Wielrennen
Voor welke voorzitter – en dus welke koers – kiest de KNWU?
De Nederlandse wielerunie KNWU kiest een nieuwe voorzitter. De keuze kan de koers bepalen voor de komende jaren.
Donderdag kiezen de leden van de Koninklijke Nederlandse Wielerunie na veertien jaar een nieuwe voorzitter, de opvolger van Marcel Wintels. Het wordt Marc van den Tweel, directeur van Natuurmonumenten en de door de KNWU-sollicitatiecommissie voorgedragen kandidaat, of Gerry van Gerwen, een ‘oude rot’ in het wielrennen, die de steun krijgt van de vakbond van beroepsrenners (VVBW).
De verkiezing bepaalt de koers van de KNWU voor de komende jaren. Van den Tweel zegt vooral de verbinding tussen top- en breedtesport belangrijk te vinden. Van Gerwen wil dat Nederland internationaal weer plaatsneemt in belangrijke organisaties als de Internationale Wielerunie UCI.
Dat er een verkiezing zou komen, was vooraf niet voorzien. De KNWU besloot in het najaarscongres in plaats van een verkiezing een commissie met vertegenwoordigers van alle belangenverenigingen aan te wijzen voor een sollicitatieprocedure, waaruit één naam zou komen. Dat besluit werd echter niet vastgelegd, waardoor de traditionele statuten van de KNWU moesten worden aangehouden. Daarin stond nergens dat er geen tweede kandidaat mocht zijn. Op die manier kon Van Gerwen door de VVBW als tegenkandidaat worden voorgedragen.
Dat was opvallend, want de VVBW zat ook in de sollicitatiecommissie. Binnen de KNWU wekte het voordragen van Van Gerwen daarom de nodige wrevel, maar volgens de VVBW werd tijdens het proces steeds duidelijker dat hun gedroomde kandidaat niet tussen de sollicitanten zat, al voldeed de voorgedragen kandidaat wel aan het ‘functieprofiel’. Meerdere leden van de vakbond geven nu aan dat ze bij het opstellen van dat profiel beter voorbereid hadden kunnen en moeten zijn.
Lees hieronder twee korte monologen van de kandidaten:
Gerry van Gerwen
“Dat ik me beschikbaar stel, komt niet uit de lucht vallen. Ik heb hier al meermaals over nagedacht. Ik ben zelf begonnen als wielrenner en ben daarna onder meer als rennersmakelaar en ploegdirecteur (van Milram, red.) verdergegaan. Sinds 2012 ben ik uit de sport, waardoor ik niet in die tunnel zit en er met frisse blik tegenaan kijk.
“Mijn grootste voordeel is de tijd die ik in deze functie kan steken. Het is een vrijwilligersfunctie, maar ik vind dat je paraat moet zijn. Als twintig uur per week nodig is, dan ben ik er twintig uur.
“Mijn prioriteit is aandacht voor de clubs in het land. Het weggebruik verandert, dus moeten we zorgen dat jongeren veilig kunnen sporten. Het tweede punt is dat Nederland weer internationaal vertegenwoordigd moet worden. Ooit hadden we bestuursleden in bijvoorbeeld de UCI, maar nu niet meer. We moeten inspraak krijgen als het gaat om veiligheid of het salaris van renners en rensters. Ik ken de voorzitter van de UCI, David Lappartient, nog uit het verleden. Ik kan hem zo bellen.
“Mocht ik worden gekozen, dan ben ik vrijdagochtend op het bureau van de KNWU om de plooien glad te strijken. Ik wil samenwerken, dat is belangrijk. En ik bel Lappartient. ‘Ik kom eraan’, zeg ik dan. ‘Ik zit al in de auto’.”
Marc van den Tweel
“Ik wil allereerst zeggen dat ik niet op de zaken vooruit wil lopen en de keuze in de interne verkiezing vandaag aan de leden laat. Dat vind ik belangrijk om te melden.
“Ik heb gesolliciteerd uit liefde voor de wielersport, in de breedste zin van het woord. Niet alleen voor het wielrennen op de weg, maar ook voor BMX en paracycling. Dat is onderbelicht, maar levert een ongelooflijke bijdrage aan inclusiviteit in de samenleving. Dat is een van de onderwerpen die ik ook als mens belangrijk vind. Ik ben niet voorgedragen vanwege mijn kennis van de wedstrijdsport, die ervaring zit al genoeg in het huidige bestuur.
“Er zit een rare paradox in de wielersport. Ik noem het de populariteitsparadox. Aan de ene kant hebben we in de top veel helden, we kennen ze allemaal. Aan de andere kant blijft de instroom van jongeren in de wedstrijdsport daar ver bij achter. Daarom gaat het voor mij over de verbinding van de top- en de breedtesport, maar ook over instroom van meisjes en instroom van mensen uit niet-traditionele wielermilieus. Dat biedt nieuw perspectief voor de toekomst.
“Dit moeten we samen doen. Ik ben allergisch voor mensen die zeggen: ik word het en dan verandert alles. Zo werkt het volgens mij niet in Nederland.”
Lees ook:
KNWU-baas Veneberg: In het wielrennen moet het niet meer alleen gaan over wie de snelste is
Thorwald Veneberg, directeur van de Nederlandse wielerunie KNWU, reageert op vijf statements uit de serie die Trouw de afgelopen weken maakte over de staat van het wielrennen.