Met het duo Broenink en Twellaar heeft roeien er nóg een olympische kanshebber bij

“Boos”, schreeuwde Melvin Twellaar (23) in het oor van teamgenoot Stef Broenink (30) als er nog driehonderd meter te roeien zijn tijdens de EK-finale. Het was bedoeld als een extra aansporing. De Nederlandse dubbeltwee lag comfortabel aan de leiding, maar wilde niets aan het toeval overlaten. Broenink moest er na afloop hard om lachen aan de telefoon. “Ik vind het wel mooi dat Marvin het tijdens de race durft. Je zou ervan in de slappe lach schieten, maar we waren zo gefocust, dat het me alleen maar meer energie gaf. Soms wil ik nog weleens te lief zijn, dus dan kan ik wat aansporing gebruiken.”

Met lange, machtige halen lieten Broenink en Twellaar zondag de concurrentie op het meer van Poznan verdwaasd achter. Het nieuwe duo, dat pas sinds afgelopen winter een vaste combinatie vormt, degradeerde op het Poolse water de andere vijf finalisten tot figuranten. Dik twee seconden, een straatlengte in de roeisport, was het verschil met het Zwitserse duo, dat op het WK nog als vijfde eindigde.

Daar was Broenink nog actief in de skiff met een vijfde plaats als zeer verdienstelijk resultaat, terwijl de boomlange Twellaar het nieuwe talent is dat vorig jaar nog als reserve aan het grote werk mocht ruiken. Bondscoach Eelco Meenhorst wilde de Groninger rustig brengen, maar zag al langer de potentie. Na een jaar meetrainen was de tijd rijp om een half jaar voor de Spelen een tweede troef te lanceren.

De man met de turbodijen

Met de dubbelvier is Nederland al twee jaar onaantastbaar op EK en WK, en ook in Poznan was die boot weer oppermachtig, maar de oranje equipe lijkt nu nóg een potentiële gouden boot te hebben met de dubbeltwee. Dat realiseerde Broenink zich ook, en daarom was hij snel te porren voor een overstap van de skiff naar de tweepersoonsboot. De man met de turbodijen is een van de sterkste roeiers uit de selectie. Hij rendeert optimaal onder het regime van Meenhorst, die zijn pupillen veel harder laat trainen dan men was gewend. “Ik wil niet weten hoe vaak we over de knie zijn gegaan op de Bosbaan in de laatste maanden. Dat betaalt zich uit. Roeien is eerlijke sport. Wat je erin stopt, komt er ook uit.”

De Leidenaar merkte snel dat hij ook buiten de boot een klik heeft met de jonge Twellaar. “We houden allebei van trainen, en voelen elkaar daarin goed aan.” Dat ze nu al zo’n progressie laten zien, verbaast hem ook. “Tijdens trainingen met de dubbelvier konden we al zien dat het met de snelheid wel goed zat. Dit was onze eerste grote wedstrijd samen.”

De dubbeltwee droeg eraan bij dat de Nederlandse ploeg in Poznan bovenvaan het medailleklassement eindigde met maar liefst acht gouden plakken, waarbij het goud van de mannen vier-zonder het meest in het oog sprong. Met die oogst trok Nederland de lijn van het succesvolle WK van vorig jaar door. Ook de vrouwen vier-zonder, lichte-dubbeltwee, en vrouwen-en mannen dubbelvier wonnen op het EK goud. De Holland Acht moest genoegen nemen met brons.

Broenink concludeert Nederland goed met de coronacrisis is omgegaan. “Wij hebben op het juiste moment even gas teruggenomen, waar veel landen te lang zijn doorgegaan. Daardoor is het beeld misschien iets vertekend.” Toch loopt hij niet weg voor de verwachtingen die er ongetwijfeld gaan komen richting Tokio. “De favorietenrol? Die heb je liever niet, maar als je genoeg vertrouwen in eigen kunnen hebt, komt het goed.”

Lees ook: Roeier Ruben Knab (32) legt uit waarom roeien in de acht zo’n ‘machtig gevoel’ geeft

De Holland Acht begon in juni aan een lang en zwaar traject van dertien maanden dat in Tokio in 2021 goud moet opleveren. Ruben Knab vertelt in een interview in Trouw waarom dat een mooi leven is.