Baanwielrennen

Lavreysen is nu de beste baanrenner, maar eet met alle liefde zijn broodje hagelslag

Harrie Lavreysen, twee keer goud en brons. Beeld AP
Harrie Lavreysen, twee keer goud en brons.Beeld AP

Harrie Lavreysen is met twee keer goud en een keer brons de succesvolste man op de Zomerspelen sinds Pieter van den Hoogenband in 2000. Een sportheld, maar zo gedraagt hij zich niet. Hij fietst gewoon gepassioneerd rond.

Kick Hommes

Twee keer goud, één keer brons. Heel veel beter kon het niet. Harrie Lavreysen werd het Nederlandse mannelijke boegbeeld van de Spelen. Toch blijft hij altijd die bescheiden jongen uit het Brabantse Luyksgestel, uit de Kempen, die nog geen tijd heeft gehad om te beseffen wat hij eigenlijk had gepresteerd.

Lavreysen (24) is wars van sterallures. Hij praat rustig, hoeft geen blingbling, geniet vooral van het maniakaal bezig zijn met zijn sport. Ook in Tokio denkt hij wedstrijd voor wedstrijd. Pas als hem wordt voorgehouden hoe bijzonder zijn prestatie is, stokt zijn stem heel even. Het besef komt een beetje binnen. Wat Lavreysen op de Spelen presteerde, is uniek voor een Nederlandse man op de Zomerspelen. Alleen Pieter van den Hoogenband was in 2000 succesvoller, met twee keer goud en twee keer brons.

Bloed op zijn kin

Hij is nu de grote olympisch kampioen, maar ook hij begon als kleine jongen. Bij de Durtrappers, een wielervereniging op een halve kilometer van huis, rijdt hij op zijn vierde op een gewone fiets voor het eerst een parcours op. Een bmx-baan, met heuveltjes. Heel goed gaat dat niet. Bam. Daar ligt hij, bloed op zijn kin. Zes hechtingen zijn nodig. Maar stoppen? Dat nooit.

Op het kleine bmx-fietsje valt Lavreysen op. Hij fietst dan al samen met en tegen wat later een nieuwe en unieke fietsgeneratie blijkt, met onder meer buurjongen Joris Harmsen (bmx’er, actief in Tokio), met collega-baanrenner Sam Ligtlee, en ook de broers Kimmann, van wie Niek vorige week op de bmx-baan olympisch kampioen werd.

‘Harr’, zoals hij wordt genoemd, is gek van sport. Hij fietst, doet ook aan turnen, en op zijn twaalfde wordt hij voor het eerst Nederlands kampioen bmx. Hij wint veel, maar meer nog dan succes is er fysiek ongemak. Zo’n 25 tot dertig keer in zijn carrière schieten zijn schouders uit de kom. Vaak kan hij ze zelf terugzetten na een crash, hij is eraan gewend.

In 2015 valt hij weer. Nu vliegen beide schouders uit de kom. Lavreysen weet hij dat hij met bmx moet stoppen, ook al heeft hij net een plek gekregen bij de nationale selectie op Papendal. Maar er is een andere sport waar hij aan kan meedoen: het baanwielrennen. Lavreysen gedijt in het programma van de baanploeg, waar wordt ingezet op kracht en teamgevoel. Vanaf 2018 gaat het lopen. En hoe. Lavreysen krijgt dijen die in geen spijkerbroek passen. En wordt onverslaanbaar.

Uithangborden van de ploeg

Met de ploeg wordt hij wereld- en Europees kampioen teamsprint en sportploeg van het jaar. Een seizoen verder wordt hij ook individueel wereldkampioen op de sprint en in 2020 wint hij op de WK de teamsprint, sprint en keirin. Er is dan maar één uitdager: Jeffrey Hoogland. Ze zijn de uithangborden van een sterke en brede Nederlandse ploeg, de beste generatie ooit, in Tokio goed voor zes medailles.

De schouders blijven wel een probleem. Vaak slaapt hij in een soort moderne wambuis, om te verhinderen dat zijn armen in zijn slaap boven zijn hoofd uitkomen. Hoe ouder hij wordt, hoe minder vaak dat hoeft. Door het uitstel van de Spelen heeft hij voor het eerst echt de tijd om zijn armen te trainen. In 2020 kan hij voor het eerst honderd kilo bankdrukken.

De uitgestelde Spelen zijn ook op persoonlijk vlak spannend. Lavreysen gaat eerder dan gedacht samenwonen. Bovendien pakt hij de studie op. Een uur per dag, veel voor Lavreysen, zaten zowel hij als zijn vriendin tegenover elkaar aan de studie, in zijn geval bedrijfskunde.

In Tokio valt alles samen

Maar de topsport blijft op één. In zijn gedachten is een jaar uitstel niet zo erg. De favorietenrol aanvaardt hij. Natuurlijk is er een verwachtingspatroon, maar hij blijft die rustige jongen die zich concentreert op wat hij leuk vindt.

In Tokio valt alles samen. Goud op de teamsprint, goud op de individuele sprint en zondag ook nog brons op de keirin. Een kleine teleurstelling, omdat hij wordt verrast door de tactiek van de Brit Jason Kenny. Maar zijn prestaties blijven overeind: Lavreysen is de beste baanrenner ter wereld.

Een uithangbord voor zijn sport, zoals bijvoorbeeld Sifan Hassan wil zijn, is hij niet. Iemand voor op de billboards zal hij niet worden. Na de Spelen gaat hij ‘gewoon’ terug naar Apeldoorn. En naar Luyksgestel, waar hij nog steeds regelmatig komt voor een broodje hagelslag. Bij de Durtrappers mag hij krachttraining doen in het clubhuis. Lavreysen kan er bijna altijd in: zijn moeder heeft de sleutel. En hij zal er regelmatig zijn. Parijs 2024 is niet ver weg.

Lees ook:

Harrie Lavreysen wint van vriend Jeffrey Hoogland en is nu sprintkoning. ‘Weer goud, ongelooflijk’

Harrie Lavreysen is de sprintkoning in het baanwielrennen. Hij pakte zijn tweede goud door vriend en kamergenoot Jeffrey Hoogland te verslaan op het koningsnummer. Toen was er ook nog kans op ‘Harries hattrick’.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden