ColumnJohn Graat
Waarom het voetbal overal mee wegkomt: ManCity en Hannie
Het valt niet altijd mee je liefde voor voetbal te blijven verdedigen. Je verkeert toch in een gezelschap met racisten, antisemieten, vechtersbazen, homofobe brulboeien, geldwolven en ijdele halvegaren.
Even wat faits divers van deze week. In Duitsland bleek wat voor mensen het voetbal zoal besturen. De vicevoorzitter van de bond zette Volodymyr Zelensky op Twitter weg als ‘een voormalige Oekraïense toneelspeler’ en zette er jolig een foto van het Sovjetmonument in het Treptower Park in Berlijn bij.
Nu we toch in Duitsland zijn: volgens de Duitse verslavingszorg vertoont inmiddels een derde van de sportgokkers verschijnselen van pathologisch wedden. Ik heb nog geen voetballer gehoord die principieel bezwaar maakt tegen reclame maken voor Betcity, Kansino, Toto of Unibet. Het kan ze weinig schelen wat er op hun shirt staat. Behálve als het om promotie voor meer tolerantie voor lhbti+’ers gaat. Zakaria Aboukhlal heeft écht hé-le-máál niks tegen homo’s, nee joh, maar een speciaal shirt van zijn FC Toulouse weigerde hij aan te trekken. Er stond een rugnummer in regenboogkleuren achterop. Niet te verenigen met zijn geloof.
Maar het hele jaar met ‘BetWay’ op zijn rechterborst rondlopen - hoe haram gokken volgens de koran ook is - is geen probleem. Toevallig bleek deze week dat Abouhklals ploeggenoot Rasmus Nicolaisen bij zes andere spelers een schuld van 100.000 euro heeft opgebouwd. Oorzaak: een gokverslaving. Brentford-spits Ivan Toney is nu acht maanden geschorst: hij gokte 232 keer op een wedstrijd in zijn eigen Premier League.
Daar ging het imago van AZ als de aaibare kaas- en klompenclub
Binnenkort kun je denk ik ook gokken op het aantal wedstrijden waar het dit weekend misgaat met supporters. In Alkmaar trokken donderdag in zwart geklede capuchon-jongens rellend door de pittoreske Stationsstraat. ’s Avonds bestormden doorgeslagen AZ-vandalen familie en vrienden van de Engelse gasten op de hoofdtribune. Daar ging het imago van AZ als de aaibare kaas- en klompenclub waar je met je opa veilig naartoe kon.
Huilende kinderen zag ik ook al bij FC Groningen. De vindingrijke lieverdjes van de Z-Side hadden zondag een zwart zeil meegenomen om even ongestoord te kunnen knutselen aan hun rookbommen. Die rook moest het spel van hun club en dat van Ajax aan het zicht onttrekken. Toen ik die clubs dinsdag in een leeg Euroborg verder zag modderen, begreep ik het. Doe dit maar even achter gesloten deuren.
Haar overleden zoon was er toch bij
Als in zo’n week dan óók nog een club triomfeert in de Champions League die allerlei regels aan zijn laars lapt, met fout fossiel geld, ben je geneigd het hoofd af te wenden. Het gekke: dat doe ik niet. Manchester City veegde Real Madrid met 4-0 van de mat. De passes van De Bruyne, de techniek van Bernardo Silva, het hakje van Gündogan, de tackle van Alvarez die hij zelf bekroonde; het was ge-níe-ten.
Ondertussen zat Hannie in mijn hoofd. De lieve Rotterdamse zat maandag bij de huldiging op de Coolsingel, in haar Feyenoord-shirt, met een ingelijste foto van haar zoon tegen haar borst. ESPN interviewde haar. Haar zoon was in december overleden. Hij ‘leg’ begraven op het Feyenoord-veld, vertelde Hannie. In een grote, zielsgelukkige massa begon ze te huilen toen ze zei dat ze zeker wist dat hij er toch bij was, op deze dag van jubel en troost.
Ik hield het niet droog. Manchester City en Hannie laten zien hoe onweerstaanbaar voetbal is en hoe hartverscheurend mooi soms. Daarom komt het bijna altijd overal mee weg.
John Graat is chef sport bij Trouw en schrijft wekelijks een column. Lees ze hier terug.