WielrennenTour de France
Pogacar deelt dreun uit in eerste bergrit Tour, Van der Poel kijkt maandag of hij doorrijdt
Tadej Pogacar legde zaterdag de Tour de France al in een bijna definitieve plooi. “Maar ik heb de Tour niet vermoord, sorry.”
Als op 34 kilometer van de finish van de achtste etappe, halverwege de Col de Romme, Tadej Pogacar uit het wiel van zijn ploeggenoot Davide Formolo demarreert, valt de Tour de France in een plooi die wel heel definitief aanvoelt. De Sloveen rijdt weg uit een groep met al zijn concurrenten, en ziet niemand volgen. Hij is simpelweg drie klassen beter dan alle anderen. Al in de eerste Alpenetappe lijkt de Tour beslist, hoewel hij dat zelf niet zo ziet. “Nu heb ik een gat geslagen, morgen kan het iemand anders zijn. Maar ik heb de Tour niet vermoord, sorry.”
Toch wist Pogacar zaterdagmiddag zelf ook heel goed hoe groots en belangrijk zijn prestatie was. Terwijl iedereen met holle ogen van de kou over de finish kwam na honderdvijftig kilometer door de regen van Oyonnax naar Le Grand Bornand, kon hij nog gekke bekken trekken. Aan de finish klopte hij zichzelf op de borst. Alsof hij zich er nog maar eens aan wilde herinneren wat voor staaltje wielrennen het was geweest. Pogacar heeft nu een voorsprong van ruim 4.30 minuut op zijn belangrijkste concurrent Lutsenko - al zit niet-klimmer Wout Van Aert daar op 1.48 minuut nog tussen.
Pogacar is na acht hectische dagen onbetwist de man van deze Tour de France. Nog altijd maar 22, maar net als in de tijdrit van woensdag veel te sterk voor de concurrentie. Ook voor Mathieu van der Poel, die halverwege de rit al voelde dat hij zijn leiderstrui zou verliezen en tegen de jonge Sloveen had gezegd dat hij hoopte dat hij hem zou dragen.
En Van der Poels hoop werd waarheid. Pogacars demarrage, vier kilometer voor de top van de Col de Romme, was zo hard dat de hele favorietengroep, waar Van der Poel toen net uit was gelost, in een klap in het defensief werd gereden. Alleen Richard Carapaz van Ineos kon nog aanhaken, zij het tijdelijk. Want een kilometer verder reed Pogacar met een volgende versnelling ook Carapaz op afstand.
Het was een bewuste actie, aldus Pogacar. “Het was een beetje revanche voor gisteren, toen iedereen tegen ons reed. Ik zag hoe ze vandaag er niet goed uit zagen. Toen zei ik: laten we ze onder druk zetten en op de voorlaatste klim het peloton proberen te breken.”
Pogacar had het goed gezien. Na zijn demarrage ging het snel met de verschillen. De televisiehelikopter probeerde het verschil nog te vatten, door de afstand tussen Carapaz en Pogacar in beeld te nemen. Het enige beeld was lege weg. Op dat moment was de achterstand van Carapaz ‘pas’ een minuut, maar het voelde eindeloos. Uiteindelijk reed Pogacar drie minuten en twintig seconden weg van alle favorieten. Zelden was het verschil de laatste jaren zo groot.
Elk plan was kansloos
Carapaz kon niet volgen, en ook Alaphilippe niet. Uran niet. Kelderman niet. Primoz Roglic, die vrijdag al tijd verloor, reed al op minuten achterstand, samen met Geraint Thomas, die ook een flinke tik kreeg. Als er al tactische plannen waren bij de andere teams, dan waren die in een klap achterhaald. Met een renner die zoveel beter is dan wie dan ook, dan is elk plan bij voorbaat kansloos.
Één renner kreeg Pogacar alleen niet meer te pakken. Dat was ritwinnaar Dylan Teuns. Uiteindelijk konden ook Ion Izagirre en Michael Woods vanuit de kopgroep nog bij Pogacar blijven, maar die zijn geen gevaar voor zijn klassement. Wout Poels behaalde nog een persoonlijk succes. Hij pakte de bolletjestrui.
Pogacar zag er in alles beter en sneller uit. In snelheid natuurlijk, maar ook in cadans, zelfs toen hij op het buitenblad Col de la Colombière opreed, een versnelling die de meesten onder ons alleen op het vlakke gebruiken. Als een TGV reed hij in zijn aanval langs zestien renners die in de vroege vlucht zaten. Voorbij Tiesj Benoot bijvoorbeeld, die niet probeerde aan te haken maar moest toezien hoe er iemand veel beter was. “Maar dit is reclame voor het wielrennen”, zei hij, met het kippenvel van de kou op zijn benen, na afloop.
Ondertussen was Pogacar alweer warm aangekleed. Hij verruilde zijn vuil geworden witte shirt voor een stralende gele trui. Een trui die hij mogelijk nog heel lang aan heeft. En hoewel de aanval volgens hem de beste verdediging is, gaat hij de komende tijd wat defensiever rijden. Zijn voorsprong is er groot genoeg voor.
Mathieu van der Poel verliest zijn gele trui, kijkt maandag of hij nog door gaat
Mathieu van der Poel kon nog lang aanhaken in de bergetappe op weg naar Le Grand Bornand. Maar op de voorlaatste klim besloot hij toch dat het genoeg was geweest. Op bijna 6 kilometer voor de top van de Col de Romme, terwijl Davide Formolo op kop reed voor Tadej Pogacar, zakte hij aan de linkerkant van de weg weg. Het was geen schande, want vrijwel elke favoriet moest lossen in die bewuste kilometers, waar het tempo omhoog ging, net als de stijgingspercentages.
Van der Poel deed daarna ook geen moeite aan te haken. Binnen een kilometer was het verschil met de andere klassementsrenners ruim een minuut. Hij reed verder op een klein verzet, met de bril op het hoofd. Bijna werd hij nog geschept door een paraplu, die door een fan niet helemaal goed vast werd gehouden. Hij had zich niet verder opgeblazen, zei hij na afloop van de etappe, vlak nadat hij als . “Ik zat niet op de limiet, was bergop ook wel in orde. Het was een straffe etappe.”
De vraag is nu vooral wanneer Van der Poel zich gaat voorbereiden op de mountainbikewedstrijd in Tokio, bij de Olympische Spelen. Op de rustdag wordt daar een beslissing over genomen. “De ploeg wil vast graag dat ik naar huis ga”, aldus Van der Poel. “Maar ik wil eigenlijk wel door naar Parijs. Ik heb langer dan verwacht in de gele trui gereden. En eigenlijk vind ik de Tour wel leuk.”