Atletiek
Onmogelijk? Dan wil Sifan Hassan het juist doen
Sifan Hassan wil proberen om de baanatletiek met wegwedstrijden te combineren. Een unicum in de topsport. Haar marathondebuut, zondag in Londen is de eerste test. ‘Niemand heeft het eerder zo gedaan.’
Sifan Hassan is niet bang om het onbekende op te zoeken. De atlete houdt van uitdagingen. Sterker nog: die heeft ze nodig om gemotiveerd te blijven. Na haar historische prestatie op de olympiade van Tokio overweegt ze om op de Spelen van Parijs opnieuw sportwetten te herschrijven door baan- en wegatletiek te combineren. Maar is dat fysiek eigenlijk wel mogelijk?
Er is geen vrouw die het eerder heeft geprobeerd. Bij de mannen zijn er twee voorbeelden: Emil Zátopek uit Tsjecho-Slowakije won in 1952 zowel de 5000 en 10.000 meter als de marathon, de Fin Lasse Virén bleef in 1976 op tweemaal goud steken. In de race over 42 kilometer finishte hij als vijfde.
Voordat Hassan (30) een beslissing neemt over haar olympische programma voor volgend, jaar wil ze dit seizoen eerst voelen hoe het switchen tussen de twee disciplines haar bevalt. Zondag is een belangrijk meetmoment. Dan maakt ze in Londen haar marathondebuut.
Die afstand vraagt om een wezenlijk andere manier van trainen en juist dat maakt deze nieuwe missie zo moeilijk. In Tokio was ze de eerste atleet ooit die op de Olympische Spelen de 1500, 5.000 en 10.000 meter liep. Met twee gouden medailles en één bronzen was Hassan wereldnieuws. Nu wil ze races combineren die nog verder uiteen liggen.
Het lijf moet leren schakelen
Een marathon vergt een voorbereiding van minimaal vier maanden, met iedere week tussen de 180 en 200 trainingskilometers. Langdurige oefensessies dus met een lage hartslag. Voor een vijf kilometer is het omgekeerde nodig: korte, intensieve trainingen met veel tempoversnellingen. Daarmee wordt een ander beroep gedaan op het energiesysteem van het lichaam.
Het lijf van Hassan moet dus leren schakelen. Niet lang na Londen wachten alweer wedstrijden op de baan. Daar heeft ze de voorbije periode in de trainingen al ‘op voorgesorteerd’, vertelt haar manager Yvonne van Haperen. Maar met welke gevolgen? Heeft ze voldoende voor de marathon gedaan? En hoe snel daarna is ze klaar voor de baan? “Het is onbekend terrein, omdat niemand het eerder zo heeft gedaan.”
Er zijn wel meer topatleten die de kwaliteiten bezitten om op uiteenlopende afstanden goed te presteren, vertelt collega Valentijn Trouw van managementbureau Global Sports Communication. Maar bij een dubbel olympisch programma moet een atlete al die kwaliteiten op hetzelfde moment laten zien: dus tegelijkertijd het duurvermogen tonen voor een marathon en de scherpte en snelheid voor de baan.
“Dat is zelfs met grote talenten gigantisch lastig”, stelt Trouw. Wat volgens hem niet wil zeggen dat het onmogelijk is. “In de sport verzanden we misschien wel te vaak in hetzelfde trucje. Dit is verfrissend. Sifan houdt van grote doelen. Dat haalt ook het beste in haar naar boven. Als mensen tegen haar zeggen dat iets niet kan, wil zij het tegendeel bewijzen.”
‘Is er een superlatief voor uitdaging?’
Haar fysiotherapeut, Peter Eemers, zoekt naar woorden om de ambitie van Hassan te omschrijven. “Is er een superlatief voor uitdaging?” Neem alleen al de loopstijl. De Nederlandse sportvrouw van het jaar 2021 is de ‘baantred’ gewend, maar op de weg is de ‘marathonshuffle’ nodig: de voeten gaan in de zwaaifase minder hoog, omdat dat energiezuiniger loopt en er minder snelheid vereist is.
“Dat zorgt voor een groot verschil in actie rondom de heupen. Behalve haar motor is dat Sifans grote talent op de baan. Het is nu de kunst om een kleinere heupbeweging effectief te houden.”
Om snel te kunnen schakelen tussen baan en weg is het daarbij belangrijk dat Hassan zich een motorisch patroon eigen maakt, waarbij ze niet bewust voor een loopstijl kiest maar door de snelheid van lopen als vanzelf in de juiste pas rent.
Maar eerst dus die eerste marathon. Trouw benadrukt dat een wegwedstrijd een ander soort spanning met zich meebrengt. “De baan is een strijd met anderen, de marathon met jezelf.” Ook daar is Hassan niet bang voor.
Zenuwen en nieuwsgierigheid vechten om voorrang
Soms wordt Sifan Hassan ’s ochtends wakker en vraagt ze zichzelf af waarom ze in hemelsnaam heeft besloten om marathons te gaan lopen. Op een internationale persconferentie, vrijdag in Londen, vertelt ze al een maand zenuwachtig te zijn voor haar debuut. “Wat kan ik verwachten? Ga ik überhaupt wel finishen? Ik weet het niet. Tegelijkertijd ben ik ook heel nieuwsgierig hoe het zal zijn. Daarom is het zo vol in mijn hoofd.”
Haar voorbereiding is niet perfect geweest. In januari heeft Hassan covid gehad. Ook beperkte de ramadan de mogelijkheden om het innemen van drinken en voeding tijdens lange duurlopen te oefenen. Het effect daarvan? Lachend: “Stel me dit soort vragen maar na de race. Op de Olympische Spelen van Tokio heb ik geen last gehad van de ramadan, maar of dat voor deze afstand ook geldt? Ik wil hier vooral leren. Daarom heb ik ook geen eindtijd in gedachten.”
Van de suggestie uit haar begeleidingsstaf om voor een najaarsmarathon te kiezen, wilde ze niets weten. En het minder sterk bezette Rotterdam? Nee. Hassan wil zich meteen meten met de besten van de wereld. “Londen voelt als een kampioenschap. Het is de enige marathon waar ik altijd naar keek.”
Deze editie kent het sterkte vrouwenveld ooit. Op het podium bij de persconferentie zitten naast Hassan wereldrecordhoudster Brigid Kosgei, regerend olympisch kampioene Peres Jepchirchir en titelverdedigster Yalemzerf Yehualaw. De drie grootheden uit de wegatletiek horen Hassan vertellen dat ze in de aanloop ook voor de baannummers heeft getraind. “Ik wil deze zomer goed presteren op de WK. Daarom heb ik mijn trainingsprogramma niet compleet veranderd. Op dit moment ben ik goed in vorm voor de 5000 en 10.000 meter. Voor de marathon weet ik het niet. Daar ga ik zondag achter komen.”
Lees ook:
Sifan Hassan wil met haar olympisch goud anderen inspireren. ‘Wie hoop heeft, kent blijdschap’
Atlete Sifan Hassan wilde op de Olympische Spelen een unieke prestatie neerzetten om mensen te laten zien dat ze meer kunnen dan ze zelf vaak denken. ‘Wij hebben hekken in ons hoofd.’