Toptalent Esmee Brugts (PSV) wil nieuwe omgeving om beter te worden, liefst in Europese miljoenencompetities

Na de 3-0 van FC Twente vlak voor tijd draagt Esmee Brugts de bal nog snel van het doel naar de middenstip, maar de aanvaller van PSV weet zelf ook wel dat het geen zin meer heeft. Het wordt zelfs nog 4-0. Na het fluitsignaal storten haar teamgenoten ter aarde. Sommige huilen, Brugts niet. Die helpt hen overeind.

Gewikt en gewogen

Het tekent de volwassenheid van het pas negentienjarige toptalent, dit seizoen het enige lichtpuntje (acht goals in vijftien wedstrijden) in een verder teleurstellend seizoen voor de Eindhovenaren. Die verantwoordelijkheid zat er begin dit seizoen nog niet in, vertelt Brugs na afloop van de kansloos verloren bekerfinale, de tweede op rij.

Brugts heeft dit seizoen geleerd dat kansloosheid uitstralen niet hoort bij haar status als bepalende speler. Zelfs al is de wedstrijd daar donderdagavond wel naar. “Ik wil achteraf niet kunnen zeggen dat ik dingen heb laten liggen. Op dat vlak heb ik veel geleerd.”

Zoveel, dat ze vanaf volgend seizoen ergens anders verder leert. Brugts’ bekendmaking dat ze na dit seizoen bij PSV vertrekt, kwam vorige week als een verrassing. “Ik baal wel dat ik waarschijnlijk wegga bij PSV zonder prijs.” Een 5-2 verlies goedmaken op landskampioen Ajax in de halve finale van de Eredivisiecup, lijkt lastig.

Ze heeft maandenlang gewikt en gewogen, vertelt ze, eigenlijk afgelopen maand pas de knoop doorgehakt. Brugts wil op haar negentiende op een andere manier uitgedaagd worden. Ze voelt zich fijn bij PSV, maar dat is het hem. “Ik ben oud en vertrouwd gewend, hier bij PSV. Maar andere mensen in een andere omgeving zouden mij goed doen. Als je jezelf uitdaagt, word je pas echt beter.”

Naar buitenland

Manchester United en City, Paris Saint-Germain, Wolfsburg, Eintracht Frankfurt. Allemaal zouden ze interesse hebben in de ambitieuze linksbuiten uit Heinenoord, die vorig jaar op het EK voor Nederland debuteerde en pardoes een betere indruk achterliet dan sterspeler Lieke Martens. “Zal vast, dat die clubs interesse hebben”, lacht ze. Maar haar voorkeur ligt volgens Brugts wel degelijk in het buitenland.

Landen als Engeland, Duitsland en Frankrijk zijn Nederland qua vrouwenvoetbal voorbijgestreefd, bleek vorig jaar al op het EK. Clubs daar pompen vele miljoenen in hun vrouwentakken, wat voor meer aandacht, betere faciliteiten en dus meer kwaliteit zorgt.

In Nederland blijft het achter, bleek ook weer in de bekerfinale, bij vlagen een trage en slaapverwekkende vertoning. De 4-0 kwam kolderiek tot stand doordat de PSV-keeper de bal tegen een opspringende Twente-aanvaller schoot. Het stadion van ADO Den Haag was zo matig gevuld, dat de aanwijzingen van spelers op de tribunes hoorbaar waren.

“In het buitenland zit inderdaad meer geld”, zegt Brugs. “Wij zijn er nog lang niet, maar wel langzaam op weg.” Ze noemt haar club PSV, die nieuwe sponsoren verwelkomde, waaronder een nieuwe hoofdsponsor. “ En veel meiden uit de Nederlandse competitie zitten bij Oranje.”

Die stappen waarschijnlijk binnenkort op het vliegtuig naar Australië en Nieuw-Zeeland, waar het WK plaatsvindt. Een ideale mogelijkheid voor Brugts zichzelf in de kijker te spelen. Nederland haalde in 2019 nog de finale, maar schept nu weinig verwachtingen. Onderschat ons niet, zegt Brugts. “Als wij alles eruit halen, kunnen we van iedereen winnen.”

Lees ook:

Voor het vrouwenvoetbal wordt Nederland net als bij de mannen een ‘opleidingsland’

Het Nederlandse vrouwenvoetbal groeit en wordt steeds professioneler, maar de sport ondervindt ook zijn grenzen.‘We zijn een opleidingsland.’