InterviewBezinning in de sport

Oud-volleyballer Peter Blangé: ‘In schaarste worden vaak de beste plannen geboren’

Peter Blangé, oud-volleyballer en nu directeur Topsport Rotterdam.   Beeld ANP
Peter Blangé, oud-volleyballer en nu directeur Topsport Rotterdam.Beeld ANP

In een sportloze tijd is er ruimte voor bezinning. Hoe moet het verder met de sport? Deel 4 van een serie waarin sporters, coaches en experts aan het woord komen: oud-volleyballer Peter Blangé.

Jan-Cees Butter

Oud-volleyballer Peter Blangé, sinds september vorig jaar directeur van Rotterdam Topsport, maakt een korte optelsom vanachter zijn bureau: “De korfbalfinale? Komt elfduizend man op af. De handbalinterland tussen de Nederlandse vrouwen en Spanje? Binnen twee uur uitverkocht. Het NK turnen, eind juni? Over drie dagen verspreid komen er vijftienduizend man naar Ahoy.”

Ziehier de zorgen van Blangé (55), die ogenschijnlijk ontspannen achteroverleunt in zijn kantoor in het Rotterdamse Topsportcentrum. “Rotterdam heeft zich de laatste jaren ontwikkeld tot een topsport-evenementenstad”, zegt hij vanachter een kop koffie. “Wij zijn daarin een netwerkorganisatie waarbij de verbinding wordt gemaakt tussen het bedrijfsleven en de sport. Een derde van ons budget wordt opgehoest door sponsoren, maar een kwart van hen heeft het momenteel zeer zwaar. Van de ene op de andere dag zijn veel bedrijven naar nul ­omzet gegaan. Dat is dramatisch.”

Dan lichten zijn ogen op. “Maar als we als sportwereld iets willen veranderen, dan is dit een geschikt moment. In schaarste worden vaak de beste plannen geboren, omdat je gedwongen wordt over alles na te denken.”

Blangé heeft daar zeker concrete gedachtes bij. Voor een groot deel zijn die gebaseerd op zijn leven in de topsport. Eerst was hij volleyballer, een carrière die de lange Voorburger bekroonde met goud op de Olympische Spelen van Atlanta (1996), later werd hij succesvol coach. Intussen werkte Blangé ook bij ORTEC, een data-optimalisatiekantoor voor het bedrijfsleven en de topsport. In 2017 kwam hij als prestatie- en innovatiemanager in dienst bij voetbalbond KNVB, een functie die hij ruim een jaar vervulde.

Allereerst een positieve noot, benadrukt Blangé, die vanuit zijn werkruimte uitkijkt op de Brienenoordbrug. “Deze situatie dwingt ons om in een spiegel te kijken die we hiervoor nooit eerder hebben gezien”, meent hij. “Dat is geen leuk bericht, maar ik vind het wel een pre in dit soort situaties. In mijn topsportcarrière heb ik het meest geleerd van nederlagen, omdat ik toen het meest op de proef werd gesteld. Dat is nu ook zo. Ik zie het als de grote nevenvangst van de situatie waar we nu in zitten.”

Kritiekpunt richting KNVB

Wat Blangé als eerste zou veranderen in het Nederlandse sportlandschap? “Op de een of andere manier moeten we organisatiestructuren creëren met duidelijk leiderschap. Dus als we het hebben over de Nederlandse topsport, dan weten we: Maurits Hendriks is als technisch directeur van NOC-NSF het aanspreekpunt. Je mag ook iets van hem verwachten. Maurits was direct helder met zijn beleid en daardoor wist de Nederlandse topsport gelijk waar die aan toe was. Dat heeft gewerkt. Er is weleens eerder geroepen: het poldermodel is funest voor topsport. Dat wordt nu weer feilloos blootgelegd. Je kunt beter de verkeerde keuze maken dan geen keuze. Het Nederlandse model, met de verenigingsstructuur en het eindeloos overleggen, veroorzaakt veel vertraging in het maken van snelle keuzes.”

Het gebrek aan leiderschap was ook een kritiekpunt richting de KNVB, die onlangs besloot geen promotie- en degradatieregeling door te voeren voor dit seizoen. “De voetbalwereld kenmerkt zich door een grote mate van verdeeldheid, waar het eigenbelang leidend is”, merkt Blangé.

“Daarnaast heb je ook nog te maken met een afrekencultuur. Het is een complexe wereld, een extreem glazen huis waar iedereen zich tegenaan bemoeit en waar veel geld in omgaat en belangen spelen.”

Mede daardoor kijkt Blangé met extra interesse naar de huidige ontwikkelingen in het voetbal. “Ik ben heel benieuwd hoe die sector overeind zal blijven met een verdienmodel dat er totaal anders uit zal gaan zien”, zegt hij. “Voorlopig zonder toeschouwers, zonder gevulde business-seats. Ik zie deze periode ook als een ‘shake out’ van exorbitant gedrag. Hoe zorgen we ervoor dat de gekte – of dat nu salariëring, transferbedragen of gedrag is – weer een beetje normaliseert? Als 95 procent van je budget opgaat aan salarissen, kun je je afvragen of dat een gezond businessmodel is als voetbalclub.”

Hetzelfde geldt voor de talentontwikkeling in het voetbal, vervolgt Blangé. “Ik heb nooit begrepen waarom jeugdspelers al op zeer jonge leeftijd vanuit een economisch belang in zo’n setting van een betaaldvoetbalorganiatie geplaatst moeten worden”, meent hij. “Jonge spelertjes worden in een context gezet waarvan je je kunt afvragen of dat recht doet aan de reële samenleving. Ze staan met een enorm verwachtingsperspectief in het leven, dat ineens abrupt verstoord kan worden. Ik heb daar geen waardeoordeel over, maar het bevreemdt mij wel.”

Olympische e-sports

Of Blangé ook voorbeelden van goed leiderschap heeft gezien na het uitbreken van het coronavirus? “Nou, neem een voorbeeld aan de overheid onder leiding van Mark Rutte en alle steunpakketten die daarbij zijn uitgerold”, klinkt het resoluut. Hij wijst ook op het uitstellen van de Olympische Spelen in Tokio, die zijn verplaatst naar volgend jaar. “Ik denk dat weinig mensen notie hebben van de complexiteit die daarachter zit”, zegt Blangé. “Alles was al klaar. Tot aan de herbestemmingen toe, zodat na de Spelen het olympisch dorp direct kon worden betrokken door particuliere kopers. De uitdagingen zijn astronomisch, maar er zijn wel keuzes gemaakt.”

Over de Olympische Spelen gesproken: Blangé voorziet dat het sportaanbod daar weleens drastisch kan veranderen door het coronavirus. “Het zou mij niet verbazen als een aantal e-sports sneller dan verwacht op het olympisch programma komt te staan”, voorspelt hij. “Wat deze sporten goed hebben gedaan, is dat ze van online weer naar offline zijn gegaan en daardoor zichtbaar zijn geworden voor het grote publiek. Vorig jaar november hadden we hier de Rotterdam Game Week, waar een hele community omheen zit en iedereen naar grote schermen zit te kijken. Het is bij uitstek een omgeving die je ook makkelijk op afstand van elkaar kunt organiseren.”

Virtual reality is wellicht ook in de sportwereld sneller de toekomst. “Zodat je thuis, als supporter, een fan- en stadionbeleving krijgt. Maar goed, even pratend als 50-plusser: ik zou dit jaar naar de Olympische Spelen gaan voor de beleving, de sfeer en de geur van een hal. Dat is ongeëvenaard. Maar als ik het goed wil zien, dan moet ik thuis naar de buis blijven kijken.”

Sportieve speelkalenders

Tot slot een pijnpunt in met name zijn eigen sport, het volleybal: de overvolle speelkalender. Blangé leunt nog eens achterover. “Dertig jaar geleden, toen ik zelf nog binnen de lijnen stond, hebben we met Ruben Acosta, de toenmalige voorzitter van de internationale volleybalbond, al eens om de tafel gezeten om te praten over de overvolle kalender”, vertelt Blangé. “Toentertijd was het zo dat je het ene weekend ‘Cuba-uit’ kon hebben en het weekend erop ‘Japan-uit’, en dan vloog je dat stukje via Amsterdam, want dat was goedkoper. Het was niet prettig, maar uiteindelijk heeft het me wel gevormd; dat je enige mate van flexibiliteit en veerkracht opbouwt – ook in het overbruggen van significante tijdsverschillen – en of je nog in staat bent om een redelijke prestatie te leveren.” Vervolgens, met een milde grijns: “Als we iedere sport puur vanuit het sportieve oogpunt zouden benaderen, dan weet ik één ding zeker: dan zien speelkalenders er heel anders uit.”

NBA-basketbal is een fraaie illustratie, vindt Blangé. “Ze hebben daar voor het seizoen een trainingsmaand, en daarna is het alleen maar play, play, play, omdat de commerciële insteek daar op één staat. Maar het lichaam past zich er wel op aan. Dus ja, waar ligt de grens? Daar heb ik het antwoord niet op. Kennelijk is de mens dusdanig veerkrachtig dat hij in staat is om zich aan te passen aan de setting waarin hij opgroeit. Alles is trainbaar, zowel belasting als belastbaarheid. Daar ben ik van overtuigd.”

Lees ook:

Oud-voetballer Kenneth Perez: ‘Zodra het fluitje gaat, is het weer ieder voor zich’

De afgelopen weken verschenen al drie delen van deze reeks interviews over bezinning in de sport. Zoals met oud-voetballer en huidig analist Kenneth Perez, over het voetbal.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden