InterviewSerdar Gözübüyük
Serdar Gözübüyük: Racisme in de sport moet worden aangepakt
In een sportloze tijd is er ruimte voor bezinning. Hoe moet het verder met de sport? Deel 6 van een serie waarin sporters, coaches en experts aan het woord komen: voetbalscheidsrechter Serdar Gözübüyük.
Soms overvalt het hem. Dan voelt Serdar Gözübüyük, sinds 2010 scheidsrechter in de eredivisie, ineens het gemis van het fluiten. De spanning, de adrenaline en – als alles goed verloopt – de euforie na afloop van een wedstrijd. “Ik mis zelfs de discussies over mijn beslissingen”, lacht Gözübüyük (34), terwijl hij thuis op zijn hometrainer zit.
Zijn agenda houdt hem deze periode in balans. Sinds maart is Gözübüyük ambassadeur voor de Voedselbank, waarvoor de geboren Haarlemmer zich nu regelmatig inzet. “Honderdvijftigduizend mensen maken er gebruik van, waarvan 37 procent nog kind is”, zegt hij. “Ik vind het mooi dat dit er is, maar tegelijkertijd ook onbegrijpelijk dat het zo ver heeft moeten komen in Nederland. Ik heb zelf ook rondgelopen bij de distributiecentra in Amsterdam. Als ik dan kinderen in de rij bij de voedselbankwinkels zie staan, dan doet dat wel iets met mij.”
Jongeren gaan hem sowieso aan het hart. Gözübüyük geeft eens per week motivatietraining aan een groep multiculturele jongeren. “Ik houd ze voor dat je echt wel iets kunt bereiken in Nederland”, benadrukt hij. “Als je maar hard werkt en geen domme dingen doet.”
'Liever een Nederlander dan een Turk’
Gözübüyük, opgegroeid in de Haarlemse Parkwijk, een volksbuurt met veel allochtonen, stond zelf ook ooit op dat kruispunt. “Aan de ene kant van het pleintje speelden Pieter, Johan en Pepijn, die onbezorgd de toekomst tegemoet gingen”, illustreert hij. “En aan de andere kant zaten Mohammed, Hassan en Fatima, die iets uitstraalden als: we redden het toch niet in het leven. Ik dacht weleens: welke groep zou nu gelijk hebben?”
Gözübüyük liep eveneens tegen vooroordelen op. Als talentvol scheidsrechter promoveerde hij eind 2007 naar de ‘masterclass’ van de KNVB, waarin arbiters worden klaargestoomd voor het betaalde voetbal. “De waarnemer die mij moest beoordelen, zei doodleuk: ‘Liever een Nederlander dan een Turk.’ Terwijl ik gewoon een Nederlander ben. Nu boeit zoiets me niet meer, omdat ik toch in mijn eigen stijl een wedstrijd fluit, maar toen was ik afhankelijk van dat soort mensen. Gelukkig heeft de KNVB die waarnemer later ook weggestuurd.”
Gözübüyük is sinds z’n twintigste succesvol ondernemer – hij verkocht onlangs zijn bedrijf voor het regelen van visa. Hij koestert zijn onafhankelijkheid en voelt zich daarin gesterkt bij de KNVB. “Ik kan niet tegen onrecht”, zegt hij, ineens fel. “Als er geen gelijkheid is, of er is sprake van racisme, dan ben ik degene die voor zijn rechten opkomt. Als je niks zegt, verandert er ook niets. Gelukkig zie je dat mensen tegenwoordig meer voor zichzelf opkomen, zoals je nu ook ziet in Amerika. We moeten onze ogen niet sluiten voor zaken als racisme.”
‘Bij racisme kap ik er meteen mee’
Zelf is Gözübüyük helder: zero tolerance. “Als racisme bij mij of bij mijn wedstrijd gebeurt, dan kap ik er meteen mee”, benadrukt hij. “Er zijn grenzen. Ik ga niet naar een speler toe om te vragen of hij er last van heeft, dat is onzin. Dan leg ik de verantwoordelijkheid neer bij de speler, terwijl er in dergelijke gevallen duidelijke richtlijnen zijn.” Meer diversiteit in de top van de KNVB zou helpen, meent Gözübüyük. “Als ik er helemaal alleen voor sta, kan ik bepaalde zaken toch niet winnen, laat staan veranderen.”
De kunst is om een grens te trekken en een eenheid te vormen. Wat dat betreft haalt deze crisistijd niet het beste in het betaalde voetbal naar boven, vindt Gözübüyük, die begin dit seizoen debuteerde in de Champions League (Manchester City-Dinamo Zagreb, 2-0). “Iedereen dacht aan zijn eigen toko. Daar heb ik me enorm aan gestoord en over verbaasd. Er was totaal geen sprake van solidariteit. Ik vond dat jammer, want juist in deze periode moet je als eenheid naar buiten treden.”
Na ruim een half uur is Gözübüyük klaar op zijn hometrainer. Wat voor voetballers geldt, geldt ook voor hem: als er straks weer mag worden gevoetbald, dan zal hij er klaar voor zijn. Wat moet er straks ten goede veranderd zijn? “Ik hoop vooral op meer gelijkheid in de sport”, besluit hij. “Dan heb ik het over onderwerpen als normen en waarden, racisme en discriminatie. Ik hoop dat die zaken nu eens echt worden aangepakt.”
‘Arbiters horen op de loonlijst van de KNVB’
Ook Serdar Gözübüyük heeft last van de coronacrisis. Een scheidsrechter in de eredivisie ontvangt een basisvergoeding van 400 euro per maand en krijgt daarnaast per wedstrijd betaald.
Daarbij zijn er drie categorieën: de toppers ontvangen 3260 euro per wedstrijd, scheidsrechters van gemiddeld niveau incasseren 2600 euro per wedstrijd en de arbiters die onderin de eredivisie fluiten, krijgen ongeveer 2000 euro per duel. “De KNVB heeft gelukkig een beroep gedaan op de NOW-regeling”, stelt Gözübüyük. Daarmee wordt tot maximaal
90 procent van de loonkosten vergoed. “In Duitsland, Spanje, Italië en Engeland staan scheidsrechters echter gewoon op de loonlijst van de bond. Wat mij betreft, gaan wij daar ook naartoe bij de cao-onderhandelingen.”
De huidige cao voor scheidsrechters loopt af op 1 juli 2021. Veel arbiters hebben naast het fluiten nog een (deeltijd-)baan om rond te komen. Anderen richten zich volledig op het scheidsrechtersvak. Gözübüyük: “In de eredivisie zijn alleen Björn Kuipers, Bas Nijhuis en ik financieel onafhankelijk. Reken maar dat er nu jongens in de stress zitten over hoe lang dit gaat duren. Voor hen is dit geen ideale situatie.”
Lees ook:
Eerdere delen in deze serie interviews.
In de vorige delen in deze serie interviews kwamen aan het woord voetbaltrainer Jaap Stam, oud-volleyballer Peter Blangé, ex-wielrenner Bram Tankink, oud-voetballer Kenneth Perez en vader en zoon Paul en Seve van Ass over hockey.