Baanwielrennen
Kirsten Wild denkt nog niet aan een leven zonder winnen
Kirsten Wild richt het vizier op de Spelen in Tokio, maar eerst rijdt ze nog het WK op de baan, dat vandaag in Berlijn begint. ‘Je moet altijd op zoek naar verbetering.’
Ze oogt ontspannen, zo kort voor de start van het wereldkampioenschap. Toch staat Kirsten Wild (37) voor een indrukwekkend programma, dat ze vanaf vandaag zal afwerken. De zesvoudig Europees kampioen én zesvoudig wereldkampioen start in Berlijn op vier onderdelen: de scratch, de puntenkoers, het omnium en de koppelkoers. Dat laatste onderdeel rijdt ze met Amy Pieters, met wie ze haar wereldtitel verdedigt.
Natuurlijk, alles staat dit jaar in het teken van de Spelen in Tokio. Die ene medaille, de olympische, ontbreekt nog op haar erelijst. Het is nu het samenbundelen van hoop, spanning en verwachtingen voor dat ene evenement, ‘Tokio’ werkt voor sommige atleten beklemmend, maar niet voor de onverstoorbare Wild: “Tuurlijk denk ik veel na, maar als je elke dag denkt: ‘Oh nee, de Spelen’, dan hou je het niet vol. Als journalisten mij vragen naar de Spelen, dan moet ik antwoorden: eerst het WK. Tokio is immers nog ver weg. De planning stáát, ik vertrouw in dat proces. Het is zaak alles op te knippen. Dat klinkt heel methodisch, maar dat werkt voor mij. Het is hopen dat elk blok goed gaat.”
Aanvullende vragen over de Spelen wuift ze weg. Het wereldkampioenschap is meer dan een voorbereidingswedstrijd. “Het is wel het WK, het zou leuk zijn als het hier al goed gaat. Wat ‘goed’ dan precies is? Nou, je kunt goed zijn, dan win je vier keer.”
Zwaardere versnelling
Toch vindt Wild het ‘interessant’ om nieuwe dingen te proberen. “Ik weet dat het op de Spelen nog een tikje harder gaat, een tikje zwaarder wordt. Ik ga dingen uitproberen, zoals mijn huidige trapfrequentie op een zwaardere versnelling. Je weet nooit precies hoe dat uitpakt. In die zin is dit een ultieme testcase, ja, maar het blijft het WK. Er zijn hier prijzen te verdelen en ik houd nu eenmaal van winnen.”
Wild behoedt zich voor zelfgenoegzaamheid. Stilstaan, vindt ze, betekent achteruitgaan. “Blijf je doen wat je altijd hebt gedaan, dan verlies je uiteindelijk. Iedereen gaat immers steeds maar vooruit. Dat is een valkuil. Je moet altijd op zoek naar verbetering. Van een nieuwe fiets, of andere kleding, helm, versnellingen, tot positiewerk. Goed is nooit goed genoeg. Als je denkt: dit is het, dan loop je straks gewoon weer achter. Theo Bos zei ooit: ‘Ever change a winning team’. Die heb ik opgeslagen.”
Bestaat er in het hoofd van Kirsten Wild een leven na de Spelen? Een leven zonder winnen? “Soms denk ik weleens: wat ga ik nog kunnen doen waar ik evenveel voldoening uit haal? Ik zie mezelf geen vier jaar meer doorfietsen. En ja, er zijn ook andere dingen in het leven, maar dit blijft gewoon leuk om te doen. Het gaat me zelfs niet zozeer om die medailles. Ik geniet van de aanloop, ergens naartoe werken. Dat ik mezelf steeds fitter voel worden. Die drie weken voor zo’n wedstrijd, die zijn fantastisch. Daarin mag ik knetterhard trainen, heel moe worden. Dat moet zelfs. Dat is een fijn gevoel.”
De ouderdom brengt ook kwaaltjes met zich mee; haar rug spartelt soms wat tegen. Daar staat tegenover dat ze haar spelintelligentie met de dag voelt toenemen. Leeftijd is voor haar niet belangrijk, het gaat om hoe ze het beleeft. “Vind je iets leuk, dan hou je het langer en makkelijker vol. Denken aan een wielerpensioen heeft nu geen zin. Wat er ook op mijn pad komt, ik doe het toch niet. Pas als mijn wielercontract is afgelopen, ga ik erover nadenken. Dan zal ik afwegen of ik het leuker vind dan fietsen. De opleiding tot gymleraar hou ik achter de hand. Het is leuk om met jonge mensen te werken, maar vooralsnog vind ik dit het leukst om te doen.”
Stemmetje
Ondanks het aanhoudende succes speelt het verlangen naar een wielerloos bestaan zo nu en dan op. “Ik zeg het weleens tegen mijn vriend. Het lijkt me zo lekker om op vakantie te gaan zonder dat ik denk: er moet nog een fiets mee, want ik moet eigenlijk trainen. Op reis gaan zonder te denken: ‘Oh nee, deze wandeling was eigenlijk intensiever dan ik wilde’ of ‘Ai, het is koud en ik heb geen regenjas mee, straks raak ik verkouden’. Het lijkt me zo lekker om al die gedachten overboord te kieperen, me te ontdoen van die rem, dat stemmetje in mijn achterhoofd. Dat ik niet hoef te denken: ik ben ook nog wielrenner. Dan staan we hier maar in de regen, dan zijn we maar verkouden: so be it!”
De regenboogtrui heeft voor haar veel betekenis, maar magie? Nee, dat niet, zegt ze. “Maar die olympische ringen, die hebben dat wel. Die zag ik vroeger op televisie, zoiets groots en breeds ... In mijn beleving zijn de Spelen iets magisch. Daar gaat niets boven.”
Haar olympische droom is springlevend, maar zelfs een monument als Wild – 108 profoverwinningen op de teller – blijft zich bescheiden opstellen: “Ik haal er voor mezelf meer energie uit om het gewoon te laten zien, dan het heel hard te roepen.”
Lees ook:
Een gouden avond voor Nederland op EK baan, dankzij Wild en Hoogland
Er heerste vrijdagavond goudkoorts bij Nederland op de EK baanwielrennen in Apeldoorn. Kirsten Wild was de beste op het omnium. Niet veel later werd het Nederlandse onderonsje op de sprint beslist in het voordeel van Jeffrey Hoogland. Een terugblik in twee medailles.
Het harde regime is terug bij Kirsten Wild
Donderdag won Kirsten Wild de afvalkoers. Ze had er extra op getraind.