OnderzoekAmateurclubs
Sportverenigingen dreigen massaal om te vallen
Door een stapeling van problemen vrezen talloze bestuurders van amateurverenigingen voor het voortbestaan van hun sportclub.
Bestuurders van Nederlandse sportverenigingen vrezen voor de toekomst van hun club. Dat blijkt uit onderzoek dat vandaag openbaar wordt gemaakt, waarin bijna een kwart van de bevraagden denkt dat zijn of haar club niet zal overleven. Volgens het Register voor Verenigingsbestuurders (RVVB) zal binnen vijf jaar zelfs de helft van alle 22.600 amateurverenigingen in ernstige problemen verkeren.
Wat is er aan de hand? Op grote schaal raken clubkassen leeg, is er een nijpend tekort aan vrijwilligers en belemmert groeiende bureaucratie het bestuur. Voor een verdiepend onderzoek naar de toekomstbestendigheid van sportverenigingen heeft het RVVB met ongeveer 250 bestuurders gesproken.
Om de uitkomsten zo representatief mogelijk te laten zijn, is er in alle provincies een praatsessie gehouden waarbij steeds verschillende sporten waren vertegenwoordigd. Daarbovenop is er onder alle clubs een digitale enquête verspreid, die door ruim 850 besturen is ingevuld.
Structurele overbelasting
Van deze 1100 bestuurders ervaart meer dan de helft structurele overbelasting in hun werk voor de club. Zij zijn vooral druk met dagelijkse zorgen en het dichten van acute gaten in de begroting, vaak ten koste van de financiële reserves. Aan noodzakelijke investeringen voor de lange termijn komt men niet toe. Zo zegt 30 procent, ondanks de stijgende energiekosten, pas over vijf jaar de accommodatie te zullen verduurzamen, 22 procent is dat nooit van plan. En nadenken over innovatie van het sportaanbod? Geen tijd, terwijl dat belangrijk is om de terugloop in ledenaantallen onder met name jongeren te stoppen.
Meer dan de helft van alle ondervraagde bestuurders denkt stijgende kosten nog maximaal twee jaar op te kunnen vangen. Door de lockdowns tijdens de coronapandemie waren de reserves al geslonken. Volgens onderzoeker Daniël Klijn, al vijftien jaar adviseur van verenigingen, beseffen deze bestuurders niet of onvoldoende dat de vereniging technisch failliet is.
Een wake-upcall
Het RVVB hoopt dat de uitkomsten een wake-upcall zijn voor lokale overheden en het Rijk. Er is betere ondersteuning nodig om de verenigingsstructuur, zo typisch voor het Nederlandse sportlandschap, te behouden en de vrijwilligers het plezier in hun werk terug te geven. Van de ondervraagden geeft 69 procent aan problemen te ondervinden bij het werven van nieuwe bestuurders.
De afgelopen jaren heeft de overheid steeds meer taken en verantwoordelijkheden bij de verenigingen neergelegd, zoals een veilig sportklimaat en maatschappelijke inzet. Als belangrijkste oorzaak voor de overbelasting wordt de complexiteit van subsidieaanvragen en wetgeving genoemd, met de bijbehorende hoeveelheid papierwerk. Voor vrijwilligersorganisaties als sportverenigingen zou een uitzondering gemaakt moeten worden, vindt het RVVB.
Ingewikkelde regels of een plezierig sportklimaat?
Komende woensdag is er in de Tweede Kamer een sportdebat. PvdA-Kamerlid Mohammed Mohandis, die de sportverenigingen het cement van de samenleving noemt, wil de bevindingen dan met de minister bespreken.
Klijn vindt dat Nederland zich moet afvragen waar de kostbare uren van de vrijwilligers aan besteed moeten worden. “Willen we dat bestuurders zich bezighouden met allerlei ingewikkelde subsidieaanvragen en regels, of hebben we liever een vereniging waar er tijd is om werk te maken van een veilig en plezierig sportklimaat?”
Lees ook:
Voor vrijwilliger Raymond Gelissen is het sportbestuur een extra baan
Uit onderzoek van het Register voor Verenigingsbestuurders blijkt dat de helft van alle bestuurders van sportverenigingen structureel overbelast is. Tegen welke problemen lopen zij in de praktijk aan?