat je er niet bij hoort, dat je niet goed genoeg bent. Ik kan me niet herinneren dat ik ooit op tv of in een voorstelling iemand heb gezien die op mij leek. Het effect was dat ik er altijd voor zorgde dat mijn groeistoornis – zo noemde ik het overigens nooit – niet opviel en dat mensen er zo min mogelijk last van hadden. Het ging zelfs zo ver dat ik mezelf helemaal niet zag als een klein mens. Echt niet. Ik was vooral bezig met mijn vak, met mijn voorstellingen.
Eigenlijk heb ik mijn hele leven mijn klein-zijn compleet ontkend. Het bestond gewoon niet voor mij. Psychiater Dirk de Wachter zegt daarover dat je inderdaad iets van jezelf volledig kunt wegstoppen, zodat het voor jou niet bestaat. Dat inzicht maakte me ineens zo verdrietig.”
Tessa Jonge Poerink (1991, Utrecht) toert tot en met mei door het land met jeugdtheaterstuk Ruzie van Artemis en is binnenkort te zien in de speelfilm Goodbye Stranger. Over het verdriet om haar groeistoornis maakte ze met theatermaker Elène Zuidmeer podcast Alles wordt beter.
Jonge Poerink studeerde in 2016 af aan de toneelschool ArteZ in Arnhem. Ze speelde in voorstellingen van onder meer HNTjong, Oostpool, en was te zien in tv-series als Dokter Tinus en Deep Shit.
HOREN - De waarheid moet je vaker horen
“Ik zag mezelf altijd als iemand die van zich liet horen. Ik ging naar een gewone middelbare school, ik had veel vrienden en mijn groeistoornis was geen issue. Ook in ons gezin niet. Ik ben echt de oudste thuis en stond mijn mannetje. Al ben ik van nature wel iemand die eerst de kat uit de boom kijkt. Pas als ik me veilig voel en mensen helemaal vertrouw, pak ik de ruimte en laat ik mezelf zien.
Ik wilde altijd al actrice worden en eenmaal op de toneelschool was ik er heel duidelijk over welke rollen ik wel en niet wilde spelen. Ik wilde niet de focus leggen op mijn klein-zijn, ik identificeerde me vooral als vrouw. Actrices als Cate Blanchett en Olivia Colman waren mijn rolmodellen. Tot een docent zei: ‘Ik kijk nu naar een kleine actrice die ontkent dat ze klein is’. Dat kwam wel binnen, maar ik wilde het niet horen en stapte er snel overheen.”
VOELEN - Je kunt ook rouwen om iets wat blijft
“Rond mijn 27ste ging het niet goed met mij. Ik voelde me ineens zo verdrietig. Normaal stapte ik er altijd vrij snel overheen, nu voelde het anders. Ik wist: ik moet dit binnen laten komen. Ik wilde het aankijken. Toen was daar ineens dat intense verdriet. Ik begreep er niets van. Pijn hebben en rouwen omdat je klein bent, is geen bekend verhaal.
De maatschappij geeft juist veel waardering voor wat je allemaal wél kunt met een handicap. De boodschap is vaak: wat ontzettend goed dat jij buiten de norm valt en toch zo dicht bij onze norm komt. Tegen mij zeggen mensen vaak: oh wat ben je leuk en wat heb je een mooi gezicht. Daardoor dacht ik vaak: ah, gelukkig, ik ben tenminste wel een vrolijk en knap klein iemand.
In de periode dat ik me niet goed voelde, wilde ik mijn verhaal graag met anderen delen. Dus vroeg ik theatermaker Elène Zuidmeer een podcast te maken. Omdat ik haar vertrouw als kundig maker en als vriendin, kon ik vrijuit mijn verdriet delen en vertellen wat ik voelde en doormaakte. Eerlijk gezegd dacht ik dat ik na twee weken rustig aan doen wel weer beter zou zijn. Inmiddels ben ik vier jaar verder.
Door die podcast leerde ik: je mag je gewoon slecht voelen en dat mag ook nog eens heel lang duren. Het hoeft niet altijd goed te gaan of leuk te zijn. Toch is er iets veranderd. Toen ik hoorde over blijvende rouw bij levend verlies viel er iets van me af. Je kunt dus ook rouwen om iets wat niet weggaat! Dat heeft iets berustends. Wegduwen heeft geen zin. Waarom zou ik er dan nog tegen blijven vechten?
Door erover te vertellen en de reacties te horen van mensen die zich in mijn verhaal herkennen, is mijn verdriet minder geworden. Ik weet nu: ik ben niet alleen. Het voelt minder zwaar. Ik voel mij nog steeds dezelfde Tessa, maar ben wel kalmer en volwassener. Dat ervaar ik ook in mijn lijf, ik loop rustiger en ben meer geaard.”
RUIKEN - In de dennenbossen voel ik me veilig
“In dit proces heb ik opnieuw gemerkt hoe belangrijk vrienden en familie zijn. Mijn moeder is soms net een therapeut, ik kan goed met haar praten. Ook de afgelopen periode. Zij wist: er komt een moment dat dit een plek moet krijgen. Zij was erop aan het wachten. Mijn ouders hebben me altijd gestimuleerd en ondersteund. Ze stonden altijd achter me. Ga maar doen, riepen ze. Ze zijn enorm trots.
Als ik aan mijn jeugd denk, ruik ik de dennenbomen van de Twentse bossen waar we altijd vakantie vierden. Wat sommige mensen met de zee hebben, heb ik met bossen. Daar voel ik me veilig en omhuld. Net als bij mijn familie, daar durf ik helemaal mezelf te zijn.”
PROEVEN - Meer rolmodellen zorgen voor meer smaken
“Als actrice ben ik volwassen geworden bij twee vrouwen die me liefdevol hebben opgerekt, uitgedaagd en begeleid in mijn ontwikkeling. Dat zijn Noël Fischer, artistiek leider van HNTjong, en dramaturg Martine Manten. Ze gaven mij altijd het volste vertrouwen dat ik het kon, en ik kreeg van hen volwassen rollen in stukken als Trojan Wars en Queer Planet. Zij zijn een soort familie voor me.
Mijn carrière begon op mijn 24ste met het jeugdtheaterstuk In mijn hoofd ben ik een dun meisje, waarin ik aan een kabouter alle absurde vragen stel die ik zelf altijd krijg. Zoals: Heb je een mini-huis? Hoe is je seksleven? Bizarre vragen die zelfs journalisten aan mij stellen. Die scène was zo slim bedacht. Omdat ik de leiding had, klopte het helemaal en ging ik los. Daarna pikten de media het op en mocht ik in een talkshow mijn verhaal vertellen, waarbij ik overigens opnieuw diezelfde stereotiepe vragen kreeg.
Door dat soort rollen voel ik me nu volledig vrij om te doen wat ik wil op het toneel. Ook fysiek. Het is fijn om veel verschillende kanten van mezelf te laten zien. Zo speel ik nu in het stuk Ruzie van regisseur Jetse Batelaan. Een jeugdvoorstelling waarin we een uur lang ruzie hebben. Met alles, met elkaar, met de kostuums, het decor. Ik ben best conflictmijdend en hier kan ik mezelf helemaal laten gaan. Lekker schreeuwen, vechten. Heerlijk. Soms is het heel goed om ruzie te maken, je ontwikkelt je mening, je leert grenzen aan te geven.
Ik hou van theater met een boodschap en speel graag in maatschappelijk geëngageerde stukken. Ook om dingen open te gooien en meer diversiteit te krijgen. Want er moet echt veel meer kleur komen onder artistiek leiders, bij omroepen en aan talkshowtafels. En meer vrouwen. Inclusie is voor mij het hoofddoel. Dus zet niet iemand met een handicap aan tafel die praat over de problemen van een handicap, maar nodig hem uit omdat-ie kennis heeft van Oekraïne of het klimaat. Ik hecht aan die vorm van inclusie, omdat ik die in mijn jeugd zo heb gemist. Ik heb te veel vrienden die zich nergens in hebben herkend. Zonder rolmodellen verdwijn je. Of je past je aan.
Bijrollen zijn al meer divers, maar hoofdrollen gaan nog steeds naar de bekende koppen – meestal wit én man. Durf nu eens andere verhalen te vertellen met een inclusievere cast. Hoe zou het zijn als iemand als ik de hoofdrol zou krijgen? Ik kan datzelfde verhaal vertellen. Ik maak alles mee wat jullie meemaken. Ook ik verlies mensen in mijn leven, heb liefdesverdriet en maak ruzie.”
INTUÏTIE - Hou op met alle meningen
“Ik voel heel goed aan welke rollen ik wel en niet moet aannemen. Rollen die puur gaan over klein-zijn en die ieder ander klein mens kan vertolken, wijs ik af. Ik ben een vakvrouw. We gaan niet terug naar de tijd waarin ik alleen mag optreden in freaky sketches of circusacts. Ik wil erop kunnen vertrouwen dat mensen me serieus nemen en niet met me aan de haal gaan. Dat ze mij zien als Tessa. Daarom zeg ik tegenwoordig: ik heb achondroplasie en niet meer: ik ben klein.
Ik heb te vaak meegemaakt dat mensen wel met me aan de haal gingen. Dat ze nare dingen over me zeggen. Op straat ben ik eraan gewend, daar roepen mensen alles wat ze denken. Vreselijk. Meestal in groepsverband. Pas nog. Ik liep onder de Dom door en moest voorbij een groep studenten. Ik wilde er niet langs, maar deed het toch en voelde intuïtief: ik moet dit met mijn telefoon opnemen.
De groep komt niet in beeld, je hoort hem alleen. Eén gast zag mij lopen en schoot keihard in de lach. Er is ook altijd iemand die roept: ‘Doe eens normaal man’, maar de meesten lachen mee. Nadat ik dat filmpje postte, ging het compleet viraal; het is 1,5 miljoen keer bekeken. Ik schrok daar wel van, maar het is vet goed dat er aandacht voor komt. Ik hoop dat mensen wat toleranter worden, waardoor iedereen een groter onderdeel kan zijn van de samenleving. Hou toch eens op met al die meningen. Be kind. Wees lief voor jezelf en voor de ander, daar komen we veel verder mee.”