InterviewMoeders in de topsport
‘Krijg ik wel weer aanbiedingen?’ Daar was tafeltennisster Britt Eerland bezorgd over
Toen ze zwanger werd, mailde Britt Eerland NOC-NSF. Ze verwachtte instructies over wat ze allemaal moest regelen, ook financieel. ‘Maar het antwoord was: gefeliciteerd en succes.’ Deel 8 van een serie.
Tot haar eigen verbazing verheugt Britt Eerland zich op de oefeningen voor haar core, waar ze deze week mee mag beginnen. Dat is voor het eerst in haar carrière, lacht ze. “Normaal gesproken is mijn programma zo overvol, dat ik altijd denk: ik heb wel wat beters te doen, mijn service trainen bijvoorbeeld, of een nieuwe techniek. Maar nu kijk ik er echt naar uit om weer met mijn lichaam bezig te zijn.”
De Nederlandse nummer één in tafeltennis is half maart bevallen van dochter Zaya. Ze staat aan het begin van een voorzichtig stappenplan dat uiteindelijk moet leiden naar Parijs, waar ze volgend jaar aan haar derde Olympische Spelen hoopt mee te doen.
In haar sport ligt bekkenbodeminstabiliteit op de loer, weet Eerland (29), zeker na een zwangerschap. “Je speelt vanuit je romp. Daar haal je de meeste kracht uit.” Pas als dat gedeelte van haar lijf weer sterk is, gaat ze naar de fitnesszaal en als allerlaatste volgt de tafeltennishal. Tot die tijd raakt ze ook geen batje aan. “Ik durf dat risico niet te nemen.”
Zijwaarts voetenwerk belast de bekkenbodem
Het voetenwerk achter de tafel is zijwaarts, verduidelijkt ze, dus daar zitten al kleine sprongetjes in die belastend zijn voor je bekkenbodem. In stilstand zak je diep in, waarmee je je lijf als het ware onder spanning zet. Een slag begint vanuit de bovenbenen, heupen en core. Je arm is daar het verlengde van. “Als je core nog niet sterk genoeg is, kun je snel overtraind raken.”
Het grenzen opzoeken, wat zo eigen is aan topsport, is voor een atlete die terug wil komen na een zwangerschap nog delicater. Haar trainer Anton Pleijsier, met wie Eerland al sinds haar achtste werkt, heeft er een hele studie van gemaakt. Hij is gaan rondvragen hoe andere Nederlanders hun rentree hebben vormgegeven. Zo heeft de coach van zeilster Marit Bouwmeester, ook net moeder, hem van tips voorzien. Zelf heeft Eerland contact gezocht met collega-mama’s judoka Kim Polling en schoonspringster Inge Jansen.
En NOC-NSF? Input voor haar opbouwschema kreeg ze niet vanuit de nationale sportkoepel. Wel raakte ze haar A-status kwijt, en daarmee een belangrijk deel van haar inkomsten, omdat ze het meetmoment had gemist.
De fysieke zoektocht is slechts een van de vele uitdagingen voor vrouwelijke topsporters met een kinderwens. Blijven de sponsors? Hoe zit het met clubcontracten? Kom je in aanmerking voor een uitkering van het UWV? En wordt je ranking op de wereldranglijst bevroren?
“Het was allemaal heel ingewikkeld”, zegt Eerland, die daar vooraf geen rekening mee had gehouden. “Ik had een instructielijst of zo verwacht. Ik dacht van tevoren: ik mail NOC-NSF dat ik zwanger ben en dan krijg ik te horen: je moet dit en dit regelen en dat en dat doen om na de bevalling weer je basisconditie terug te krijgen. Maar het antwoord was: ‘Oké, gefeliciteerd en succes’.”
Geen recht op doorbetaald zwangerschapsverlof
Ze speelde destijds voor twee clubs: het Griekse Olympiakos en Reus in Barcelona. Een doorbetaald zwangerschapsverlof zat er niet in. Eén sponsor voor materialen is gebleven, ‘maar dan krijg je sowieso pas wat als je iets presteert’. “Qua financiën had ik vanuit de sport nergens recht op, gelukkig wel vanuit mijn bedrijf.” Eerland geeft als zzp’er clinics en meet & greets met fans. Ze ontvangt daarom een ZEZ-uitkering (‘zelfstandige en zwanger’). Verder put ze voor het levensonderhoud uit haar spaarpotje.
“Het was een heel gedoe om te kijken wat wel kon en wat niet. Ik hoop dat dit voor volgende topsporters beter geregeld wordt. Het zou fijn zijn als er wat meer uitleg is over alles wat geregeld moet worden en over de fysieke stappen in de eerste fase na een zwangerschap.”
Eerland is een van de grootste talenten geboren op vaderlandse bodem. In 2010 was ze in Istanboel de beste op de Europese Jeugdkampioenschappen, iets wat alleen Bettine Vriesekoop eerder lukte. Bij haar seniorendebuut won ze een jaar later met het Nederlands team de Europese titel. Belangrijkste speelsters waren toen Li Jiao, Li Jie en Jelena Timina, twee genaturaliseerde Chinezen en een Russin. Sinds hun afscheid staat Eerland op eenzame hoogte. Op de Spelen van Tokio was ze de enige in oranje tenue. In 2020 haalde ze de finale van de prestigieuze Europese Top 16.
Reputatie van een vechter
Ze heeft, ook internationaal, de reputatie van een vechter. Toch is ze opgelucht dat ze al een nieuwe club heeft: TTC Berlin Eastside, een oude bekende. Ze is gehaald als nummer drie, wat ze voor nu prima vindt. “Natuurlijk vroeg ik me af: krijg ik weer aanbiedingen? Ik heb eerder bij andere dames gezien dat die als moeder moeilijk een club vonden. Daarom was ik ook een beetje bezorgd.”
Het moeilijkste nu is om geduld te bewaren en haar lichaam weer stap voor stap aan de zware belasting te laten wennen. Daarom is het fijn dat Pleijsier haar zo goed kent. “Hij weet hoe koppig ik kan zijn. Dat ik denk: ‘ik ga nog even door’ of ‘ik doe nog even dit’. Hij kan aan mijn gezicht zien of ik vermoeid ben.”
Pleijsier heeft in het verleden wel vaker op de rem moeten trappen. Als tiener was Eerland vaak geblesseerd. Daarom zijn ze samen op zoek gegaan naar andersoortige trainingen. “Vooral op het mentale vlak. Als ik niet zoals de rest twee keer per dag in de zaal kan staan, dan moet ik zorgen dat ik op een andere manier beter kan zijn dan de anderen.”
Van het uitdagen en bluffen tijdens een wedstrijd heeft ze leren genieten. Ze vindt het heerlijk om te merken dat een tegenstander ‘bang is om voor te staan’, omdat zij zich zo vaak terugknokt. Eerland heeft dat gemist. Haar laatste duel dateert van oktober. Precies een jaar later wil ze terugkeren. Haar punten voor de mondiale ranking zijn bevroren. “Onder de blessureregeling, dat wel.” Wie er twaalf maanden of langer uit is, kan zes toernooien met beschermde status spelen – het dubbele aantal van wat bij een kortere afwezigheid geldt.
Twintig Chinezen
Haar hoogste positie ooit was nummer 27. Nu staat ze rond plek 50. Hoe lastig de weg naar Parijs wordt, weet ze nog niet. Dat hangt ook af van de extra eisen die NOC-NSF stelt, aanvullend op die van het Internationaal Olympisch Comité. Meestal geldt de top-8 als richtlijn, maar in het tafeltennis is dat niet logisch. “Bij een willekeurig toernooi doen er twintig Chinezen mee, bij de Spelen maar twee.”
Hoe realistisch en haalbaar worden die extra eisen? Dat is voor Eerland een belangrijke vraag. Ze is iemand die doelen nodig heeft voor de motivatie. Misschien nu wel meer dan ooit, met al die core-oefeningen in het vooruitzicht.
Lees ook:
Michaëlla Krajicek: het wonderkind van weleer is nu zelf moeder
Hoogzwanger van haar tweede kind kondigt Michaëlla Krajicek haar rentree op de tennisbaan aan, de plek waar zij haar jeugd doorbracht. ‘Mijn vader heeft veel goed gedaan, maar ook dingen die ik niet met mijn eigen kinderen ga doen.’ Deel 7 van een serie.