Tsimanoeskaja
Wit-Russische atlete die ‘van hogerhand’ moest vertrekken zoekt toevlucht in Poolse ambassade
Kristina Tsimanoeskaja heeft haar toevlucht gezocht in de Poolse ambassade in Tokio, waar ze een humanitair visum heeft aangevraagd. Zondag werd de Wit-Russische atlete tegen haar wil uit het Olympisch dorp gehaald.
Met een petje op haar roze geverfde haar en een rugzak op, stapte Kristina Tsimanoeskaja maandag de Poolse ambassade in Tokio binnen. Een zilverkleurig busje had haar even daarvoor afgezet. Twee vrouwen met de rood-witte vlag, die symbool staat voor de oppositie in Wit-Rusland, stonden buiten bij het hek om hun steun aan de Wit-Russische atlete te betuigen.
Binnen zou Tsimanoeskaja een humanitair visum hebben aangevraagd. Volgens de Poolse onderminister van buitenlandse zaken Marcin Przydacz, die eerder al had laten weten dat de 24-jarige atlete welkom is in zijn land om daar haar sportcarrière voort te zetten, zal zij een dezer dagen naar Warschau vertrekken.
Noodkreet via sociale media
Volgens het Internationaal Olympisch Comité is Tsimanoeskaja nu in veilige handen. Die mededeling kwam na een nacht vol onduidelijkheden. Zondagavond verzond Tsimanoeskaja via sociale media een noodkreet. Met een mondkapje voor liet ze in een filmpje weten tegen haar wil uit het olympisch dorp te zijn gehaald om te worden teruggebracht naar Wit-Rusland.
Volgens de officials van haar land omdat ze ‘emotionele en psychische’ problemen zou hebben. De sprintster had haar coaches eerder op Instagram ‘incompetent en nalatig’ genoemd. Tsimanoeskaja bekritiseerde hen onder meer omdat ze maandag in plaats van op de 200 meter, waarvoor ze getraind had, op de 4x400 meter uit moest komen.
Op het vliegveld in Tokio weigerde Tsimanoeskaja aan boord te stappen van een vlucht die haar naar Istanbul zou moeten brengen en zocht steun bij de Japanse politie. Beambten van het ministerie van buitenlandse zaken zouden vervolgens naar het vliegveld zijn gekomen. De nacht bracht ze door in een hotel in de buurt van de luchthaven om ’s morgens vroeg naar de Poolse ambassade te gaan. Duizenden Wit-Russen die afgelopen jaar hun land hebben ontvlucht vonden al eerder in Polen onderdak.
Wit-Rusland opheldering gevraagd
Het IOC neemt de zaak hoog op en heeft het Nationaal Olympisch Comité van Wit-Rusland om opheldering gevraagd. Al in de aanloop naar de Spelen kwamen de twee met elkaar in aanvaring. Het IOC weigerde Viktor Loekasjenko, de zoon van de president, te erkennen als hoofd van het Wit-Russische Olympische comité. Vader en zoon Loekasjenko kregen van het IOC ook geen toestemming om naar Tokio af te reizen. Het comité onderzoekt klachten van verschillende Wit-Russische atleten die zeggen geïntimideerd en gestraft te worden sinds grote protesten een jaar geleden in hun land uitbarstten. Wit-Russen gingen toen massaal de straat op om te protesteren tegen het regime van Loekasjenko.
Onder de demonstranten liepen destijds ook atleten mee die daarna geen toegang meer kregen tot fondsen, buitengesloten werden van nationale teams of werden vastgezet. Om deze sporters te steunen werd de Belarusian Sport Solidarity Foundation (BSSF) opgericht. Deze organisatie volgt nu ook de ontwikkelingen in Tokio op de voet en helpt bij de kwestie Tsimanoeskaja. De BSSF zou er onder meer voor hebben gezorgd dat Tsimanoeskaja’s partner naar Kiev kon vluchten. Daarvandaan zal hij ook naar Polen afreizen om zich bij Tsimanoeskaja te voegen.
Atleten uit de hele wereld gingen Wit-Russische in het verleden voor
Kristina Tsimanoeskaja is niet de enige sporter die tijdens Olympische Spelen te kennen heeft gegeven niet terug te willen naar haar land. Heel wat atleten uit verschillende delen van de wereld gingen haar in het verleden voor. Zo verdween Marie Provazníková in 1948 bij de Olympische Spelen die toen in Londen werden gehouden. De coach van het gymnastiekteam uit Tsjechoslowakije wilde ontsnappen aan de toenemende Russische invloed in haar land. Provaznikova vroeg met succes asiel aan in de Verenigde Staten.
Tijdens de Koude Oorlog zouden vaker atleten uit Oost-Europa de Spelen, als die aan de andere kant van het ijzeren gordijn werden gehouden, aangrijpen om te vluchten. In 1956 bijvoorbeeld toen de Olympische Spelen in Melbourne ongeveer gelijktijdig met de Hongaarse opstand plaatsvonden. Vanuit Australië volgden de Hongaarse atleten de ontwikkelingen in hun land en toen duidelijk werd dat Rusland de opstand had neergeslagen besloot een deel van hen niet terug te keren, maar asiel aan te vragen. De meesten van hen konden in de VS terecht.
Tijdens de Winterspelen in Oostenrijk in 1964 wist Ute Gähler, die uitkwam voor het Oost-Duitse rodelteam naar West-Duitsland te ontsnappen. Maar ook na de Koude Oorlog wilden atleten om allerlei verschillende redenen niet terugkeren na de wedstrijd. Zo vroeg de Iraakse gewichtheffer Raid Ahmed tijdens de Spelen in Atlanta in 1996 asiel aan, omdat hij zich verzette tegen het regime van Saddam Hussein. En bij de Spelen van 2012 in Londen verdween er een heel boksteam uit Kameroen dat hoopte op een beter leven in het Westen. Bij datzelfde toernooi waren ook al drie atleten van het Soedanese team verdwenen, zelfs nog voor de start van de openingsceremonie.
Lees ook:
Wit-Rusland is één grote gevangenis geworden, bijna niemand mag het land nog uit
Stapje voor stapje sluit het regime van Aleksandr Loekasjenko de grens voor zijn eigen inwoners. Alleen bij hoge uitzondering mogen ze het land nog uit. Lees een reportage uit het land.