Thorwald Veneberg, directeur van de Nederlandse wielerunie KNWU, reageert op vijf statements uit de serie die Trouw de afgelopen weken maakte over de staat van het wielrennen.
‘Het gaat helemaal niet goed met het Nederlandse wielrennen’
Merijn Zeeman, sportief directeur Jumbo-Visma
Veneberg: “Daar ben ik het niet mee eens. Zeeman kijkt naar het aantal licentiehouders in de jeugdcategorieën. Dat ontwikkelt zich inderdaad minder goed. Maar als je de jeugdleden zonder licentiehouders bij de clubs daarbij optelt, valt het weer mee met de jeugdaantallen. Vooral bij de BMX, mountainbike en veldrijden groeien de leden.
“Wij als wielerland moeten ons niet alleen focussen op wedstrijden rijden. De maatschappij verandert. Het wordt drukker, voor jongeren en voor ouders die geen tijd meer hebben het hele land door te crossen voor een wedstrijd. Jongeren, zo zien we, willen vaak alleen trainen of wedstrijdjes doen op de club. Dichter bij huis en niet alleen wegwielrennen. Ik merk het aan mijn eigen dochter: zij wil niet op het circuit rijden, maar op de parkeerplaats waar ze om pionnen heen kan slalommen.
“Wat ik jammer vind, is dat het lijkt alsof Jumbo-Visma de enige is die wat doet aan wielrennen. Dat is veel te kort door de bocht. De KNWU en de bij ons aangesloten clubs zijn een steady factor over de hele keten, voor de lange termijn. Van ploegen is niet gezegd dat het voor de lange termijn is. We zijn heel blij met Jumbo-Visma, dat ze scholen betrekken en dat we een mooie samenwerking hebben met elkaar. Maar je kan wel scholen afgaan, er moet ook een vangnet zijn om kinderen op te vangen. Dat zijn de clubs. Daar kijken we samen met Jumbo-Visma en NOC-NSF hoe we de clubstructuur kunnen ondersteunen.”
‘Gewoon even lekker fietsen is als een vlucht van de droom die je hebt om het beste uit jezelf te halen’
Iwan Spekenbrink, baas Team Sunweb
Veneberg: “Bij beginnende jeugd is het de kunst plezier vast te houden. Maar wielrennen is echt een intensieve baan. Het begrip ‘marginal gains’, het jezelf op detail verbeteren, is echt geen onzin. Whereabouts invullen, voeding, gewicht, training: dat alles zorgt voor een enorme belasting.
“Binnen Nederland is er een wielerplan per fase van je ontwikkeling. Daarin kan een renner geen stappen overslaan. Mis je op jonge leeftijd de les over hoe je een bidon aanpakt in een peloton, dan kost dat heel veel extra energie om dat later allemaal in te halen.
“Sociale media kunnen daarin een gevaar zijn. Veel eliterenners zetten hun gegevens op internet, waarbij het risico is dat jonge renners dit gaan kopiëren terwijl ze hier nog niet aan toe zijn. Je hoeft niet per se meteen met voeding of materiaal bezig te zijn. Ga eerst eens je trainingsuren maken en zoek naar goede begeleiding bij een club.”
‘Mathieu van der Poel duwt tegen de grenzen van de bewegingswetenschap’
Kristof de Kegel, trainer van Van der Poel
Veneberg: “Mathieu laat zien hoe sociale media ook positief kunnen werken. Hij is het voorbeeld van iemand die zich vanuit andere disciplines heeft ontwikkeld tot wegrenner. Hij deelt al zijn gegevens en op zo’n manier dat het er aantrekkelijk uitziet. Als ik zie hoe jongeren hem nadoen door met een stel wielen en een koelbox naar een grasveld te gaan om rond die wielen te rijden en over die box te springen, dan is hij zeker een ambassadeur.
“Wat de KNWU betreft laat hij ook zien dat niet alles meteen serieus hoeft. Spelend fietsen staat hoog in het vaandel bij hem. Anders doet hij het niet. Mathieu toont aan dat goed presteren meer is dan alleen maar fysiologisch naar een lichaam te kijken.
“Het gaat er vooral ook om de andere aspecten van de wielersport te verbeteren. Jezelf verbeteren op allerlei vlakken en niet zozeer beter zijn dan anderen. Daarom willen wij ook competities veranderen. Niet alleen de focus op winnen, maar ook op techniekwedstrijden. Dan bind je jongeren. Want geef toe: als je naar Groningen rijdt om een wedstrijd te rijden en je mag al naar huis als de eerste waaier is vertrokken, dan is dat dodelijk voor je motivatie.”
‘Professionalisering van het vrouwenwielrennen is goed, ook omdat mogelijk ongewenst gedrag hiermee grotendeels kan worden uitgesloten’
Marianne Vos, profrenster
Veneberg: “In Nederland zijn we veel bewuster wat grensoverschrijdend gedrag betreft. Er is een groot onderzoek geweest, rensters kunnen nu met een verhaal ergens heen. En ik denk dat de Nederlandse vrouwen mondig genoeg zijn om te melden als er iets niet klopt.
“Internationaal is het moeilijker. Teams die bijvoorbeeld net onder de World Tour bungelen, zijn kwetsbaar. Daar is een internationale vakbond heel belangrijk voor, zoals die nu wordt opgezet door Iris Slappendel. Er komen genoeg profploegen. Zo ontstaat een structuur waarin heel duidelijk is dat je niet naar een team hoeft als het daar niet deugt.”
‘Alles wat je zegt over wielrennen, moet je meteen weer in twijfel trekken’
Gio Lippens, analist
Veneberg: “Ik snap dat wielrennen en doping nog steeds worden gelinkt. We moeten met elkaar bewijzen dat het anders kan. Sommige sporters proberen nog steeds een tussendoorsteegje te vinden, maar dat is niet anders dan in onze maatschappij. Daar moet niet alles door worden bepaald.
“Ik heb wel het gevoel dat er in Nederland een andere cultuur heerst. Sporters hebben een wijdere blik. Vroeger was het koersen, koersen en koersen. Nu gaan de meeste discussies aan tafel niet over wielrennen. Het zijn intelligente jongens en meisjes en dat leidt tot andere normen en waarden.”
Lees ook:
Merijn Zeeman: Het gaat helemaal niet goed met het Nederlandse wielrennen
Renners, ploegbazen en sportief directeuren reflecteren op de staat van het wielrennen in Nederland. Deel 5: Merijn Zeeman, sportief directeur bij Jumbo-Visma. ‘De KNWU moet zich bezinnen op zijn rol.’
Marianne Vos: In het vrouwenwielrennen wordt te veel gekeken naar wat we niet hebben
Deel 4 van de serie: Marianne Vos, profwielrenster die zich al jaren inzet voor professionalisering van haar sport.
Gio Lippens: Alles wat je over wielrennen zegt, moet je meteen in twijfel trekken
Deel 3 van de serie: Gio Lippens, NOS-commentator, over de rol van de media in het wielrennen.
‘Mathieu van der Poel duwt regelmatig tegen de grenzen van de bewegingswetenschap aan’
Deel 2 van de serie: Kristof De Kegel, de wetenschapper achter Mathieu van der Poel. ‘Soms moet ik data over Mathieu twee keer bekijken voor ik er iets over kan zeggen’.
‘We moeten het succes van het Nederlandse wielrennen niet normaal gaan vinden’
Deel 1 van de serie: Iwan Spekenbrink, baas van Team Sunweb. Over talentontwikkeling en sponsoring.