Giro d’Italia Femminile
Van der Breggen wint Giro en gaat met drie landgenotes vol vertrouwen naar Tokio
Anna van der Breggen heeft in haar afscheidsjaar beslag gelegd op haar vierde eindzege in de Giro d’Italia Femminile. De renster van SD Worx gaat met de beste benen richting de Olympische Spelen, net als drie andere Nederlandse wielrensters.
Met de handen in de lucht en het roze shirt om haar schouders passeert Anna van der Breggen (31) de finish in Cormons, een dorp in het noordoosten van Italië. Niet uit blijdschap door het behalen van de vierde plaats in de afsluitende rit in de Giro d’Italia Femminile, maar vanwege de eindzege in de meest prestigieuze rittenkoers in het vrouwenwielrennen.
De Nederlandse vrouwen domineerden tien dagen lang in de Ronde van Italië. Van der Breggen was net als Lorena Wiebes (22) en Marianne Vos (34) goed voor twee ritzeges, de bergtrui ging naar Lucinda Brand (32) en op het eindpodium kreeg Demi Vollering (24) de bloemen voor haar derde plek.
Loes Gunnewijk (40) bekeek de verrichtingen van haar ploeg in Italië van een afstand. De bondscoach, die aan het eind van deze week met Van der Breggen, Vollering, Vos en Annemiek van Vleuten (38) afreist naar Japan, constateerde bij vrijwel alle Nederlandse rensters topvorm. “Het kwam niet als een verrassing, maar ze hebben fantastisch gereden. De Nederlandse vrouwen laten al jaren zien dat ze aan de top staan. Dat belooft wat voor Tokio.”
Vos is inspiratiebron voor Cavendish
De vorm van de wielrensters was ook Mark Cavendish in de Tour de France niet ontgaan. De Brit, die met 34 zeges het record van Eddy Merckx afgelopen week evenaarde, prees op sociale media Marianne Vos met haar 30ste dagzege in de Giro d’Italia Femminile. “Ze is op vele vlakken een absolute inspiratiebron voor mij, al voor vele jaren. Absoluut de beste aller tijden.”
Naar het voorbeeld van Mathieu van der Poel stapte Vos in tegenstelling tot Van der Breggen en Vollering twee etappes voor het einde af in de Giro Rosa. De olympisch kampioene van 2012 wilde zich sparen voor de wegwedstrijd op de Spelen in Tokio, op zondag 25 juli.
Logisch, vindt Gunnewijk. “Er leiden meerdere wegen naar Tokio. De laatste ritten in Italië waren zwaar en lastig. Vos legde haar focus op ritzeges. Van der Breggen en Vollering richtten zich op het klassement. Dat vraagt om een andere manier van koersen.”
Zo koos elke renster voor haar eigen aanvliegroute. Van Vleuten sloeg de etappekoers in Italië over en koos voor een hoogtestage, waar ze dit keer onder andere trainde met een groep mannelijke profs, en een trainingsblok. Het verleden leerde de wereldkampioen van 2019 dat ze daarna sterker voor de dag zou komen.
Een luxepositie voor de Nederlandse ploeg
De opdracht voor Gunnewijk is nu om van de vier potentiële kopvrouwen voor de wegwedstrijd van 137 kilometer een team te smeden. Alle concurrenten bestempelen de Nederlandse ploeg als topfavoriet. Hoe speel je de race straks uit op het bergachtige terrein in Tokio? De bondscoach spreekt van een luxepositie omdat elk wedstrijdverloop wenselijk kan zijn.
Van Vleuten en Van der Breggen, de twee laatste wereldkampioenen op de weg, waren de laatste jaren de beste klimmers van het peloton en soleerden beiden naar een veelvoud aan zeges. Daarnaast bleken Vos en Vollering amper te kloppen wanneer het aankwam op groepssprints.
Het parcours leent zich voor beide scenario’s. Na een lange klim volgt een glooiende finale. “Alle vier kunnen ze op dit parcours winnen”, zegt Gunnewijk. “Dat is heel mooi, goed en fijn, maar zorgt er ook voor dat we afspraken moeten maken. Ik kan in ieder geval verzekeren dat we als team aan de start verschijnen in Tokio, dat maakt ons sterker dan een viertal individuen.”
Lees ook:
Dat flapperende flapje, dat moet Anna van der Breggen toch voelen?
Het flapje draait, dwarrelt en flappert. Wiebelt en wappert, en geeft telkens tikjes tegen haar kin. Haar wang. Haar kin. Tik tik. Tik tik tik. Anna van der Breggen zit doodstil op haar fiets, zoals alleen Anna van der Breggen dat kan, schrijft Marijn de Vries. Dat gewapper tegen haar gezicht? Ik zou er al lang gek van zijn geworden.