AtletiekNK Snelwandelen
Lopen als een struisvogel, dat is de uitdaging
Snelwandelen is heel iets anders dan snel wandelen. Zondag was het nationaal kampioenschap van misschien wel de minst gewaardeerde sport in Nederland.
Dat zelfs de persvoorlichter van de Atletiekunie – de bond waar deze loopdiscipline onder valt – niet weet dat er een nationaal titeltoernooi is, onderstreept de magere status van deze olympische sport in Nederland. Welkom op de nk snelwandelen.
Op een uitgezet parcours in Tilburg lopen acht mannen en twee vrouwen zich urenlang in het zweet. Slechts vijf van hen komen uit Nederland en die vijf strijden om de drie ereplaatsen op de vijftig kilometer, het koningsnummer van hun sport. Er heeft geen strenge selectie vooraf plaatsgevonden, er waren simpelweg niet meer enthousiastelingen. Snelwandelen is misschien wel de minst beminde sport van Nederland, of de meest onbegrepen.
Paul Jansen wordt tijdens zijn trainingen op straat regelmatig nageroepen met ‘woorden die hij liever niet hoort’. “Het ziet er misschien gek uit. Dat waggelen. Mensen zijn dat niet gewend, maar daarom hoef je nog niet te schelden.” Van verbaal commentaar heeft de favoriet voor de titel deze zondag geen last. Tijdens een wedstrijd is het ons kent ons. Ook in coronatijd is dat zo gebleven. Waar meer mensen zijn gaan wandelen, is dat effect voor de snelwandelsport uitgebleven. Organisator Hans van der Knaap schat dat er een kleine honderd actieve beoefenaars in Nederland zijn, vooral in de categorie 40-plus.
Pas een paar jaar geleden ontdekt
Jansen is 47 jaar en heeft het snelwandelen pas een paar jaar geleden ontdekt, toen hij zich in de techniek verdiepte om sneller te kunnen wandelen. “Dat pakte zo goed uit dat ik ben overgestapt van snel wandelen op snelwandelen.” Want let op, daar zit een groot verschil tussen. Bij het snelwandelen moet minimaal één voet contact houden met de grond én de knie van het standbeen moet gestrekt blijven totdat deze recht onder het lichaam is. Daardoor ontstaat die ietwat wonderlijke, specifieke loop met zwaaiende heupen en gehoekte armen.
Op de 50 kilometer is het vandaag voor Jansen vooral de uitdaging om op de kniestrekking te blijven letten. “Zeker als je moe wordt, heb je de neiging om je knie te buigen. Dat loopt makkelijker hè?” Op de kortere niet-olympische afstanden, waarvan er in Tilburg ook enkele op het programma staan, is het juist moeilijker om het contact met de grond niet te verliezen. Jansen: “Dat heeft met de snelheid te maken. Bij een drie kilometer haal ik bijvoorbeeld een topsnelheid van 14 kilometer per uur. Het zweven heb je dan niet altijd in de gaten.” Na vier rode kaarten, uitgedeeld voor overtredingen, volgt diskwalificatie.
De sport met zijn regels is rond de achttiende eeuw in Engeland ontstaan, weet Van der Knaap. “De rijken vonden het leuk om hun bedienden wedstrijden te laten lopen, dan konden ze daar weddenschappen over afsluiten. Maar hardlopen vonden ze niet gentlemanlike.”
Extra afzien door de harde wind
In Tilburg ogen de mannen aan kop niet echt als heren. Er wordt gehijgd en iemand laat zelfs een boer. Het is extra afzien door de harde wind. Op een klaptafeltje naast het parcours ligt behalve de gebruikelijke sportvoeding (bananen) ook snoepgoed – sommige lopers vinden die suikers effectief als brandstof. Adviezen van diëtisten zit er voor deze amateurs niet in.
Jansen pakt zijn eerste nationale titel, maar zijn tijd van 4.43.35 zal de geschiedenisboeken niet halen. Het nationaal wegrecord staat al sinds 1992 met 3.58.21 uur op naam van Harold van Beek, dat jaar ook de laatste Nederlandse deelnemer aan de Olympische Spelen. Internationaal stelt Nederland niets voor. Hoe kan het ook anders, DAK Drunen is de enige atletiekvereniging in het land die wekelijks een training verzorgt voor snelwandelaars.
Van der Knaap komt wel bij wedstrijden over de grens. Hij is één van de 23 internationale juryleden die er wereldwijd zijn. Hij kan genieten van een loper die een lange pas maakt en toch soepel beweegt. “De souplesse van het lichaam vind ik het mooist. Dat standbeen gestrekt neerzetten, zie je ook in de dierenwereld. Lang geleden heeft Bert Haanstra ooit een film gemaakt waarin hij sporters met dieren vergeleek. Snelwandelaars waren struisvogels. Zo onnatuurlijk is onze sport dus niet.”
Lees ook:
Snelwandelen is hardlopen met een silly walk, maar doe het maar eens
In de jaren tachtig was Jan Cortenbach een van Nederlands prominente snelwandelaars. In 1987 werd hij twintigste tijdens de WK atletiek in Rome. Voor de Olympische Spelen van Seoul plaatste hij zich op de 50 kilometer op slechts anderhalve minuut niet.