Sporthistoricus Jurryt van de Vooren onderzoekt de namen op het oorlogsmonument van de KNVB in Zeist. De strijd met de Duitsers in mei 1940 heeft tientallen KNVB-leden het leven gekost.
Een half jaar geleden schreef deze krant over het oorlogsmonument van de KNVB uit 1949, tegenwoordig te zien op het hoofdkantoor in Zeist. Hierop staan 2212 namen van omgekomen leden, die via een digitaal zoeksysteem zijn te raadplegen. Na meer dan honderdduizend zoek-opdrachten is er veel nieuwe informatie verzameld over deze oorlogsslachtoffers.
Inmiddels zijn van zo’n vijfhonderd omgekomen voetballers voldoende gegevens verzameld om ze toe te voegen aan de zoekmachine op Oorlogslevens.nl, een samenwerking van tientallen archief- instellingen. Bij Leendert Overst blijkt dan bijvoorbeeld dat deze vijftienjarige jongen niet alleen werd vermoord na de beruchte Kindertransporten uit Kamp Vught, maar ook dat hij voetbalde bij HEDW, de Joodse club uit Amsterdam.
Precies 75 jaar na de bevrijding krijgt het KNVB-monument zo weer een nieuwe invulling, niet alleen als gedenkplaats voor duizenden vergeten namen, maar ook als informatiebron voor verder onderzoek. Juist de koppeling van het KNVB-monument aan andere oorlogsarchieven is zeer waardevol. Voor veel nabestaanden is het een verrassing om te ontdekken dat hun dierbaren worden genoemd op het KNVB-monument, vooral de honderden vermoorde Joodse voetballers, vaak spelend voor clubs die allang niet meer bestaan. Hun namen zijn in Zeist vereeuwigd, maar niemand die het weet.
‘Zonen offeren’
Daarnaast geeft deze koppeling nieuwe inzichten voor verder onderzoek, over zowel personen als complete groepen. Zo weten we nu bijvoorbeeld hoe zwaar de KNVB in mei 1940 werd getroffen, iets wat Ajax-voorzitter Marius Koolhaas nadrukkelijk benoemde tijdens zijn toespraak bij de onthulling van het monument. “Onze gedachten gaan terug naar de rampzalige dagen van mei 1940, toen ook Nederland werd geroepen zijn zonen te offeren voor de verdediging van zijn grondgebied. In dit licht moet ook de aanbieding van dit monument gezien worden, namelijk als een herinnering aan zwaar betaalde offers, als een dank aan hen, die hun leven hebben gegeven in deze heroïsche strijd.”
Koolhaas noemde alleen geen aantallen van gesneuvelde KNVB-leden, waarschijnlijk omdat die niet bekend waren. Door de recente archiefkoppelingen weten we nu eindelijk dat het ging om minimaal zestig omgekomen voetballers, gesneuveld tijdens de gevechten tegen de Duitsers. Na verdere raadpleging van de overlijdensberichten in het KNVB-orgaan ‘Sportkroniek’ zijn er nog eens 23 namen gevonden van omgekomen leden in mei 1940, die dan weer niet op het monument zijn vermeld. Die waren simpelweg vergeten, onder wie drie voetballers van Xerxes uit Rotterdam, de eerste club van Faas Wilkes.
Desertie
Chris Meijer uit het Gelderse dorp Dieren staat er dan weer wél op, spelend voor voetbalclub Theothorne. En dat is opmerkelijk, omdat hij op 12 mei 1940 werd geëxecuteerd wegens desertie na een zitting van de krijsgraad ter velde, de eerste en enige keer sinds 1839. Net die ene soldaat die in bijna 200 jaar op die manier ter dood werd veroordeeld, staat dus op het KNVB-monument.
Het gevaar van een namenlijst is dat die onvolledig is of dat er fouten op staan, ook bij het oorlogsmonument van de KNVB. Het is alleen heel moeilijk om eventuele vergissingen te achterhalen, omdat alleen de namen van de omgekomen voetballers erop staan, zónder vermelding van de betreffende club, woonplaats of sterfdatum.
Zo staan H.G.J. de Bruyn, E. Bueno de Mesquita en H. Bueters onder elkaar, maar dat zij waren aangesloten bij respectievelijk Quick uit Amersfoort, Kampong uit Utrecht en UD uit Deventer, is hier niet uit af te leiden.
Lees ook:
De sporen van WO II in de sport: de KNVB
De 2212 in de oorlog omgekomen KNVB-leden zijn vereeuwigd in vijf bronzen kasten. Deel 4 van een maandelijkse serie over de sporen van de Tweede Wereldoorlog in de Nederlandse sportwereld.