null Beeld
Beeld

ColumnPepijn Keppel

Schansspringen is een volmaakt antidotum tegen de realiteitszin

Pepijn Keppel

Boven een uitgestrekte groene vallei hangt een gedaante in nauwsluitend schuimrubber in de lucht, als een biddende roofvogel vlak voordat hij zich op zijn prooi stort. Een moment eerder zat hij nog op een houten latje, hoog boven de menigte, te wachten op het groene licht, waarna hij zich met grote snelheid naar beneden liet glijden om voor even los te zijn van Aarde, en een paar tellen later te landen op een wit laken van kunstsneeuw.

We keken thuis nooit naar schansspringen op nieuwjaarsdag, maar het is niet moeilijk om de charme ervan in te zien. Taaie oliebollen op een bijzettafel, het laatste beetje champagne in een plakkerig glas. De wereld lijkt op die eerste dag nog zo onbevlekt, alsof we helemaal opnieuw kunnen beginnen aan alles waarin we al verzeild waren geraakt, maar de realiteit kust ons wakker zodra we van onze kater af zijn.

Met enig verbeeldingsvermogen is schansspringen een metafoor voor het nieuwe jaar. Op oudjaarsavond klimmen we allemaal de hoogte in, knikkende knieën, een beetje weeïg in de maag, en turen we naar de oneindige diepte onder ons. Het oude verruilen voor het nieuwe, onderweg laten we alles uit het afgelopen jaar achter. Wondervoetballer Pelé, die ik alleen op korrelig archiefbeeld zag scoren. De omgekomen arbeidsmigranten van Qatar, hun namen zullen we nooit allemaal kennen. Wielrenner Davide Rebellin, niemand was verliefder op zijn fiets.

Mijn tweede oliebol smaakt minder lekker dan de eerste. Inmiddels riskeerden vijftig mannen de sprong tussen schans en Aarde en vraag ik me af waarom miljoenen mensen op dit specifieke moment in de wereldgeschiedenis hetzelfde doen als ik. Elke vlucht is net even anders en lijkt toch enigszins op de voorgaande, zoals ieder jaar ook min of meer dezelfde cadans kent, het schansspringen terugkeert op nieuwjaarsdag.

Lauwe glühwein

Hoe lang zijn tradities nog houdbaar in een veranderende wereld? Het marathonijs van de Jaap Edenbaan was zacht, het publiek in Garmisch-Partenkirchen staat met open jas in het gras. Het moet toch onwennig zijn om glühwein te drinken die met de huidige temperatuur lauw aanvoelt, maar het liefst houdt niemand zich daar in de eerste uren van het maagdelijke jaar mee bezig. Bij voorkeur klampen we ons nog even vast aan de vertrouwelijkheid die de wederkerigheid verschaft.

Voor de finale heeft de vliegende snor – Robert Johansson – zijn rossige krullen nog even bijgepunt. Na hem duikt Michael Hayböck – de haai – het dal in. Een sprong duurt luttele seconden, maar voor een schansspringer zal dat moment zich in vertraging voltrekken. Alleen in de herhaling kunnen we hun belevingswereld enigszins benaderen. Degene die de tijd het best weet te verbuigen is Halvor Egner Granerud. Tot 2020 had hij geen enkele overwinning behaald, tijdens de pandemie werkte hij op een kleuterschool, het seizoen erna won hij de wereldbeker, nu wint hij in Garmisch.

Zijn naam zal door het merendeel van de bankhangenden een dag later vergeten zijn, en dat is ongetwijfeld de betovering van deze sport. Wat een oude oliebol doet met de resterende alcohol in het bloed, doet schansspringen voor de ziel. Het volmaakte antidotum tegen de realiteitszin van het nieuwe jaar. Zonde dat ik het nu pas ontdek.

Oud-hockeyer Pepijn Keppel schrijft wekelijks een column voor Trouw. Lees hier zijn columns terug.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden