Voetbal
Tegen AZ had ADO helemaal niets in te brengen (4-0)
Heel even laat Arne Slot z’n blik rusten op de foto aan de muur. Van wat hij ziet, beginnen z’n ogen te glimmen, maar al snel wendt hij zich weer tot de verslaggever. De trainer van AZ wil het noodlot niet tarten. De vraag of hij zich à la Louis van Gaal al ziet staan met de kampioensschaal boven z’n hoofd, net als op die foto uit 2009, beantwoordt hij liever niet. “Dat we kandidaat zijn voor de titel, daar lopen we niet voor weg. We staan niet voor niets bovenaan, samen met Ajax. Maar mezelf al met de schaal zien, nee, dat gaat een stap te ver.”
Toch kan dit een moment zijn waarop hij het tafereel al makkelijk zou kunnen voorstellen. Nadat zijn elftal een week eerder al Ajax in eigen huis met 2-0 te kijk heeft gezet, volgt zaterdagavond een simpele 4-0 zege op ADO Den Haag. Dat die laagvlieger met armetierig voetbal al een voorschot heeft genomen op de eerste divisie, doet daar weinig aan af. Onderschatting, zeker na zo’n galavoorstelling als in de Johan Cruijff Arena, ligt op de loer en het stukspelen van een degradatiekandidaat kan nog best op enige weerstand stuiten. Maar nadat een van de acht huurlingen gruwelijk in de fout gaat, na dertien minuten veroorzaakt De Bock op schlemielige wijze een strafschop die Koopmeiners feilloos benut, hijst ADO meteen de witte vlag. Uit compassie laat de thuisploeg de score niet verder oplopen dan 4-0 (via goals van Wijndal, Koopmeiners en Druijf) daar waar een recordzege tot de mogelijkheden had behoord als AZ iets meer uitgedaagd was. “ADO bedankt,” zingen de fans in de slotfase refererend aan het gastheerschap van de Haagse club toen AZ zonder stadion zat, maar enigszins cynisch klinkt het wel. “We zijn echt geen moment in de problemen gekomen,” concludeert ook Oussama Idrissi na afloop. “ADO had helemaal niets in te brengen.”
Het zou wat zijn, de schaal weer naar Alkmaar
De linksbuiten kijkt met gretigheid vooruit naar het resterende deel van het programma, die thuisduels met Feyenoord en PSV in petto heeft. “De zege op Ajax heeft ons getriggerd, heeft precies op het juiste moment weer iets in gang gezet. We schreeuwen niet van de daken dat we wel even kampioen zullen gaan worden, maar we zijn wel kandidaat. Dat hebben we tegen Ajax en nu tegen ADO duidelijk bewezen.”
Het zou wat zijn, de schaal weer naar Alkmaar, net als in 2009. “Toen zat ik net in de jeugd van NAC,” vertelt Idrissi. “Was een jaartje of dertien. Maar had nog helemaal niet het besef dat ik ooit profvoetballer zou worden. Weet je dat ik nog nooit kampioen ben geweest in m’n leven? Nee, ook niet bij DOSKO en FC Bergen, mijn amateurclubs uit Bergen op Zoom. Het zou toch wat zijn als het op het hoogste niveau wel zou lukken...”
Hoewel destijds pas tien jaar koestert ploeggenoot Calvin Stengs nog wel herinneringen aan het voorjaar van 2009 toen het AZ van spelers als Stijn Schaars, Sergio Romero en Mounir El Hamdaoui de titel greep. “Ik zat toen nog bij HFC Haarlem, maar werd rond die tijd aangenomen in de jeugdopleiding van AZ. Ik herinner me vooral de wedstrijden tegen Arsenal in de Champions League het seizoen erop. Nu kampioen worden met AZ zou een droom zijn.”