AnalyseGrensoverschrijdend gedrag
Veel meer wangedrag in sport gemeld: ‘Het is uit de taboesfeer gehaald’
Het Centrum Veilige Sport Nederland kreeg het afgelopen jaar spectaculair meer meldingen over grensoverschrijdend gedrag. Ook uit de breedtesport. De cijfers verdienen wel enige nuance.
Het aantal mensen dat een melding doet over misstanden in de sport neemt sterk toe. Het Centrum Veilige Sport Nederland (CVSN) kreeg het afgelopen jaar ruim 1400 meldingen binnen over emotioneel, lichamelijk en seksueel grensoverschrijdend gedrag. In 2021 lag dat aantal nog op 873. Een spectaculaire stijging.
Het adagium van de topsport vraagt om het verleggen van grenzen. “Een topatleet is gewend om over pijn- en vermoeidheidsgrenzen heen te gaan om beter te worden. Citius, altius, fortius: sneller, hoger, krachtiger. Hij of zij verdraagt meer opofferingen met alle risico’s van dien”, verklaarde psychotherapeut Frans de Laat eerder in Trouw. Tel daar de grenzeloze ambities bij op en het is duidelijk dat de jacht op medailles giftig kan zijn.
Maar uit de cijfers van het CVSN blijkt dat in absolute zin de meeste melders (driekwart) uit de amateursport komen. Natuurlijk zijn sommige mechanismen bij de lokale club hetzelfde: ook daar wordt van sportief succes gedroomd en genieten hogere teams meer aanzien. Bovendien kan er ook op dat niveau maar één de beste zijn: het is jij of ik voor de bovenste trede op het ereschavot of de spitspositie in het elftal. Wat dat betreft geeft het te denken dat er in Nederland al op jonge leeftijd met selectieteams wordt gewerkt.
Enige nuance
Toch is dat niet het hele verhaal. Om de aantallen op juiste waarde te kunnen schatten, is enige nuance belangrijk. Grensoverschrijdend gedrag is een containerbegrip. Niet iedere melding betreft een nieuw turnschandaal met kinderen en jongvolwassenen die stelselmatig worden uitgebuit. Pesten en kleineren vallen eronder, maar ook schelden, slaan en aanranding. Daarbij zijn niet alle grenzen even scherp en ervaart niet iedereen hetzelfde wangedrag als kwetsend. Dat neemt niet weg dat iedere persoonlijke grens die wordt overschreden er één te veel is.
Maar wat zeggen deze meldingen nu precies over de sport? Volgens het CVSN betekent de sterke stijging niet dat het grensoverschrijdend gedrag in de sport is toegenomen. “De meldingsbereidheid is wel veel groter en dat juichen wij van harte toe”, zegt een woordvoerder. Door het nieuws over misstanden in gymnastiekzalen, triatlon en Ajax, maar ook bij The Voice of Holland en De Wereld Draait Door is het thema ‘uit de taboesfeer gekomen’. “Door al die aandacht vragen meer mensen zich af: wat ik net heb meegemaakt, of in het verleden, was dat wel normaal?”
Dat is winst, al benadrukt de woordvoerder dat de ruim 1400 meldingen vermoedelijk nog steeds slechts ‘het topje van de ijsberg’ zijn. Nederland telt 8,9 miljoen inwoners die wekelijks sporten.
Nader onderzoek
Bij ongeveer 20 procent van de zaken leidt een melding tot nader onderzoek. Of door de politie naar strafbare feiten of door het Instituut Sportrechtspraak, dat voor tientallen sportbonden het tuchtrecht regelt. Navraag bij die instelling – veel bekritiseerd in de turnaffaire – leert dat het aantal gemelde zaken daar fors steeg: van 59 in 2021 naar 104 in 2022. Volgens directeur Henk van Aller gaat het in 80 procent van de gevallen om seksueel ongewenst gedrag.
Volgens hoogleraar sport en recht Marjan Olfers is het belangrijk om als maatschappij het gesprek met elkaar aan te gaan en niet alleen de rotte appel eruit te gooien. Tegen de NOS zegt ze: “Wij zijn heel snel geneigd om een schuldige aan te wijzen, maar vaak gebeuren dingen binnen een omgeving waar het geaccepteerd werd.”
Zo bezien kan sport de samenleving een spiegel voorhouden en helpen bij de bewustwording, want feit is dat die sector kwetsbaar is voor wangedrag: in topsport én breedtesport, waar miljoenen mensen samenkomen en de setting met kleedkamers, douches, soms weinig verhullende kleding, botsende belangen en machtsverhoudingen niet in iedereen het beste naar boven haalt.