InterviewHart- en vaatstelsel
Sporten is gezond, maar kun je ook te veel sporten? ‘Juist bij de meest actieve sporters is er meer schade’
De fanatieke amateursporter stelt de wetenschap voor raadselen. ‘Je zou verwachten dat sporters een gezonder hart- en vaatstelsel hebben, maar we vonden het omgekeerde.’ Deze week gaat nieuw onderzoek van start.
Natuurlijk, sporten is gezond. Het vermindert de kans op hart- en vaatziekten, diabetes en verschillende vormen van kanker. “Er wordt wel gezegd dat bewegen een medicijn is”, weet Thijs Eijsvogels, inspanningsfysioloog van het Radboudumc. “Maar hoeveel medicijn moet je dan eigenlijk voorschrijven en kun je iemand ook overdoseren?”
Eijsvogels verricht internationaal toonaangevend onderzoek om het antwoord te vinden op die vraag. Hij is gespecialiseerd in de acute en langetermijneffecten van duursporten op het hart. Daarbij richt hij zich vooral op de breedtesporter, omdat juist onder de amateurs “een leven lang sporten mogelijk z’n tol eist in de vorm van kransslagaderverkalking, ritmestoornissen en littekenweefsel in het hart”.
Wie kent ze niet? De beelden van marathonlopers die na vijf uur strompelend over de finish komen. Van te dikke veertigers die op een nieuwe racefiets een colletje proberen te bedwingen. Van het individuele gevecht tegen de uitputting, waar altijd een zweem van heroïek omheen hangt.
Een marathon op de bucketlist
Steeds meer mensen nemen deel aan georganiseerde sportevenementen. “Vijftien jaar geleden was het een beperkte groep die een marathon liep”, merkt Eijsvogels. “Tegenwoordig staat het op de bucketlist van velen.” Dat maakt het onderwerp zo urgent. Ook omdat de uitdagingen steeds extremer worden. De bewegingswetenschapper benoemt de opmars van de Ironman, de klassieke triatlon: 3,8 kilometer zwemmen, 180 kilometer fietsen en 42 kilometer lopen.
“Je zou verwachten dat sporters een gezonder hart- en vaatstelsel hebben, maar we vonden het omgekeerde. Juist bij de meest actieve sporters is er meer schade. Dan denk je: dat kan toch niet?”
Deze week start een nieuwe fase van een grootschalig onderzoek, onder leiding van Eijsvogels. Bij vijftienhonderd Nederlanders wordt er voor en na het sporten bloed afgenomen. Te beginnen met vijfhonderd wielrenners die donderdag meedoen aan de Klim Classic. Later dit jaar volgen deelnemers aan de Vierdaagse en de Ronde van Nijmegen.
Een ogenschijnlijk fitte sporter die ter aarde stort
De verhalen over een ogenschijnlijk fitte sporter die vlak voor of na de eindstreep ter aarde stort, zijn wijdverspreid. Iedereen heeft er weleens van gehoord. De kans op zo’n plotse dood is echter bijzonder klein: 1 op de 200.000 deelnemers aan een loopevenement overkomt het, legt Eijsvogels uit. Maar hoe zit het met de nadelige gevolgen voor de lange termijn? Welke impact heeft zo’n intensieve inspanning precies op het lichaam? Ook gemeten over de tijd?
Meteen na een marathon is de pompkracht van het hart doorgaans verminderd. Dat herstelt weer binnen 24 tot 48 uur. “Dat lijkt dus een vermoeidheidsverschijnsel, zonder permanente verandering.”
Na langdurig bewegen is er ook een toename te zien van een bepaalde signaalstof in het bloed: troponine is een eiwit dat op de Eerste Hulp van een ziekenhuis als graadmeter wordt gezien voor een hartinfarct. “Bij 10 procent van de wandelaars die deelnemen aan de Vierdaagse is dat ongewoon verhoogd. Na een marathon heeft zelfs 50 tot 60 procent van de mensen een abnormale hoeveelheid in het bloed.”
Al dertig jaar is er discussie over hoe kwalijk dat is. Deze waarden normaliseren namelijk ook weer, binnen drie dagen. “Maar troponine is wel echt een signaal voor schade aan het hart.” Eijsvogels heeft daarom tussen 2008 en 2016 bij 725 deelnemers aan de Nijmeegse Vierdaagse jaarlijks bloed afgenomen en ze gevolgd in de tijd. Wie krijgt een hartinfarct? Wie sterft?
In 2019 volgde de publicatie: wandelaars met een verhoogde signaalstof hebben een slechtere prognose. “Dat was een schokkende bevinding. De toename van troponine is dus niet weg te wuiven als fysiologisch normaal.”
Hartaandoening of schade?
Grote vraag is nu of die verhoging een onderliggende hartaandoening signaleert of dat die sluipende schade aangeeft. Daar moet het vervolgonderzoek, waarvoor deze week bij de Klim Classic data wordt verzameld, duidelijkheid over geven.
Eijsvogels verdiept zich al sinds 2013 in de materie, eerst in de VS en de laatste jaren weer in Nederland. Een populair onderwerp is het niet. ‘Joh, sporten is gezond’, krijgt hij vaak te horen. “Ik probeer gewoon te begrijpen wat nou precies de invloed van sport op het hart is.” Want zo makkelijk zijn niet alle bevindingen te duiden.
Bij de sporters vonden Eijsvogels en zijn collega’s ook vaker verkalking van de kransslagader. “Dat is een paradoxale bevinding. Sporters hebben toch gezondere vaten dan niet-sporters?” Maar buitenlandse studies, in Londen en België, bevestigen het. Aderverkalking ontstaat normaal gesproken door een ophoping van cholesterol, met het risico op vernauwingen. CT-scans wijzen uit dat de meest actieve sporters de meest verkalkte vaten hebben, die daardoor overigens wel minder snel scheuren.
Het blijkt dat voor het ontstaan van die verkalking de intensiteit, dus de hoogte van de hartslag tijdens de inspanning, meer dan de duur de dominante factor is. “Maar er liggen nog veel vragen open. Waarom gebeurt dit? En is het ook klinisch relevant dat deze sporters meer verkalking hebben?”
Laat die onduidelijkheid overigens geen reden zijn om te stoppen met sporten, waarschuwt Eijsvogels, zelf een liefhebber van wielrennen. “Of fanatieke duursporters hun hart schaden, is nog steeds de vraag. Maar vaststaat dat de meeste Nederlanders voor hun gezondheid juist meer zouden moeten bewegen.”
Lees ook:
Sporten is het effectiefste medicijn tegen de gezondheidskloof in Nederland
Wandelen is goed, sporten is beter – ook voor besparing op de zorgkosten, blijkt uit nieuw onderzoek.