WK-zilver op 3000 meter getuigt van wederopstanding Irene Schouten
In het na-olympische jaar was Irene Schouten, de schaatskoningin van de Winterspelen in Peking, zichzelf niet. Randzaken en de druk van buitenaf werden haar te veel. Dankzij een pas op de plaats klauterde ze uit het wak voor de seizoensafsluiter, de WK afstanden.
Eten, gedoseerd trainen, ontspannen en slapen: voor Irene Schouten bleek het oude stramien de remedie, nadat de drievoudig olympisch schaatskampioene dit seizoen de tol van de roem betaalde. De herbezinning zorgde er bij de WK afstanden in Heerenveen voor dat lichaam en geest voldoende uitgerust waren om donderdagavond naar zilver op de 3000 meter te rijden.
Schouten (30) kwam als eerste van de favorieten in actie. Haar – uiteindelijk tweede – tijd (3.57,40 minuten) gaf daardoor geen houvast, maar was wel een richtpunt voor de concurrenten. Die beten zich er een voor een op stuk, behalve Ragne Wiklund.
Wiklund in topvorm
De 22-jarige Noorse, winnares van vier van de vijf wereldbekerwedstrijden én het eindklassement, onderstreepte met een tijd van 3.56,86 de topvorm waarin ze verkeert. Met dat scenario hield Schouten - die de Tsjechische veterane Martina Sablikova als derde zag eindigen (3.58,35) - vooraf al rekening, waardoor haar optreden tóch als een wederopstanding voelde. Al keek het winnaarstype in haar daar iets genuanceerder naar. “Wiklund was de beste, won verdiend. Ik reed voor wat ik waard was, kan mezelf niets verwijten, ben blij met mijn progressie. Maar ik merk ook dat ik dat ik niet goed tegen een verlies kan.”
Sinds haar ongekende succes in Peking vorig jaar februari, waar Schouten triomfeerde op de 3000 meter, vijf kilometer en de massastart en ook nog eens brons won op de ploegenachtervolging, werd ze geleefd. Iedereen wilde wat van haar: sponsors, andere bedrijven, de media en het grote publiek. Nee zeggen lukte haar nauwelijks.
Schouten ging gebukt onder de sterrenstatus
Onder de sterrenstatus ging Schouten gebukt. Door de immense aandacht en de vele verplichtingen raakte ze afgepeigerd. Haar opofferingsgezindheid wreekte zich. Huilbuien, uitslag op het lichaam, vermijdingsgedrag: de Sportvrouw van het Jaar ging door een dal, maar verborg dat. Totdat begin vorige maand emoties de overhand kregen.
Bij de NK afstanden liet Schouten het masker zakken. Nadat ze op de 3000 meter met hangen en wurgen als derde was geëindigd, bekende ze op televisie dat ze met zichzelf in de knoop zat. Ze pinkte er een traan bij weg.
Ploeggenoten waren niet op de hoogte
Tot dan had Schouten haar mentale worsteling slechts gedeeld met het thuisfront en de coaches Jillert Anema en Arjan Samplonius. Zelfs haar ploeggenoten waren niet op de hoogte geweest. De publieke ontboezeming werkte daarom bevrijdend. “Het gaf een soort van opluchting”, zei Schouten daags voor de WK afstanden. “Vanaf dat moment hoefde ik niet elke keer weer toneel te spelen. Er viel een last van me af, ik voelde me meteen een stuk beter.”
Een morele opsteker waren de reacties die ze kreeg van andere olympisch kampioenen. Gianni Romme, Jochem Uytdehaage, Sven Kramer en Kjeld Nuis stuurden berichtjes om haar een hart onder de riem te steken. “Zij snappen wat ik doormaakte. Die herkenbaarheid vond ik prettig, omdat het lastig is om het aan de buitenwereld uit te leggen.”
Aan het juk ontworsteld
Schouten ontworstelde zich daarna aan het juk, dankzij haar coaches en haar management. Eind december schrapte ze het NK allround, met als gevolg dat er ook een streep ging door een EK-optreden. Ook liet ze vorige maand de twee afsluitende wereldbekerwedstrijden in Polen aan zich voorbijgaan. Bovendien hoefde ze niet langer voor commerciële klusjes op te draven. “Ik kon weer eens lekker een serie kijken of een sudoku spelen. Dat deed ik de olympische spelen ook.”
Die ruimte in haar agenda bracht rust in het hoofd en leegde het ‘stresspotje’. Het maakte dat Schouten op het ijs weer genoot en zin had gehad om de strijd aan te gaan – met stralende ogen in plaats van de doffe oogopslag van een maand geleden.
Patrick Roest stilt onvervuld verlangen: eerste individuele wereldtitel
Patrick Roest grossierde in overwinningen, maar een wereldtitel op een individuele afstand ontbrak op zijn erelijst. Dat ongestilde verlangen van de schaatser werd gisteravond vervuld.
Bij de WK afstanden in Heerenveen greep Roest de eerste de beste kans. Hij heerste op de vijf kilometer en eindigde met ruime voorsprong op de rest van het veld. De voor hem gestarte Davide Ghiotto bleef nog het dichtst in de buurt, al bedroeg de marge meer dan twee seconden: 6.08,94 om 6.11,12 minuten.
Voor Roest betekende de overwinning niet alleen een primeur, het was ook een revanche voor zijn nederlaag tegen Ghiotto vorige maand. Uitgerekend in de generale repetitie tijdens de wereldbekerwedstrijd in het Poolse Tomaszów Mazowiecki kreeg hij klop, nota bene in een onderling onderonsje.
Ook het verlies tegen de Noor Sander Eitrem op de vijf kilometer tijdens de EK allround was een aanwijzing dat een machtsgreep bij het WK afstanden geen uitgemaakte zaak was.
Met Eitrem, die zich ‘s ochtends ziek had afgemeld, hoefde Roest ditmaal niet af te rekenen. Dat bood de Belg Bart Swings (6.13,06) de kans het brons voor zich op te eisen, net voor de als vierde geëindigde Jorrit Bergsma (6.13,51).
In het spoor van Roest en Schouten was er ook succes voor de Nederlandse mannen op de teamsprint: het trio Merijn Scheperkamp, Hein Otterspeer en Wesly Dijs versloeg in de laatste rit de Noren, die lang een nipte voorsprong hadden. Maar met een eindtijd van 1.19,67 legden de drie het af tegen de Canadezen (1.19,26), die daardoor het goud grepen en Oranje naar de tweede plek verwezen.
Lees ook:
Het olympisch goud op de massastart was voor het team van Irene Schouten de allermooiste
Irene Schouten domineerde het schaatstoernooi in Peking en mag zich de succesvolste atleet op één Spelen noemen. Het goud op de massastart vandaag was voor haar ploeg – een buitenbeentje in de schaatswereld – misschien wel de belangrijkste medaille.