Nu de titeldruk stijgt, gaat Feyenoord ineens on-Rotterdams makkelijk voetballen

Na vijf minuten gebeurde zondag al datgene waar Feyenoord-trainer Arne Slot voor waarschuwde. De Rotterdamse lijstaanvoerder leek voor de negende keer dit seizoen aan een inhaalrace te moeten beginnen, na een treffer van Fortuna Sittard-spits Burak Yilmaz. Slot noemde Fortuna ‘een potentiële bananenschil’ in hun titelstrijd. Dit seizoen gleed Feyenoord thuis al uit tegen de Limburgers. Maar Yilmaz’ treffer werd afgekeurd, waarop een Fortuna-fan weigerde in teleurstelling te verzinken. “Misschien is dit een voorteken voor de wedstrijd.”

Want Feyenoord en billenknijpen zijn één. Slot verzoende zich er deze week mee. Het hoorde tot het Feyenoord-dna. Na de vorige week in blessuretijd gewonnen topper tegen AZ zei Slot dat Feyenoord ‘nooit met 4-0 voor staat in de rust’. Daar was het voorteken. Het Limburgse fluitconcert was luid bij de rust. Feyenoord drie, bananenschil Fortuna nul. Zelfs de stem van de Limburgse stadionomroeper klonk licht verbaasd. Uiteindelijk liep Feyenoord uit naar 2-4. Juist nu de titelstrijd naar de spannendste ontknoping in jaren gaat, met Feyenoord drie punten los, voegen de Rotterdammers een nieuw wapen toe aan het repertoire: wedstrijden probleemloos winnen.

Overijsselse krullenbol

Nou ja, probleemloos? Dat Fortuna vlak na rust 1-3 maakte en vlak voor tijd 2-4, irriteerde Slot ‘best wel’. Zijn spelers kregen het na afloop direct te horen. “Het was onnodig. Daar moeten wij heel snel van leren. Ze liepen eerst als verslagen boksers over het veld. Die 1-3 gelijk na rust kan je je veroorloven, maar dat is niet de manier hoe wij wedstrijden willen winnen. Ik vond het goed om te zien dat ook de spelers kwaad waren.” De eerste helft kon wel op goedkeuren rekenen. “Aan de bal waren we goed, ook zonder bal gretig, en we zaten er bovenop. Er was toen helemaal geen reden tot ontevredenheid.”

Veel was zondag te danken aan een 23-jarige krullenbol uit Overijssel. Toen Quinten Timber eind vorig jaar geblesseerd raakte, stond daar ineens nieuweling Mats Wieffer. Inmiddels is hij met zijn loopvermogen, onderscheppingen en rust aan de bal de motor op het Rotterdamse middenveld. En een alleskunner, zo bleek zondag. Met een verwoestend schot tekende Wieffer voor de 2-0, zijn eerste competitiedoelpunt. Timber raakte deze week opnieuw geblesseerd. Vooral jammer voor hemzelf, vond Slot. Want Feyenoord heeft inmiddels nog een dieseltje.

Slot probeert nu zelfs extra pk’s toe te voegen. Hij had Wieffer ertoe gedreven zondag rond het strafschopgebied op te duiken. Wieffer moest ‘nadrukkelijker aanwezig’ zijn van hem. Slot liet Wieffer beelden van zichzelf zien, zei laatstgenoemde. Hij speelde te veilig. Zijn opdracht? Meer ‘bijzondere ballen’ geven en aanvallend belangrijk zijn. Slot: “Je bent niet alleen middenvelder om de bal van A naar B te spelen. Soms moet je ook ballen spelen waarvan je denkt: ‘Dat heb ik nog niet gezien’. Dat heeft hij vandaag uitstekend gedaan.”

Nooit verslappen

Is Wieffer verbaasd door zijn opmars? “Ik wist dat ik het kon, maar dat het zo makkelijk gaat? Het verbaast me niet, maar bevalt me wel.” Inmiddels merkt Wieffer dat hij conditioneel steeds beter mee kan, en dus ook tactisch. Dat hij ook geluk heeft gehad (Wieffer kwam in het elftal in een periode met meerdere topwedstrijden) erkent de middenvelder ook. Met Slots lijstje gaat hij aan de slag. “Want een middenvelder bij een topclub moet ook gewoon doelpunten maken, vind ik.”

De rentree van verdediger Trauner na maandenlang blessureleed was zondag zo niet het enige Rotterdamse plusje in de titelstrijd. Met Wieffer heeft het nu de zoveelste doelpuntenmaker, waar concurrenten als PSV (Simons), AZ (Pavlidis) en Ajax (Brobbey en Kudus) leunen op één of twee aanvallers. “Dat is heel prettig”, zei Slot. Maar het belangrijkste inzicht voor de titelstrijd kwam voort uit de goals van Fortuna. Op verheffende toon: “Alles wat wij niet mogen doen, is verslappen. Wij kunnen geen enkele tegenstander onderschatten.”