Vernieuwd Oranje
Niemand weet hoe goed de Nederlandse volleybalsters zijn, ook zij zelf niet
De Nederlandse volleybalvrouwen sloegen met de nieuwe bondscoach Felix Koslowski een nieuwe route in, die moet leiden tot de Olympische Spelen van Parijs. Of dat tot de mogelijkheden behoort, weet eigenlijk niemand.
Net als de nieuwe bondscoach Felix Koslowski was het voor Laura Dijkema de afgelopen week op nationaal sportcentrum Papendal soms zoeken naar namen. Wie was wie? Aan sommige teamgenoten bij Oranje moest ze zich zelfs voorstellen. Veel talenten van de jongste generatie kende ze niet, ze hadden elkaar nog nooit ontmoet.
Oranje is vernieuwd. Niet zo’n beetje ook. De generatie die van 2015 tot en met 2018 tegen de wereldtop schuurde, met twee keer EK-zilver en vierde plaatsen op het WK en de Spelen, neemt langzaam afscheid. Zo is Lonneke Slöetjes gestopt, heeft Robin de Kruijff bedankt voor Oranje en zit Anne Buijs in een pauzeperiode. Stuk voor stuk gezichtsbepalende sterkhouders van het nationaal team.
Dijkema is met haar 33 jaar de oudste in het gezelschap. Koslowski noemt haar het anker waar de jonkies om heen kunnen zwemmen. Een aantal van de bovengenoemde speelsters zouden volgens Dijkema nog altijd een toegevoegde waarde zijn. “Als je ambitie hebt en iets voor het team wil betekenen, zou je hier zijn. Het is jammer, maar het is hun eigen keuze.”
Eremetaal op de Spelen van 2028
Tot zover het achteromkijken. Dijkema wil vooruit. De jeugd moet nieuw elan brengen. Het team is aan het einde van het clubseizoen nauwelijks een week bijeen, voor het eerst onder leiding van Koslowski, maar op de ploegenpresentatie op Papendal spreekt ze namens de ploeg twee doelen uit: olympische kwalificatie voor de Spelen van Parijs in 2024 en vier jaar later eremetaal in Los Angeles.
Van een gewenningsperiode is geen sprake. Met veel nieuwe gezichten in het team staat aan het eind van deze maand de Volleybal Nations League op het programma, half augustus volgt het EK en kort daarna al – van 16 tot en met 24 september – het olympisch kwalificatietoernooi.
Het is maar de vraag of het eerste doel realistisch is. Nederland miste de Spelen van 2021 en dreef daarna verder weg van de wereldtop. Oranje kostte energie, in plaats van dat het iets opleverde voor de speelsters. Onder de vorige bondscoach Avital Selinger verslechterde het spel zienderogen. Het laatste WK, nota bene in eigen land, eindigde in een deceptie. Niets leek de volleybalsters nog te lukken.
Ellis Dambrink kent Koslowski van SSC Palmberg Schwerin
Het is om die reden dat Dijkema en ook Ellis Dambrink, slechts 19 jaar oud, spreken over ‘hopen’ in plaats van ‘kunnen’ als het over plaatsing voor Parijs gaat. Er klinkt onzekerheid in hun stem. Ze weten simpelweg niet waar het team toe in staat is. Al geven ze hoog op van de Duitse coach.
“Ik weet niet wat er de komende maanden gaat gebeuren”, zegt Dambrink, de linkshandige hoop voor de toekomst op de diagonaalpositie. Zij traint bij SSC Palmberg Schwerin in de Duitse competitie ook onder Koslowski, die dat met het bondscoachschap in Nederland combineert. Dambrink: “Misschien klikt het meteen goed en spelen we de sterren van de hemel. Het kan ook zijn dat we ons eerst nog een jaar moeten ontwikkelen.”
Dijkema staat er blanco in. “Ik zie veel potentie om me heen, maar ze hebben tijd nodig om internationale top te worden. We moeten snel presteren, dus er komt snel antwoord.”
Daarmee doelt de ervaren speelster op de nieuwe, en voor Oranje gunstige kwalificatie-opzet. Niet alleen het OKT is bepalend. In de nieuwe cyclus kan ook via de wereldranking een ticket voor Parijs worden afgedwongen. Elk duel telt en Nederland zou er goed aan doen om iets op te schuiven vanaf de huidige twaalfde plaats. Dat kan alleen door wedstrijden te winnen, te beginnen tijdens de Nations League.
Speelsters geloven in dynamisch volleybal
Dat gebeurt volgens de filosofie van de Duitse coach: met ‘modern’ volleybal. In het verleden koos Oranje in de aanvalsopzet voor hoge, relatief langzame ballen om vervolgens uit te halen. Gedateerd, niet meer van deze tijd, zeggen de speelsters. Ze geloven in het dynamische en flitsende volleybal dat Koslowski predikt.
“Het speltempo is zwaar verhoogd”, zegt Dambrink. “Het is veel sneller. We zoeken de aanval als de tegenstander nog niet klaarstaat en we dus gaten in het blok kunnen vinden. Daar profiteren we van.”
Met het aanvalsspel hoopt Oranje te verrassen. Niet alleen de tegenstanders, maar ook het publiek en zichzelf. Het zou in de aanloop naar Parijs in elk geval heel aangenaam zijn.
Lees ook:
Met hun nieuwe coach Koslowski hopen de weggezakte volleybalsters op wederopstanding
Onder de nieuwe bondscoach Felix Koslowski moeten de weggezakte Nederlandse volleybalsters een wederopstanding beleven. Deelname aan de Spelen volgend jaar moet de opmaat zijn tot olympisch eremetaal in 2028.