null Beeld

ColumnPepijn Keppel

Schulting manifesteert zich met gouden nagellak

Pepijn Keppel

Ik word altijd een beetje duizelig als ik naar Suzanne Schultings shorttrackrondes kijk. Handen op de rug, knieën gebogen, rug bijna vlak, in de bocht vier of vijf passen pootje over, vingertoppen aan het ijs. Elke ronde een beetje sneller, als een windhoos die steeds verder in kracht toeneemt. Zij bepaalt dit weekend het tempo op de Europese kampioenschappen, is de cadans in Gdansk, wentelt almaar linksom, tot de bel weergalmt onder het gewapende beton van het brutalistische stadion in de Poolse havenstad.

De eerste keer dat ik Suzanne Schulting ontmoette was drie jaar geleden in een café in Thialf. Het was net na nieuwjaarsdag, een paar dagen voor de Nederlandse kampioenschappen. De persvoorlichter wilde niet dat we elkaar nog zouden spreken, zo dicht op de wedstrijden, maar Schulting had geen bezwaar toen ik het haar voorlegde via WhatsApp. Ze was net klaar met trainen, wat zweetparels op haar voorhoofd.

Ik herinner me dat ze vertelde over een ogenschijnlijk onbelangrijke wereldbekerwedstrijd in Shanghai, een maand eerder. Vlak voor de start werd ze plots overvallen door een gelukzalig gevoel dat ze haast herbeleefde toen ze erover sprak. Ze greep het gouden kettinkje met olympische ringen beet en kneep kort maar stevig, zo hard dat haar knokkels van kleur verschoten. Op dat moment zag ze zichzelf even terug als kind, toen ze nog droomde van alle medailles die ze inmiddels had gewonnen. Wat was daarvoor nodig geweest, vroeg ik. Een bitch zijn, antwoordde Schulting.

Ze bedoelde natuurlijk niet het scheldwoord, of dat ze zich op het ijs doorgaans gedraagt als een kreng – denk ik, althans. Schulting probeert trouw te blijven aan zichzelf, is vastberaden, zoals ze voorafgaand aan dit EK zei dat ze vijf gouden plakken wilde winnen. Ze won ‘slechts’ vier keer. We zijn inmiddels gewend aan haar ongeëvenaarde machtsvertoon, hoe ze als een waas van beweging over het ijs manoeuvreert. Maar op haar favoriete afstand sloop de Belgische Hanne Desmet in de laatste bocht binnendoor. Schulting woont in haar 1000 meter, zei ze drie jaar geleden in Thialf, en dat herhaalde ze recent in een podcast. Goud verliezen in eigen huis moet ongetwijfeld voelen als ontvreemding van erfstukken die ze al veilig had weggestopt in een ladekast.

Na haar eerste overwinning verscheen ze zaterdagmiddag voor de camera met gouden nagels en ringen om vijf van haar vingers. Ze leek zichzelf er continu aan te willen herinneren dat ze alleen voor die kleur naar Polen was afgereisd. Ik ken weinig sporters die hun verwachtingen zo expliciet uiten, die er alles aan doen om zichzelf naar een eerste plek te manifesteren. Alsof de winst zich door een combinatie van wensdenken en hard trainen vanzelf zou laten vatten. Als goud de enige kleur is die je spaart, dan is zilver hoogstens een pijnlijk aandenken voor Schulting, dat ze naast een zelfbenoemde bitch vooral mens is.

Oud-hockeyer Pepijn Keppel schrijft wekelijks een column voor Trouw. Lees hier zijn columns terug.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden