Boksen
Klappen tegen het kinderhoofd, verbieden of niet?
Minderjarige kickboksers mogen sinds dit jaar in Nederland elkaars hoofd niet meer raken. De boksbond voelt niets voor zo’n verbod. Een discussie over het welzijn van kinderen in de ring. ‘Niet alleen een knock-out kan voor hersenschade zorgen, maar ook al die kleine klappen bij elkaar.’
Damian van veertien jaar hoeft niet lang na te denken over de vraag waarom hij op boksen zit. “Het geeft een adrenalinekick om te vechten. Het leukste zijn de klappen die je uitdeelt.” Over de eventuele gezondheidsrisico’s heeft hij nog nooit nagedacht.
Op deze doordeweekse avond werkt hij zich in het zweet met acht andere jeugdleden van The Golden Gloves in Eindhoven. Een trainer houdt ze nauwlettend in de gaten. “Jonge jongens zijn hongerig. Die willen alleen maar een rechtse geven en moeten dus afgeremd worden”, zegt Eric van den Heuvel, boegbeeld van de boksschool.
“Je hoeft geen arts te zijn om te begrijpen dat het voor een jong brein niet goed is om zware stoten te krijgen. Daarom let ik er altijd op dat jeugdleden grote handschoenen aan hebben. Met een strak, klein leertje om je vuist kun je echt een jukbeen kapotslaan, of een oogkas. Maar grote handschoenen, gevuld met padding, zijn een soort skippybal. Ook laat ik nooit sporters met veel gewichtsverschil sparren.”
Binnen de vechtsportwereld woedt een heftige discussie: moet er een verbod komen op klappen tegen het hoofd van minderjarigen? Van de Vechtsportautoriteit mogen sinds dit jaar achttien-minners die aan kickboksen, thaiboksen of mixed martial arts doen niet meer elkaars hoofd raken. Volgens de boksbond is een verbod niet nodig, omdat de coaches en scheidsrechters opgeleid zijn om de risico’s voor jongeren zo beperkt mogelijk te houden.
“Ik heb een sensor ontwikkeld”, verklaart Van den Heuvel, zelf meervoudig nationaal kampioen en behalve trainer ook arbiter. “Ik zie meteen hoe iemand in de ring staat. Als ik voel dat de sporters niet van elkaar willen leren, maar elkaar willens en wetens de kop eraf willen slaan, dan grijp ik in nog voor er iets kan gebeuren. Doe dat lekker in een wedstrijd, niet bij het sparren.”
Dementie
Uit wetenschappelijke onderzoeken blijkt dat van de volwassen (ex)vechtsporters 20 tot 50 procent hersenschade heeft opgelopen. De gevolgen variëren van verminderde geheugenfuncties en een afname van de motorische reactiesnelheid tot veranderingen in de hersenstructuur die de opname van nieuwe kennis bemoeilijken en vormen van dementie.
“Amerikaans onderzoek leert dat er een duidelijk leeftijdseffect is: hoe jonger iemand met de sport is begonnen, hoe meer schade”, legt wetenschapper Lot Verburgh uit. “Bij kinderen zijn de hersenen volop in ontwikkeling. Dat wil je niet verstoren. Niet voor niets hebben we ook een alcoholverbod tot achttien jaar.”
Verburgh is gespecialiseerd in sportgerelateerde hersenschuddingen en heeft op verzoek van de Vechtsportautoriteit een literatuurstudie uitgevoerd naar de effecten van full-contact sporten op het brein.
Farid Gamei, directeur van de autoriteit: “We wisten al heel lang hoe slecht die klappen op het hoofd van kinderen zijn. Vlak nadat wij als autoriteit zijn gestart, in 2017, hebben wij daarom besloten om de leeftijd waarop het hoofd geraakt mag worden stapsgewijs te verhogen naar achttien jaar. Om daarvoor het draagvlak onder onze achterban te vergroten wilden we een overzichtelijke studie, waarin de kennis uit al die losse wetenschappelijke onderzoeken naar rugby, boksen of American Football gebundeld is.”
Vooral van de wedstrijdsporters, ongeveer 20 procent van alle beoefenaars, kwam kritiek. “Zij denken dat wij in Nederland een achterstand oplopen ten opzichte van bijvoorbeeld Rusland, waar kinderen van tien elkaar al op het hoofd mogen raken. Maar we weten niet of het sportief een nadeel is. Ernesto Hoost bijvoorbeeld heeft gezegd dat hij misschien wel nooit wereldkampioen was geworden als hij op jonge leeftijd al vaak op zijn hoofd was geraakt. Hij begon pas met wedstrijden op zijn achttiende.”
De boksbond ziet niets in een verbod. “Wij willen internationaal bijblijven”, geeft Ed van Wijk toe. Hij is arts en voorzitter van de medische commissie van de Nederlandse Boksbond. “Als iemand tot zijn achttiende niet op het hoofd geraakt mag worden en die klappen dus ook niet leert te ontwijken, dan staat hij een dag na zijn achttiende verjaardag in de ring en krijgt hij ze om de oren. Dat moeten we niet willen.”
Hoofdkap
Volgens hem is boksen ‘de noble art of selfdefence’ en zijn er voldoende veiligheidsregels ingebouwd om hersenschade te voorkomen, zoals het opleiden van gecertificeerde trainers en het gebruik van grote handschoenen. Ook noemt hij de hoofdkap, al blijkt uit het onderzoek van Verburgh dat zo’n kap vooral schijnveiligheid oplevert.
Van Wijk meent dat de impact van een voet of elleboog tegen het hoofd groter is dan van een bokshandschoen. “Die komen veel harder aan. Ik kan me voorstellen dat de Vechtsportautoriteit zich daar zorgen om maakt. Maar dat is een hele andere tak van sport. Boksen is veilig met beheersbare risico’s. Sporten als voetbal en hockey zijn ook niet risicoloos. Daar kun je een bal tegen je hoofd krijgen.”
Onderzoeker Verburgh vindt dat vechtsporten wel uitzonderlijk zijn. “Het grote verschil is dat het bij boksen en kickboksen de intentie is om iemand op het hoofd te raken. Je wint de wedstrijd het snelste als de ander out gaat. Daarbij is het belangrijk om te vermelden dat niet alleen een knock-out voor hersenschade kan zorgen, maar ook al die kleine klappen bij elkaar.”
Voor Gamei is het duidelijk: “Het medische belang moet altijd zwaarder wegen dan het sportieve. Andere sportbonden verschuilen zich achter de internationale standaard. Wij steken onze nek uit door daarvan af te wijken. Dat vechtsporten die niet onder ons vallen, zoals boksen, karate en taekwondo, niet volgen knaagt aan ons draagvlak en zorgt voor onduidelijkheid.”
Beheersing
Volgens Van den Heuvel gaat de vergelijking tussen kickboksen en boksen mank. “De bokswereld is heel georganiseerd, met strenge regels. Een scheids telt al tot acht als een bokser ook maar een beetje wankelt. Na twee keer tellen is het klaar. Bij ons kan je niet zomaar op elkaar afvliegen. De slimste en snelste wint, niet de sterkste. Alles draait om beheersing. Dat staat ook centraal in de opleiding van talenten. Voor boksen is veel meer nodig dan keihard stoten.”
Ondertussen is Damian op deze doordeweekse trainingsavond in Eindhoven druk met touwtjespringen.
Lees ook:
Is een vechtsport verstandig voor een driftige zoon?
Wat te doen met een agressief broertje?