InterviewTom Dumoulin
Tom Dumoulin na maanden van bezinning: ‘Ik had een hekel aan de fiets, die is nu weg’
Tom Dumoulin zit weer op de fiets. De beste Nederlandse wielrenner, die in januari aangaf voor onbepaalde tijd te stoppen, wil een goed resultaat op de tijdrit in Tokio.
Tom Dumoulin zit erbij alsof hij bij goede vrienden op de koffie is. Benen over elkaar, de handen gevouwen en veelal leunt hij achterover in een Van der Valk-hotel in Vught. Maar het is geen koffieonderwerp waar hij over praat. Hij vertelt tegen de pers over de vier maanden waarin hij probeerde uit te vinden wat hij wilde, nadat hij in januari plotseling zijn bestaan als profwielrenner voor onbepaalde tijd opgaf en wilde uitzoeken wat hij wilde. Als mens, als wielrenner, en samen als wielrennende mens. Vorige week kwam hij met zijn besluit. Hij is weer wielrenner, en die beslissing legde hij maandag uit.
“Ik heb een fantastische tijd gehad”, zegt hij. Ongeveer een maand lang raakte hij zijn fiets niet aan, keek hij ook geen wielrennen. Hij wandelde samen met vrienden, familie en zijn vrouw met de hond, spitte zijn tuin om, en rustte vooral uit. Heel langzaam ging hij weer fietsen. Twee uurtjes, en soms reed hij die uren opeens weer keihard. Omdat hij het mooi vindt om kapot thuis te komen, zegt hij. En sluipenderwijs kwam de zin terug. Maar pas bij de Amstel Gold Race, waar hij begin vorige maand als bezoeker was, kreeg hij gevoel terug: “O ja, dat profwielrennen is wel een gave wereld”.
‘Het voelt nu goed’
Toen hij daarna vrijblijvend met bondscoach Koos Moerenhout belde over de Spelen in Tokio, kreeg hij te horen dat er voor hem een plek was voor de tijdrit. Geen druk, zei Moerenhout, maar de selectie is niet heel ver weg meer. Dat was het moment dat Dumoulin zijn beslissing nam, zegt hij. Is dat niet te snel? “Het voelt nu goed. Ik zou het mezelf niet vergeven als ik het niet probeer richting de Spelen. En wanneer weet je het zeker in het leven? Misschien als de Spelen over anderhalf jaar waren geweest, had ik er anders over gedacht. Maar nu is dit het allerliefste wat ik wil.”
In 2019 kende Dumoulin bijna eenzelfde periode van rust, toen gedwongen na zijn knieblessure in de Giro. “Toen dacht ik dat ik fris was, maar ik had aan niets gewerkt. Ik kwam wel tot rust, maar ik had niks opgelost.” Wat zorgt er dan nu wel voor dat hij niet bang is voor een terugval? Korte metten maken met vertellen wat er ‘diep’ in hem omgaat, zegt hij lachend. “Dat is voor jullie leuk, maar voor mij voegt het niets toe.”
Liefde voor de fiets
Dan, serieus: “Ik hoop dat ik te allen tijde de liefde voor de fiets behoud. Ik had de afgelopen maanden een hekel aan de fiets. Toen ik stopte, kwam automatisch de vraag wat je zou doen als je geen wielrenner zou zijn. Maar een van de eerste dingen die ik voelde, was dat ik binding heb met de fiets. Als ik morgen zou stoppen, dan wil ik wel in het vak blijven in plaats van een andere studie te doen. Daar is deze periode nuttig voor geweest.”
Ook voor hemzelf vergt het een andere mentaliteit. Hij vond het moeilijk altijd de ‘grote, belangrijke’ wielrenner te zijn. “Het was daardoor ook ingewikkeld met mij te werken. Voor mijn grote resultaten (onder meer de Girowinst in 2017, red.) stond ik ergens voor. Toen was het leuker met mij werken. Daar kwam wrijving bij vrij, maar ook warmte. En wrijving en warmte is er de laatste jaren weinig geweest.” En dus wil hij meer een eigen idee hebben. Dat komt iedereen ten goede. “Als je zoekt, gaat je team meezoeken. Als je weet wat je wilt, denkt je team mee.”
De Olympische Spelen is vooralsnog het enige doel. Verder kijkt hij nog niet. Hij gaat wel naar Tokio met het idee om een goed resultaat te behalen. Presteren en winnen is een van de redenen waarom hij nog fietst, zegt hij. Maar tegelijkertijd is er onzekerheid over het wel of niet behalen van dat resultaat. De voorbereiding was kort. “Zilver zou al fantastisch zijn. En wie weet een achtste plek ook, als ik een voorbereiding ken die mooi verloopt.”
Dumoulin keek niet naar ‘Code Geel’
Dumoulin keek bewust niet naar de documentaire die de NOS maakte over de afgelopen Tour de France. In ‘Code Geel’ werd Jumbo-Visma gevolgd tijdens de Ronde van Frankrijk, en daar speelde Dumoulin een (negatieve) hoofdrol in. Te zien was hoe hij kampte met zadelpijn, hij huilend in de bus zat nadat hij in de Pyreneeën zijn klassement opgaf en hij de hele tijd van fiets wilde wisselen.
“Ik heb niet gekeken”, aldus Dumoulin nu. “Ik wist wel dat de NOS dit een interessant onderwerp zou vinden en had wel een gevoel welke richting die documentaire op zou gaan. Ik was doodongelukkig die Tour en wilde niet naar mezelf kijken in een van mijn ongelukkigste periodes van mijn leven.”
Lees ook:
De onzekerheid over de Spelen is voor sporters een mentaal mijnenveld
Het is voor topsporters moeilijker dan ooit om de focus vast te houden. Onzekerheid regeert. ‘De vraag of de sport alle opofferingen nog wel waard is, komt nu eerder naar boven.’