InterviewMarcella Mesker
‘Tennis is één van de zwaarst getroffen sporten’
In een sportloze tijd is er ruimte voor bezinning. Hoe moet het verder met de sport? Deel 8 van een serie waarin sporters, coaches en experts aan het woord komen: oud-tennisster en tenniscommentator Marcella Mesker.
Eén tweet, bestaande uit slechts 26 woorden, liet de tenniswereld eind april trillen op zijn grondvesten. De (vertaalde) tekst: “Ik vraag me gewoon af: ben ik de enige die denkt dat dit het moment is om het heren- en damestennis te verenigen?” Afzender: Roger Federer.
Marcella Mesker (61), voormalig tennisster en tenniscommentator bij de NOS en FOX Sports, dacht meteen: deze boodschap wordt niet zomaar de wereld ingestuurd. “Ik denk dat Federer echt bezig is met zijn nalatenschap voor de tennissport”, zegt ze aan de keukentafel van haar woning in Den Haag. “Hij is niet meer zo met zichzelf bezig. Federer denkt verder dan zichzelf. Hij wil iets achterlaten voor de toekomst van de sport. En daar wordt goed over nagedacht.”
Federer kreeg veel bijval met zijn tweet. Sinds begin jaren zeventig worden de belangen van de mannen (ATP) en vrouwen (WTA) door verschillende organisaties behartigd. Een gecompliceerde constructie, omdat de organisaties juridisch, communicatief en marketingtechnisch nagenoeg hetzelfde in elkaar steken. “De versnippering van de tennissport is natuurlijk erg slecht”, vindt Mesker, “met toernooien op FOX Sports, Ziggo en Eurosport en daarnaast samenvattingen op de NOS. Je weet niet waar je moet kijken. Als je die televisierechten op één hoop gooit, kun je een hardere vuist maken. Bijvoorbeeld naar de Grand Slams, die veel geld verdienen, terwijl er nog best een groot deel naar de tennissers zelf zou mogen gaan.”
Mesker schat de kans van slagen op een fusie tussen de ATP en WTA op ‘zeventig, vijfenzeventig procent’, al verwacht ze dat het stapsgewijs zal gaan. De tijd is er rijp voor, meent ze. “Bij de ATP zat vroeger de oude, grijze, witteboordenmassa, die zich altijd wat verheven voelde boven het vrouwentennis en de WTA”, herinnert ze zich. “Dat is niet meer. Andrea Gaudenzi (voormalig tennisser en voorzitter van de ATP, red.) is een jonge, frisse vent, die al vanaf het begin voor samenwerking is geweest. Bij de WTA heb je onze Micky Lawler (uit Eindhoven, red.), een goede netwerker die iedereen positief weet te krijgen. Beide mensen staan qua ego redelijk onderaan de ladder. Dat is ook niet onbelangrijk.”
Heldenverering
Hoewel het prijzengeld op de Grand Slams voor mannen en vrouwen gelijk is getrokken, staat het vrouwencircuit vaak in de schaduw van de mannen. Dat heeft te maken met (het ontbreken van) iconen, schetst Mesker. “Sinds 2006 hebben, behalve Federer, Nadal, Djokovic en Murray, slechts drie andere spelers een Grand Slam gewonnen; Del Potro, Wawrinka en Cilic. Bij de vrouwen is dat niet bij te houden. Die heldenverering heb je toch nodig in de sport. Serena Williams is een icoon, maar haar tijd is bijna voorbij. Ik heb mijn hoop gevestigd op Coco Gauff. Zij is een geschenk uit de hemel voor het vrouwentennis, maar ze is pas zestien. Hoe gaat zij hiermee om? Dat is de vraag.”
De WTA heeft opmerkelijk genoeg wel meer inkomsten dan de ATP. “Dat komt vooral door China”, weet Mesker. “Neem de WTA Finals in Shenzhen, waar veertien miljoen dollar aan prijzengeld klaarligt voor de vrouwen. In Londen, bij het eindejaarstoernooi voor de mannen, is dat acht miljoen dollar. China heeft ontzettend veel geld in het vrouwentennis gestopt.”
Boosheid om US Open
Zonder publiek gaat op 31 augustus de US Open toch van start. Maar zonder rolstoeltennissers. Dat heeft tot grote verantwaardiging geleid. De Nederlandse rolstoeltennisster Marjolein Buis sprak er ook haar verbazing over uit. “De organisatie heeft wel een steekje laten vallen”, zei Buis. “We weten niet wat de argumenten zijn en daarom is er nu een relletje ontstaan.”
Het is de vraag of alle topspelers naar het grandslamtoernooi in New York gaan. Een aantal van hen, onder wie Simona Halep en Rafael Nadal, twijfelt. Serena Williams heeft wel haar deelname toegezegd. Op 27 september begint Roland Garros in Parijs.
Voor de tennissport is het cruciaal dat er dit najaar nog getennist kan worden in Azië, stelt Mesker. “Eerlijk gezegd had ik het tennis voor dit jaar al opgegeven.” Maar deze week volgde er groen licht voor het vrouwentoernooi van Palermo (vanaf 3 augustus), het mannentoernooi van Washington (vanaf 14 augustus) en de US Open (begin september). De toernooien worden voorlopig zonder publiek gespeeld. “Als je moet kiezen tussen geen tennis of tennis zonder fans, dan zou ik het als nummer dertig of veertig van de wereld wel weten”, zegt Mesker. “Dan maar zonder publiek. In China, waar normaal toch al niet zo veel mensen op de tribune zitten, moet het mogelijk zijn om een toernooi te realiseren – mits er geen tweede coronagolf komt. Maar ja, je hebt best kans dat die grote jongens en meiden zeggen: tennis zonder publiek? No way.”
‘Veel spelers buiten de top-200 zullen een andere baan moeten gaan zoeken’
Mesker, overdenkend vanachter een koffie verkeerd: “Je kunt rustig zeggen dat tennis een van de zwaarst getroffen sporten is in deze crisis.” Het zal grote consequenties hebben, verwacht ze. “Toernooien gaan failliet, organisaties verdwijnen en sponsoren vallen weg”, voorspelt ze. “Voorheen had je buiten de Grand Slams nog eens drie ATP-toernooien en twee à drie WTA-toernooien per week op verschillende continenten. Dat zal veranderen. Misschien hebben we volgend jaar maar één WTA- en één ATP-toernooi in een week. Veel spelers buiten de top-200 zullen een andere baan moeten gaan zoeken.”
Maar is dat erg? Veelgehoorde klacht vanuit het tenniscircuit de afgelopen jaren was de overvolle kalender, waarbij tennissers het hele jaar de wereld over reizen. “Is dat erg?” herhaalt Mesker de vraag. “Aan de ene kant heb je de tennissers die tot hun veertigste, 45ste doorspelen in het dubbelspel, omdat ze daarmee nog veel geld genereren, maar aan de andere kant heb je jonge, talentvolle spelers, die een podium nodig hebben om te beginnen. Voor die laatste groep is het heel erg. Waar moeten zij straks beginnen? Zij zijn wel de toekomst van de sport.”
Mede voor hen is een noodfonds in het leven geroepen, een initiatief van Novak Djokovic. Dat leidde meteen tot discussie: wie is er serieus met zijn sport bezig? Wie heeft de financiële steun broodnodig? Mesker ziet tussen de nummer 200 en 750 van de wereldranglijst te veel tennissers rondlopen die spotten met de wetten van de topsport. “Dat noemen wij de tennistoeristen”, lacht ze. “Het is niet de grootste groep, maar ze zijn er zeker wel. Stel: je hebt een hobby, een sport, reist daarvoor de wereld over en verdient je geld met een sponsorcontract en het spelen van competitie in drie, vier landen. Dat is een fantastisch leven.”
Juist het fundament van de tennissport moet gestut worden. “Ik las dat Jacco Eltingh (technisch directeur van KNLTB, red.) zei: als we ons geld nu in toptennis steken, is dat de verkeerde boodschap. De breedtesport gaat nu voor, want de tennisclubs staan op omvallen. En daar begint het inderdaad.”
Lees ook:
Eerdere delen in deze serie:
In de vorige delen in deze serie interviews kwamen aan het woord chef de mission Esther Vergeer, scheidsrechter Serdar Gözübüyük, voetbaltrainer Jaap Stam, oud-volleyballer Peter Blangé, ex-wielrenner Bram Tankink, oud-voetballer Kenneth Perez en vader en zoon Paul en Seve van Ass over hockey.