InterviewWinnaar
Sportjournalistiek talent Matthijs van Dam genoot niet van het WK
Matthijs van Dam (26) is voor zijn onderzoeksreeks De Slaven van Qatar verkozen tot Sportjournalistiek talent van het jaar. ‘Ik heb niet van het WK genoten.’
Sportjournalist Matthijs van Dam (26) reisde voor Trouw afgelopen voorjaar af naar Bangladesh om een gezicht te geven aan de uitgebuite arbeiders die de stadions bouwden voor het WK-voetbal in Qatar. Voor zijn reeks artikelen, De Slaven van Qatar , is hij verkozen tot Sportjournalistiek talent van het jaar van de Nederlandse Sport Pers (NSP). De jury prees zijn verdiepende productie en de maandenlange research die hij in de serie verhalen stak. “Ik ben vooral trots dat ik deze kans heb gekregen", zegt Van Dam.
Hoe kwam je op het idee voor De Slaven van Qatar?
“Het was niet eens de bedoeling om tijdens de redactievergadering over het WK in Qatar te praten. Het ging over iets anders, maar ik realiseerde me dat het WK voor de deur stond en we daar nog niks voor gepland hadden. De verhalen over de gastarbeiders in Qatar deden al jaren de ronde. Maar wie die mensen écht waren, dat wist eigenlijk niemand. Zijdelings benoemden sportjournalisten hun situatie, maar wij wilden die mensen een gezicht geven. Zij zijn tenslotte het gezicht van het WK. ‘Ga maar doen’, zei Trouw toen tegen me.”
Hoe ben je dat gaan doen?
“Eerst heb ik Amnesty International benaderd, omdat zij in hun werk al meermaals met de migranten hadden gesproken. Amnesty drukte mij op het hart dat wat ik wilde me niet zou lukken, omdat mensen vaak geheimhoudingsplicht hebben en de media zwaar wantrouwen. Een journalist in Bangladesh, Muhammad Owasim Uddin Bhuyan, reageerde vlug op de mail die ik hem schreef. Hij zei dat hij me wel kon helpen. Toen ben ik met fotograaf Patrick Post naar Bangladesh gereisd voor een paar dagen. Met hulp van de lokale journalist en een chauffeur konden we beginnen.”
In je serie vertel je de persoonlijke verhalen van een aantal ‘gastarbeiders’. Hoe gingen die gesprekken?
“Je krijgt maar één keer de kans om iemand te spreken. En ik had wel honderden vragen voor die mensen. Wat hebben ze meegemaakt? En hoe ging het nu met ze? Voorkennis had ik genoeg, want ik had onderzoek gedaan naar de banden tussen het Nederlandse bedrijfsleven en de bouw van de stadions in Qatar. De lokale journalist, die ook als een soort woordvoerder optrad voor alle slachtoffers, bracht mij in contact met een paar mensen. Die gesprekken met hen duurden uren. Tijdens de interviews kwam nog niet echt binnen wat voor zware dingen deze mensen hebben meegemaakt. Dat kwam pas tijdens het schrijven.”
Hoe was dat voor jou, om met die verhalen in het achterhoofd het WK in te gaan?
“Ik heb niet van het WK genoten. Ik zag de stadions langskomen op televisie en werd echt kwaad. Ik had de mensen gezien en ontmoet die daar verschrikkelijke dingen hebben meegemaakt. Daarom raakte het me ook zo dat veel Nederlandse sportjournalisten meegingen in het referentiekader van de Arabieren die zeiden dat het allemaal wel meeviel. Dat de gastarbeiders het in principe beter hadden toen ze in Qatar werkten. Dat is ook wel zo, maar dat betekent niet dat ze als slaaf gebruikt mochten worden.”
“Sport is niet alleen maar vermaak meer. Het is nu een industrie waarin het ook gaat om politiek, geopolitiek en dus ook mensenrechtenschendingen. Dat hoort er nu bij als je sportjournalist bent.”
Lees ook:
De Slaven van Qatar
De stadions voor het WK in Qatar werden gebouwd door duizenden gastarbeiders, die hun werk moesten doen onder erbarmelijke omstandigheden. Trouw sprak met hen en hun nabestaanden, die verhalen leest u hier.
Nederlandse bedrijven verdienden miljoenen aan bouwprojecten rond omstreden WK in Qatar
Het Nederlandse bedrijfsleven boerde goed bij bouwprojecten voor het omstreden WK voetbal in Qatar, eind dit jaar.