Sportdeelname
Nog maar iets meer dan de helft van de Nederlanders sport wekelijks
In 2021 stopten 800.000 Nederlanders met wekelijks sporten. Na iedere lockdown liep de sportdeelname terug, blijkt uit nieuwe cijfers van NOC-NSF.
Nederland beweegt nog altijd beduidend minder dan in het precorona tijdperk. Uit de jaarlijkse rapportage van sportkoepel NOC-NSF blijkt dat het tweede jaar van de pandemie (2021) nog schadelijker is geweest voor het beweeggedrag dan het eerste jaar. De sportdeelname daalde harder en degenen die wel bleven sporten, deden dat minder vaak.
“Na elke lockdown liep de sportdeelname terug en kwamen we helaas niet meer terug op het oude niveau”, staat in Zo sport Nederland dat vrijdag is verschenen. Het waren twaalf maanden waarin de ene beperkende maatregel de andere opvolgde: van sporten op 1,5 meter afstand tot alleen wedstrijden spelen met het eigen team. Ook was een tijdlang in groepsverband trainen tussen 17.00 en 5.00 uur niet toegestaan en het coronatoegangsbewijs verplicht bij binnensporten.
Het dieptepunt lag in het najaar
Wat zijn daar de gevolgen van geweest? Aan het eind van 2021 sportte nog maar iets meer dan de helft van de Nederlanders: 56 procent van de vijf- tot en met tachtigjarigen. In 2020 bleef dat percentage op 61 procent steken, waar het in 2018 en 2019 65 procent was. In absolute aantallen betekent het dat het aantal mensen dat wekelijks sport vorig kalenderjaar met 800.000 sporters afnam.
Het dieptepunt lag in het najaar, schrijft NOC-NSF, toen voor het eerst ook de sportfrequentie terugliep van de actieve volhouders. Er werd gemiddeld 8,2 keer per maand gesport tegen 9,6 keer in 2019.
De lidmaatschapscijfers van de 77 sportbonden die bij NOC-NSF zijn aangesloten, lijken zich op het eerste gezicht langzaam weer te herstellen van de klappen door de coronacrisis. Maar wie beter kijkt, ziet dat die trendbreuk met name komt door de toestroom bij slechts vier sportbonden.
De Koninklijke Wandel Bond Nederland verwelkomde liefst 69.000 leden, ook de tennisbond, golffederatie en Sportvisserij Nederland waren populair. Fysieke inspanning in de buitenlucht is duidelijk aantrekkelijker geworden. Bij het binnensporten haakten sinds Covid-19 zijn intrede deed 1,8 miljoen mensen af.
De meeste afhakers zijn middelhoog opgeleid
NOC-NSF hoopt dat deze schets van de ontwikkelingen helpt om weer terug te komen op het oude beweegniveau, en liefst daar voorbij. “Het geef inzicht in welke sporten en groepen de meeste aandacht nodig hebben.”
Onder de volwassenen was de daling in 2021 het sterkst: van 60 procent actieve sporters een jaar eerder naar 54 procent. Bij de jeugd kwam de grootste klap al in 2020, toen de percentages terugliepen van 78 in 2019 naar 68 dat jaar. In 2021 zakte het verder naar 65 procent.
Wat betreft de opleidingsniveaus valt het op dat onder de middelhoog opgeleiden de meeste afhakers zaten: van 61 procent wekelijkse sporters naar 53 procent. Bij de lager opgeleiden liep het terug van 48 naar 42 procent. Omdat hoger opgeleiden meer individueel bleven sporten, was de daling daar het minst sterk (69 om 66 procent). Zij vonden zo een oplossing voor de sluiting van de sportvereniging.
In 2020 was er nog onder alle opleidingsniveaus een stijging te zien in het alleen ongeorganiseerd sporten. In 2021 daalde dat met 5 procentpunt naar 38 procent. “Het lijkt dus lastig om alternatieve manieren van sporten, wanneer sporten bij de club niet kan, ook te bestendigen”, concludeert NOC-NSF.
Lees ook:
Om half zes de wekker zetten om nog te kunnen sporten: dat is nu het lot van tieners
Door de avondlockdown dreigt de oudere jeugd stil te vallen. Sportverenigingen zoeken naar oplossingen.‘Je moet kinderen hun passie niet ontnemen. Dat doet iets met ze.’