AnalyseSchaatssport

ISU heeft imago- en kwaliteitsprobleem van het schaatsen aan zichzelf te danken

De openingsceremonie van de door de Internationale Schaatsunie georganiseerde Europese kampioenschappen in Hamar werd afgelopen januari door maar een handjevol toeschouwers bijgewoond. Beeld ANP
De openingsceremonie van de door de Internationale Schaatsunie georganiseerde Europese kampioenschappen in Hamar werd afgelopen januari door maar een handjevol toeschouwers bijgewoond.Beeld ANP

Lege hallen in het buitenland, klagende sporters, verschraling; het schaatsen kampt met een imago- en kwaliteitsprobleem. De internationale schaatsunie ISU kan dat zichzelf aanrekenen.

Marco Knippen

De kritiek was niet mals, na de EK allround en sprint begin januari in Hamar. De sport werd ‘kapotgemaakt’ en is ‘een aflopende zaak’ oordeelde de gewezen bondscoach van Japan Johan de Wit, die dit seizoen boegbeeld Miho Takagi privé begeleidt.

De reden van zijn treurzang: niet-Europeanen konden omwille van het Europese onderonsje tussen half december en medio februari alleen maar trainen. En waarvoor nou helemaal? De EK’s leverden nauwelijks spanning op: de Nederlanders veroverden zeven van de twaalf medailles, waaronder goud in elk eindklassement. Er was wat Noorse tegenstand en verder stonden er ook nog een Oostenrijkse, een Belg en een Let op het podium. Bij de vrouwen waren de twintig startplekken voor elk kampioenschap niet eens geclaimd.

Toegegeven: het gaf een wat vertekend beeld. Op de EK’s in het Noorse Hamar ontbraken de Russen, als gevolg van de uitsluiting na de Russische invasie in Oekraïne. Een sportieve aderlating die zich dit weekeinde bij de WK afstanden in Heerenveen opnieuw doet voelen. Tijdens de vorige editie kwam de grootste oppositie van de Nederlanders vooral uit Russische hoek: elf van de 42 medailles werden weggekaapt, terwijl de Oranje-ploeg tot een totaal van achttien kwam.

Keuze om schaatsen via EK’s te ‘reanimeren’ verkeerd

De keuze om in 2017 het EK allround te ‘reanimeren’, en daar een sprintequivalent aan toe te voegen, is een verkeerde. Een uitzinnig Thialf vierde weliswaar feest om de kampioenen Sven Kramer, Ireen Wüst, Kai Verbij en de Tsjechische Karolina Erbanova, maar een kwaliteitsimpuls bleek het door de inmiddels teruggetreden Nederlandse ISU-voorzitter Jan Dijkema bedachte concept geenszins. De hoge prijs die sindsdien wordt betaald, is dat de WK’s nog maar één keer in de twee jaar plaatsvinden: de combi allround-sprint in even jaren en het mondiale afstandskampioenschap in de oneven jaren. Dat lijkt een kardinale fout te zijn geweest.

Het Vikingskipet liep twee maanden geleden lang niet vol voor de EK’s, ondanks de Noorse opleving bij het allrounden. De toeschouwers die wel kwamen, werden getrakteerd op een hal met louter Nederlandse reclameborden, in het Nederlands ingesproken reclamespotjes tijdens pauzes en dweilorkest Kleintje Pils – zoals het al jaren gaat.

Het korfbal van de wintersporten

“We moeten zien te voorkomen dat schaatsen het korfbal van de wintersporten wordt”, zei Lieuwe Krol afgelopen najaar bij de presentatie van nieuwkomer Team Novus, een vreemdelingenlegioen dat de internationalisering van de sport wil stimuleren.

Van het gevreesde korfbalscenario is nóg geen sprake. De olympische status is voorlopig niet in het geding, bij gebrek aan wintersportalternatieven voor het Internationaal Olympische Comité. Bovendien heeft de ISU een machtige positie tegenover het IOC. Het heeft immers ook het kunstrijden, de kurk waar de federatie op drijft.

Die discipline is voor de Winterspelen en het IOC van immens belang, wat op gepaste afstand ook voor het shorttrack geldt. Langebaanschaatsen zit in de ‘packagedeal’. Er is wel een gevaar: de kijkdichtheid van het kunstrijden in de belangrijke ‘afzetmarkt’ Verenigde Staten is tanende, omdat de ooit zo succesvolle Amerikaanse vrouwen sinds 2010 geen enkele keer meer het olympisch podium haalden. Die trend leidt bij ISU en IOC tot kopzorgen.

Schaatsers en coaches voelen zich niet gehoord

Op papier pretendeert de ISU dat het langebaanschaatsen even hoog in de rangorde staat, verwijzend naar het ontwikkelingsprogramma dat, naar eigen zeggen, de olympisch kampioenen Nils van der Poel en Erin Jackson voortbracht. De praktijk is dat de schaatsers – en in hun kielzog coaches – zich al langer niet gehoord voelen binnen de ISU. Zo zijn suggesties om het schaatsen verder te professionaliseren en te populariseren telkens terzijde geschoven, waaronder de (brede) oproep om de EK’s voor louter WK’s op te offeren.

Niettemin lijkt de huidige ISU-preses, de Zuid-Koreaan Kim Jae-youl, zich bewust van de schaatsproblematiek. Hij gaf na zijn aantreden vorige zomer opdracht de huidige staat (lees: het verval) en het toekomstperspectief door een adviesbureau te laten schetsen. Dit document is afgelopen woensdag intern besproken, maar nog niet publiekelijk vrijgegeven. Dus is het onduidelijk of het écht de vinger op de zere plek legt.

Lees ook:

Blijft schaatsen dé winterse volkssport? Als het aan de Sven Kramer Academy ligt wel

Schaatsen zit steeds minder in het Nederlandse DNA. ‘Schaatsen hoort bij Nederland. Dat moeten we zo houden.’

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden