ColumnHenk Hoijtink
Kan Frankrijk weer zo een team vormen?
De Champions League-finale laatst, nee, ik liep er niet warm voor. Twee ploegen uit hetzelfde land, Manchester City en Chelsea, het grote geld tegen het nog grotere geld. Wat zou het uitmaken wie dat zou winnen? Wie zou er later nog iets van weten? Nee, dan landenvoetbal, hoe heerlijk anders is dat.
Het EK is vrijdag begonnen. Formeel dan, want moet ik u met de ervaring van de toernooiroutinier nog vertellen dat het ook met Italië-Turkije nog niet is begonnen? Het begint pas op 26 juni, met de eerste achtste finales, en misschien nog wel iets later.
De eerste ronde is vooral een kwestie van rekenend voetballen, en voor de toplanden van krachten doseren waar dat kan. Slechts acht ploegen vallen af. Dat mag in de Champions League in dat stadium soms vervelend aanvoelen, hier is dat anders. Er is zoveel om juist dan al naar te kijken, in de laag onder de oppervlakte van het voetbalveld, bedoel ik dan, achter de passes die al dan niet naar de goede kleur gaan – zoveel waarmee je ontwikkelingen in het toernooi al zou kunnen voorzien of verklaren.
Laat me uw toernooigids zijn
Bekijk – laat me uw toernooigids zijn – zeker in de eerste ronde het voetbal niet in termen van goed en slecht. Eis niet het goede, het perfecte, veroordeel niet het mindere. Een voetbalwedstrijd is geen film of toneelstuk waarvoor uitentreuren kan worden gerepeteerd en waarbij een tegenstander ontbreekt. Dat gaat al op voor clubvoetbal, dat desondanks vaak als zodanig wordt beschouwd en beoordeeld, en nog meer voor landenvoetbal.
Pep Guardiola kan kopen wie hij wil. Hij kan schuiven wat hij wil, totdat hij verstrikt raakt in zijn gedachten, middenvelders in de aanval opstelt en met Manchester City van het logisch opgestelde Chelsea verliest.
Coaches van landenploegen hebben geen tijd om in hun gedachten verstrikt te raken. Ze hebben hun spelers maar kort bij zich, spelers van wie de meesten zoveel vaker niet met elkaar spelen dan wel. Dan kan niet elke pass er één naar de goede kleur zijn. Vergeet het navelstaren over systemen, cijfercombinaties, en de gewichtige voorstelling van zaken alsof die er ingeslepen zouden kunnen of moeten worden – en alsof die het dan zoveel anders zouden maken.
Voor volk en vaderland?
Het gaat in een landentoernooi niet om goed, eens wat minder of slecht voetbal. Het gaat erom of en hoe teams zich kunnen vormen. Luister niet naar de spelers. Ze roepen allemaal in koor dat ze een eenheid zijn, vrienden misschien wel. Nee, kíjk naar ze in het veld, alleen daar is te zien of ze werkelijk beseffen wat samenwerken inhoudt en vereist.
Voor het geld hoeven ze het niet meer te doen en voor hun clubs moeten ze al zoveel doen. Doen ze het voor volk en vaderland? Zeker, soms zal dat zo zijn. Maar altijd, steeds maar weer? Hoe komen ze zover het toch met elkaar te doen? Dáár zit ’m, ver soms van het goede of perfecte, de schoonheid van landenvoetbal.
Zoals Portugal in 2016 Europees kampioen werd. Het wilde maar niet lopen, ook met Ronaldo niet, maar het verbond van de spelers zag je sterker en sterker worden. Frankrijk, de eendrachtige wereldkampioen van 2018 met de coach, Deschamps, die – een van mijn all time favourites – ook al zo logisch voetbalde. Kan het team zich weer zo vormen? Ik denk en hoop van wel, en zo zal ik naar ze kijken, naar Frankrijk en Portugal, naar Italië, Duitsland, Spanje, België, Engeland en ja, naar Oranje.
Kijk achter de pass naar al dan niet de goede kleur, en een mooi toernooi is hoe dan ook gegarandeerd.
Henk Hoijtink bespreekt in zijn columns de voetbalwereld. Lees ze hier terug.