NK tennis
Veteraan Matwé Middelkoop wil van geen wijken weten. ‘De liefde voor het spel heeft overwonnen’
Bij het NK veroverde proftennisser Matwé Middelkoop zijn vijfde nationale titel in het dubbelspel. Net als in 2017 deed hij dat aan de zijde van Robin Haase, die andere veteraan.
De eindzege kreeg hij uiteindelijk in de schoot geworpen. In de finale hoefde Matwé Middelkoop (39) niet met Robin Haase (35) aan te treden, na opgave door de tegenstanders Jarno Jans en Niels Lootsma. Zodoende stond de slotdag alleen in het teken van de twee enkelspelfinales, met als winnaars Botic van de Zandschulp en Suzan Lamens.
Die vrijgeleide had van Van Middelkoop niet gehoeven. Graag had hij in Amstelveen met Haase nog meer ritme opgedaan, aangezien ze vanaf januari een vast duo gaan vormen. De twee zijn geen vreemden voor elkaar. In 2018 behaalden ze drie ATP-titels, net als dat ze begin dit jaar in Rotterdam wonnen. In 2017 bereikten ze bovendien als gelegenheidskoppel de kwartfinale van Roland Garros.
Dubbelen als specialisme, voortgekomen uit realiteitszin
Haase, in het enkelspel inmiddels naar plek 260 op de wereldranglijst afgegleden, gaat zich voortaan op de dubbel concentreren. Een keuze die Middelkoop eind 2014 al maakte. Voortgekomen uit realiteitszin, toen hij besefte dat een internationale doorbraak in het enkelspel onhaalbaar was. Zijn carrière speelde zich toen al jarenlang in de marge af, met positie 197 als hoogste klassering. “Ik was een ongeleid projectiel.”
Als dertiger sloeg Middelkoop zich in het dubbelspel wél een weg naar boven en vond hij de rust en stabiliteit in zijn spel. Aangespoord door de successen van Jean-Julien Rojer, de nestor (inmiddels 41) die liet zien dat specialisatie zich kan uitbetalen en die na Wimbledon in 2015 en 2017 dit jaar ook op Roland Garros wist te triomferen.
De derde grandslamtitel van Rojer was niet het enige Nederlandse hoogtepunt van 2022 in het mannendubbel. Wesley Koolhof werd vorige maand de nieuwe nummer één van de wereld, en hij trad in de voetsporen van Paul Haarhuis en Jacco Eltingh, het illustere duo dat in de jaren negentig de toppositie bezette en de grandslamoverwinningen aaneenreeg. Dat in een seizoen waarin Tim van Rijthoven in het enkelspel opzien baarde, met zijn toernooiwinst in Rosmalen én zege op de nummer twee van de wereld in de finale, plus het bereiken van de vierde ronde op Wimbledon waarin hij Novak Djokovic een set afsnoepte.
‘We naaien elkaar op een positieve manier op’
De recente successen laten zien dat het Nederlandse mannentennis weer kleur op de wangen heeft gekregen, hetgeen werd onderstreept door deelname aan de Davis Cup Finals. “Er is een groepsgevoel ontstaan”, zegt Middelkoop. “We naaien elkaar op een positieve manier op. Die dynamiek is mooi om te zien.”
In die goednieuwsshow kende ook hij dit seizoen zijn beste jaar ooit. Niet alleen boekte Middelkoop twee toernooizeges, maar op Roland Garros werd hij pas in de halve finale gestuit door uitgerekend Rojer en diens partner Marcelo Arevejo. Zo klom de routinier naar plek 22, een positie die hij in de komende jaargang hoopt te verbeteren nu hij vast met Haase aan de gang gaat.
“Ik ben door moeilijke fasen heen gegaan, maar heb bewust een andere afslag genomen”, aldus Middelkoop. “Dat het een nieuwe impuls heeft gegeven, zie ik als een voorrecht. De liefde voor het spel heeft overwonnen.”
Dat hij er nog altijd veel voor overheeft, blijkt uit offers die hij brengt. Zo’n veertig weken per jaar is Middelkoop van huis, terwijl hij een gezin met een dochter van 3,5 en een zoontje van een halfjaar oud heeft. “Er zijn nog doelen die ik voor ogen heb: me plaatsen voor de ATP Finals, nog verder komen in de grandslams, richting de top-10 gaan en uitkomen op de Olympische Spelen. Daarom wil ik nog twee, drie jaar alles geven, al is het een slopend bestaan. De rek is er niet uit, daarin schuilt de motivatie.”
Lees ook:
Tij lijkt gekeerd, het mannentennis zit weer in de lift in Nederland
Het Nederlandse toptennis zat de laatste jaren in het slop, maar er gloort hoop. in elk geval bij de mannen, die komende week om de Davis Cup spelen, lijkt het tij te keren. “De speler moet centraal staan, iets wat in het verleden niet altijd zo was.”