Kirsten Wild krijgt twee kansen om haar uitgestelde pensioen met goud te omlijsten

Ze is een grote kanshebber voor een olympische medaille, maar Kirsten Wild is nog geen moment in beeld geweest op de Olympische Spelen, die toch al anderhalve week duren. Het was voor Wild een lange zit, maar vrijdag gaat haar toernooi dan echt van start en begint ze aan haar derde Olympische Spelen.

Voor Wild, die vrijdag uitkomt op de koppelkoers met Amy Pieters en zondag op het individuele omnium, was het überhaupt een moeilijk jaar, waarin ze het lastig had met alle coronamaatregelen. Bovendien zou 2020 het laatste seizoen zijn waarin Wild (38) op de fiets zou zitten. Haar wielerpensioen stelde ze noodgedwongen een jaar uit. Bovendien raakte het gemis van wedstrijden haar. Ongeduldigheid nam toe. “Maar stoppen is nooit een optie geweest. Daarvoor wilde ik nog te graag.”

Zelf raakte Wild ook besmet met het coronavirus. Ze wist niet zo goed hoe ze met al die klachten om moest gaan. Trainen ging niet goed, soms kon ze slechts een uurtje per dag fietsen. Twijfelaar Wild maakte zich zorgen. Zou ze nog wel in staat zijn het niveau te halen dat voldoende is om bij de allerbesten te horen?

Getraind om de chaos na te bootsen

Toch is ze erbij in Tokio. Met haar gebruikelijke favorietenstatus. Op de koppelkoers werd ze met Pieters bijvoorbeeld twee keer achter elkaar wereldkampioen. Alleen heeft Wild nu geen idee hoe ze er internationaal voor staat. “Ik heb geen enkel idee hoe de concurrentie ervoor staat. Of ze best oké zijn of heel goed. Ik weet wel dat op de Spelen iedereen heel hard gaat.” Op de eigen trainingen ging het in ieder geval goed. “We hebben veel getraind met de jonge mannelijke talenten. Om de chaos na te bootsen.”

En dan is er nog het individuele onderdeel, het omnium. Vier onderdelen, de scratch, de temporace, een afvalkoers en de puntenkoers. Daar liggen kansen voor Wild, die bekend staat om haar tactisch inzicht en zeker nu het omnium uit onderdelen bestaat die Wild liggen. De vliegende ronde, de achtervolging en de 500 meter tijdrit waren niet de onderdelen waar Wild goed op was. Maar op de scratch en ook de puntenkoers voelt ze zich thuis.

Twee kansen, voor een medaille. En dat zou voor Wild, met toch al zo’n grote erelijst, iets nieuws zijn voor haar. Want een olympische plak, die heeft ze nog niet.

Lees ook:

Door pure wil, toewijding en een groot groepsgevoel zijn de baanwielrenners nu ook olympisch kampioen

De Nederlandse teamsprinters wonnen dinsdag goud. Precies de medaille waarvoor ze gekomen waren. En waarvan ze zich nauwelijks konden voorstellen dat ze ‘m niet zouden winnen.