InterviewKNVB-beker
Zelfs ‘de rooien’ hebben het over FC Utrecht
De één is geboren in het dorp, de ander in Bagdad. Youri Koelewijn en Masies Artien spelen dinsdagavond met SV Spakenburg de kwartfinale van het KNVB-bekertoernooi tegen FC Utrecht.
Spakenburg-verdediger Masies Artien schudt lachend zijn hoofd als hij het verhaal aanhoort van ploeggenoot Youri Koelewijn.
Dat zit zo: zaterdagmiddag na de gewonnen competitiewedstrijd tegen Jong FC Volendam (3-1) nemen de twee plaats op de massagetafel van de kleedkamer, waar ze volgens afspraak vooruit zouden blikken op de kwartfinale van de KNVB-beker, dinsdagavond bij FC Utrecht. Maar de sfeer is een tikje bedrukt. Koelewijn (23), een echte Spakenburger en een kind van de club, is geblesseerd uitgevallen tegen Jong FC Volendam. Hinkend stapte hij van het veld met een spierblessure. De kans dat hij FC Utrecht moet missen acht hij zelf ‘95 procent'.
Een drama? Ontgoocheling? Dat weer niet. Koelewijn is er eentje van het nuchtere soort. “Als ik moet kiezen tussen FC Utrecht-uit of de derby tegen IJsselmeervogels, dan kies ik voor de derby. Dat vind ik tien keer mooier dan een bekerwedstrijd tegen FC Utrecht.”
Op 23 april de derby tegen IJsselmeervogels
Artien, geboren in Bagdad, Irak, op zijn zevende naar Nederland gekomen, schudt daarop zijn hoofd vol ongeloof. Natuurlijk wil Artien straks, op 23 april, ook de derby van Spakenburg winnen, maar de bekerwedstrijd tegen FC Utrecht ziet hij als iets bijzonders. “Dat ik nu op mijn 29ste met een amateurclub in de kwartfinale van de KNVB-beker speel, is heel bijzonder”, meent hij.
En Artien is niet de enige die dat vindt. In Bunschoten-Spakenburg, een 22 duizend koppen tellend vissersdorp, wat normaal gesproken verdeeld wordt tussen de rooien (IJsselmeervogels) en de blauwen (Spakenburg), is de bekerontmoeting met FC Utrecht het gesprek van de dag. Binnen een half uur waren de 1750 beschikbare kaarten voor het uitvak verkocht. Liefst 27 bussen heeft SV Spakenburg (ruim 1500 leden) ingehuurd om alle supporters te vervoeren naar stadion Galgenwaard. Ook zijn er speciale sjaaltjes te koop, met daarop het bekeraffiche.
“Iedereen heeft het erover in het dorp”, weet Koelewijn, die als fiscalist in Bunschoten-Spakenburg werkt. “Ik had niet verwacht dat het zó zou leven.” Via de amateurs van TEC, een spectaculaire zege bij FC Groningen (2-3) en een zenuwslopende achtste finale tegen Katwijk (4-1 na strafschoppen) plaatste Spakenburg, de nummer zeven van de tweede divisie, zich voor de kwartfinales van de KNVB-beker.
‘Ik denk dat we een hele volwassen groep zijn’
Waarom Spakenburg zo succesvol is dit seizoen? “In het begin hadden we het moeilijk”, herinnert Artien, die bezig is aan zijn eerste seizoen op sportpark De Westmaat. “Er was een warme groep en de nieuwe jongens, de buitenstaanders, werden daarin meteen meegenomen. De onderlinge match was er wel, maar zoiets heeft gewoon tijd nodig.” Koelewijn: “Ik denk dat we een hele volwassen groep zijn. Dat zie je goed terug in het bekertoernooi. Dan weet je dat je het moet laten zien. En dan staat iedereen er ook.”
Of een ietwat gesloten voetbalbolwerk als Spakenburg altijd even op gang moet komen na de komst van veel nieuwe gezichten in de zomer? “Dat denk ik wel, ja”, zegt Koelewijn. Artien groeide uit tot een van de populairste spelers. “Hier in het dorp houden ze van hard werken”, verklaart Koelewijn. “Masies doet dat.”
Hijzelf is ook geliefd. Vorig jaar kon Koelewijn naar PEC Zwolle. “De technisch directeur vroeg wat ik wilde verdienen en toen bleek dat we wel heel ver uit elkaar zaten”, lacht hij. “Dat werd ’m niet.” Serieus: “Plezier is voor mij echt het belangrijkste wat er is. Als ik dat niet heb, dan stop ik er gelijk mee. En dat plezier heb ik hier nu.”
Wat er moet gebeuren om te stunten tegen FC Utrecht? “Zij zijn kwalitatief, conditioneel en soms ook fysiek sterker dan wij, dus dan blijft er voor ons nog maar één ding over: de teamspirit”, stelt Artien. “Dat hebben we laten zien tegen FC Groningen en Katwijk. En verder moeten we er natuurlijk lekker van genieten.”
Koelewijn sluit zich daar bij aan. Al is het nog de vraag of hij op het veld of vanaf de tribune zal genieten van zijn Spakenburg.