InterviewVoetbal
Wijnaldum terug bij Oranje: ‘Ik heb geleerd dat er veel te halen valt buiten het veld’
Na een jaar is Georginio Wijnaldum terug bij Oranje. ‘Ik heb bij Ronald Koeman een beter gevoel.’
Georginio Wijnaldum (32) staat blijmoedig in het leven. Toen hij dinsdagmorgen in Zeist langs het trainingsveld van Oranje verscheen, voor een praatje met de media, verscheen de lach vaak op zijn gezicht. Hij had er reden toe. Hij is gerevalideerd van een scheenbeenbreuk, is eindelijk weer basisspeler bij zijn club en is terug bij het Nederlands elftal onder een bondscoach die het in hem ziet zitten, en omgekeerd.
Onder Louis van Gaal, de voorganger van Ronald Koeman, leek Wijnaldum wat uit de gratie geraakt. Na de oefenwedstrijd tegen Duitsland op 29 maart 2022 had Van Gaal hem niet meer opgeroepen, want bij Paris Saint-Germain en bij Oranje had hij niet genoeg ‘geleverd’. Maar Wijnaldum is niet het rancuneuze type dat op deze dinsdag zijn kans grijpt om Van Gaal te bekritiseren. Integendeel. “Ik ben niet zo. Ik heb ook mooie momenten met Van Gaal meegemaakt.”
Die selecteerde hem immers voor het WK in 2014. “Dat heeft mijn carrière een boost gegeven.” Bovendien: “Ik ken Van Gaal ook als mens. Ik denk dat hij een goed persoon is. Natuurlijk liep het in die laatste periode wat minder. Het is niet gegaan zoals ik had verwacht.” En dat lag misschien ook wel aan hemzelf, zegt de altijd zelfkritische Wijnaldum. “Ik speelde in die tijd ook niet mijn beste wedstrijden. Soms ga je als voetballer door zo’n periode. Dat hij me niet opriep wil niet zeggen dat ik hem geen goede trainer vind. Alleen heb ik bij Ronald Koeman een beter gevoel.”
Twee dagen verdrietig
Omdat hij in Parijs op een dood spoor zat, liet Wijnaldum zich afgelopen zomer verhuren aan AS Roma. Koud in Italië brak hij zijn been: weg WK. Een lange revalidatie volgde. Een zwarte periode? Zo zit Wijnaldum dus niet in elkaar. “Ik was twee dagen verdrietig, maar al vrij snel heb ik de situatie geaccepteerd. Vanaf toen had ik eigenlijk een leuke revalidatie. Dat klinkt raar, maar je ziet de andere kant van de medaille.”
Die kant is niet per se donker. De time-out van vier maanden werkte op meerdere vlakken louterend. “Ik heb geleerd dat er zoveel te halen valt buiten het veld. Over de lichamelijke gesteldheid van een voetballer, en waar je sterker van wordt. Ik heb van een nadeel een voordeel gemaakt. Het was eigenlijk een heel positieve ervaring. Je gaat anders tegen het leven aankijken. Kleine dingen werden heel belangrijk. Als ik keek naar mensen die gewoon konden lopen of springen, niet eens rennen, dacht ik hé, je bent gezegend als je dat kunt. Ik liep toen op krukken, mijn been zat helemaal in het gips. Nu denk ik nog soms: ik kan weer lopen! Dan ga je dat waarderen.”
Succesvolle tandem met Memphis
Al voor het WK had Koeman gezegd dat hij een fitte Wijnaldum altijd zou selecteren. Wedstrijdfit is hij nu een dikke maand. Coach José Mourinho van AS Roma liet hem eerst vier keer invallen, de laatste vijf duels stond hij in de basis. Genoeg voor een selectie, vond de bondscoach, ook omdat Wijnaldum belangrijk is ‘in de groep’. In het eerste tijdperk-Koeman (2018-2020) vormde Wijnaldum als aanvallende middenvelder een succesvolle tandem met Memphis Depay. Bij 30 van de 43 doelpunten in die kleine twee jaar was een van beiden betrokken.
“Ik denk dat we dat nog steeds kunnen. Memphis en ik voelen elkaar goed aan”, zei Wijnaldum die er een hem typerende relativering op liet volgen. “Maar het team hielp ook heel goed. Het was niet alleen Memphis en ik. Frenkie de Jong deed veel in de opbouw, waardoor Memphis en ik dichter bij het doel konden spelen. En dankzij Marten de Roon hoefden wij verdedigend minder te doen. Iedereen droeg zijn steentje bij.”
De Jong is er vrijdag, tegen Frankrijk in de eerste EK-kwalificatie-interland, echter niet bij. “Een aderlating”, vindt Wijnaldum. Hoe groot zijn honger bij Oranje nog is? “Heel groot. Ik geniet van elk moment. Ik ben door die blessure net een kind dat weer lekker kan gaan voetballen.” En dan binnenkort met AS Roma ook nog tegen zijn oude club Feyenoord, in de kwartfinale van de Europa League. “Mooi, maar eigenlijk speel ik liever niet tegen Feyenoord. Niet omdat ik bang ben, maar normaal ben ik supporter. Ik schakel liever een andere club uit.”