Schaatsen
Na haatberichten en een bak ellende kreeg Marcel Bosker eindelijk weer applaus
Marcel Bosker vindt het terecht dat hij naar Peking mag. Zijn allroundtitel ziet hij als een mooie opsteker.
Zijn ticket naar Peking was veelbesproken en niet onomstreden. Haatberichten ontving hij zelfs. Dit weekend won Marcel Bosker de allroundtitel op de gedevalueerde Nederlandse kampioenschappen. Maar getergd? Nee, dat was hij niet. “Het motiveert mij meer als mensen het me gunnen en zeggen: ‘Je hebt veel doorgemaakt in je jeugd, je hebt het verdiend’.”
Bosker (25) is de grote onbekende onder de Nederlandse kanshebbers op olympisch goud. Hij mag naar China als onderdeel van de achtervolgingsploeg, hoewel hij zich tijdens het olympisch kwalificatietoernooi in december niet op eigen kracht voor een individuele afstand wist te kwalificeren. Een bak ellende kreeg hij naar eigen zeggen over zich heen, toen schaatsbond KNSB hem alsnog aanwees.
Het past bij deze tijd dat ongenoegen ongeremd zijn weg vindt via sociale media. Het past bij Bosker dat hij – voor het eerst zo in het oog van de aandacht – op een slapeloze nacht na het hoofd koel hield. “Ik heb niet gereageerd. Mensen die haatberichten sturen, wat moet je ermee? Met één mevrouw heb ik contact gezocht. Zij nam het in alle reacties die online stonden voor mij op. Haar heb ik bedankt.”
Vaste waarde
Natuurlijk stak het. Vooral de strekking dat hij zijn olympische uitverkiezing niet verdiend zou hebben. Hij is een vaste waarde van de achtervolgingsploeg, maar dat valt in de schaduw van Sven Kramer en Patrick Roest niet op. Ook zijn leven stond jarenlang in het teken van de sport, misschien wel in extremere mate dan dat van veel landgenoten.
Veertien jaar was Bosker toen hij zijn ouderlijk huis in Zwitserland verliet, om zijn geluk op het ijs in Nederland te beproeven – het land van zijn ouders. Zijn moeder Henriët van der Meer was in 1982 nationaal schaatskampioene. Bosker woonde na zijn verhuizing jarenlang bij een gastgezin.
Hij groeide uit tot een allrounder met zogeheten tempohardheid, ideaal voor de ploegenachtervolging. Bosker is de enige schaatser die deel uitmaakte van alle ploegen die sinds de vorige Spelen een internationale titel pakten. Hij is drievoudig wereld- en drievoudig Europees kampioen.
Goede voorbereiding
Dus ja, stelt hij, hij heeft recht op die plek in Peking. Hij zal daar ook op de 1500 meter uitkomen. Daarom deed hij dit weekend op de NK mee, als enige allrounder die over twee weken op de olympische baan actief is. Niet omdat hij het gevoel heeft iets te moeten bewijzen voor de buitenwacht, benadrukt hij, maar omdat hij nog een keer op de metrische mijl in wedstrijdverband wilde uitkomen. “Dat is voor mij een goede voorbereiding. Elke wedstrijd is toch spannend en geeft druk.”
Getwijfeld heeft hij wel over zijn deelname, vanwege ‘de corona-ellende’ in Nederland en het risico op besmetting. Bosker is heel voorzichtig en heeft er om die reden voor gekozen om thuis te verblijven en niet in een hotel zoals een deel van zijn ploeg Jumbo-Visma. Voor zijn gevoel zit hij in eigen huis nog geïsoleerder. Voor iemand die buiten de trainingen niemand ontmoet, is het wel even slikken om tijdens dit NK opeens veel mensen te zien. Iedereen is dubbel getest, maar toch. “Een aantal deelnemers is niet professional en komt uit een werkomgeving. Om hen loop ik met een grote boog heen.”
Bosker was tevreden over zijn toernooi, hoewel toptijden lastig waren door de hoge luchtdruk in Thialf. Na drie zilveren seizoenen was hij eindelijk weer een keer de nummer één, net als in het vorige olympische jaar 2018. “Echt super belangrijk is deze titel natuurlijk niet vlak voor de Spelen. Maar een mooie opsteker is het wel.” En daar was hij aan toe.
Nieuwe kampioenen
Zo vlak voor de Olympische Spelen lieten de meeste toppers het gecombineerde NK allround en sprint aan zich voorbijgaan. Dat bood kansen voor de generatie van de toekomst. Bij de vrouwen wonnen Merel Conijn (allround) en Michelle de Jong (sprint) hun eerste titels. Bij de mannen betekende de sprinttitel een primeur voor Tijmen Snel.
De gevestigde namen die wel aan de start verschenen, waren niet zo fortuinlijk. Kjeld Nuis blesseerde zich aan zijn lies na een misslag. Hij zei zich geen zorgen te maken voor Peking. Ireen Wüst reed drie sterke races, maar werd op de afsluitende 1000 meter gediskwalificeerd na een foute wissel. Dai Dai N’tab, die slechts als reserve mee mag naar China, slaagde er ook niet in om een startbewijs voor de WK sprint te bemachtigen. Door een val eindigde zijn toernooi vroegtijdig.
Lees ook:
Vijf dagen topschaatsen, en dan gaat het ticket naar iemand die zich niet heeft geplaatst
Negen mannelijke schaatsers mogen naar Peking. Zeven deden dat op eigen kracht. Twee werden aangewezen. Dat is veel. En het wringt.