null Beeld
Beeld

Olympische SpelenSportief elftal

Is vrijheid voor sporters op de Olympische Spelen wel wenselijk?

Atleten hebben de regie meer in handen op de Olympische Spelen in Tokio. Is dat een goede zaak?

Jan-Cees Butter

Sporters krijgen meer vrijheid op de Olympische Spelen in Tokio. Dat liet Pieter van den Hoogenband (41), chef de mission van de Nederlandse Olympische ploeg, vorige week weten. Atleten mogen zelf bepalen of ze meelopen tijdens de openingsceremonie en daarnaast mogen ze zelf weten wat ze doen als ze zijn uitgesport. Ze kunnen naar huis, op eigen gelegenheid in Tokio verblijven of gebruikmaken van een door NOC-NSF geregeld hotel buiten het Olympisch dorp.

Een goede zaak, vindt oud-hockeyster Minke Booij, die drie keer uitkwam op de Olympische Spelen. “Als chef de mission moet je altijd blijven luisteren naar de wensen van de sporters.”

Sportjournalist en oud-basketballer Mart Smeets, die van 1972 tot en met 2016 verslag deed van de Olympische Spelen, is het daarmee eens. “Zeggen dat iemand niet mee mag lopen tijdens de openingsceremonie is een extreme vorm van betutteling”, meent hij. “Atleten zijn gewoon volwassen mensen. Behandel ze dan ook zo.”

Smeets: “Ik zal het moment nooit vergeten. Mijn zoon (voormalig honkbalinternational Tjerk Smeets, red.) liep mee tijdens de openingsceremonie van de Spelen in Peking, 2008. Dat ging niet anders dan anders. Je moet drie uur wachten, anderhalf uur lopen en vervolgens, in alle chaos, weer naar het Olympisch dorp zien te komen. Zijn gezicht na afloop zie ik nog zo voor me. Het meelopen tijdens de openingsceremonie vond hij een enorme eer. Het gaf hem een gevoel zoals hij nooit eerder had meegemaakt in zijn bestaan als sporter. Het was niet te omschrijven, zei hij.”

Vlaggedrager Jeroen Dubbeldam voert de Nederlandse delegatie aan bij de openingsceremonie van de Olympische Spelen van 2016 in Rio de Janeiro. Beeld AFP
Vlaggedrager Jeroen Dubbeldam voert de Nederlandse delegatie aan bij de openingsceremonie van de Olympische Spelen van 2016 in Rio de Janeiro.Beeld AFP

Booij: “Met de Nederlandse hockeyploeg heb ik nooit een openingsceremonie bijgewoond. Meestal moesten we de dag erna meteen spelen. Eén keer, in Sydney, was het een discussiepunt, omdat er toen een dag tussen zat, maar uiteindelijk zijn we toch niet gegaan. In een team is zoiets altijd lastig. Want een deel zegt: ik wil wel. Aan de coach is het dan om er samen uit te komen.”

Smeets: “Iedere sporter zou dit voor zichzelf moeten kunnen beslissen. Er zijn sporters die hun hele leven hebben gedroomd van deelname aan de Olympische Spelen, waaronder het meelopen tijdens de openingsceremonie. Dat geeft ze een mooi gemeenschapsgevoel. Ik ken sporters – en ik noem geen namen – die niet mochten meelopen in de openingsceremonie en vervolgens met een sik in de rondte liepen. Zo erg, dat misschien wel hun sportieve prestaties eronder hebben geleden.”

Booij: “Ik was afgelopen zomer zelf chef de mission bij het Europees Jeugd Olympisch Festival in Bakoe. Daar heb ik weer gezien hoeveel impact een openingsceremonie op sporters heeft. Het is energiegevend, maar ook energievretend. Maar ik vind het goed dat sporters nu zelf de keuze kunnen maken. Zij zijn verstandig genoeg om dat te beslissen.”

Smeets: “Er is geen trainer of slaapdeskundige die kan in schatten hoe belangrijk het meelopen tijdens de openingsceremonie is voor een sporter. De Amerikaanse basketballers kregen ooit te horen dat ze niet mee mochten lopen. Hun reactie? Dan gaan we niet. Zo belangrijk is het dus. En uiteraard liepen ze gewoon mee.”

Booij: “Het motto van NOC-NSF is: ‘Excelleren. Samen. Respect’. NOC-NSF is ervoor verantwoordelijk om een optimale sportomgeving te creëren tijdens de Spelen. Ik heb gezien hoe lastig dat is. Als hockeyster werk je bijvoorbeeld twee weken lang toe naar een piek, de finale, van iets waar je vier jaar naar hebt toegewerkt. Maar in het olympisch dorp lopen ook sporters rond die na drie, vier dagen al klaar zijn. Zij zitten dan al in de vakantiemodus. Het is heel lastig om dan de focus nog te behouden.”

Smeets: “Daarom is het een goede zaak dat de atleten die al klaar zijn, weggaan uit het Olympisch dorp. Het is daar geen speeltuin. Je moet respect hebben voor andere sporters. Er zijn voorbeelden genoeg van lallende atleten die ’s ochtends vroeg thuiskwamen, terwijl de zwemsters een paar uur later de honderd meter rugslag moesten zwemmen. Dat kan niet. Ga dan maar elders lol maken.”

Booij: “NOC-NSF heeft in de loop der jaren ook geleerd. Ik weet nog dat wij als hockeysters informatie over onze huldiging kregen, nog voordat we de finale moesten spelen. Dat moet je dus gewoon niet doen.”

Smeets: “Hetzelfde geldt voor de ‘losersvlucht’ van de Spelen in Rio de Janeiro. Dat was een buitengewoon onhandige zet van toenmalig chef de mission Maurits Hendriks. Als je die vlucht anders had genoemd, was er niets aan de hand geweest. Je moet een sporter, iemand die vier jaar lang zijn best heeft gedaan om op de Spelen te komen, geen loser noemen. Al past er wel een relativering bij. Aan mijn zoon vroeg ik destijds: “Hoe is het om je tussen al die toppers te begeven?’ Waarop hij zei: ‘Pap, nog geen tien procent van de atleten pakt een medaille, de overige negentig procent verliest’. Zo is het natuurlijk ook.”

Booij: “Die ‘losersvlucht’ pakte heel slecht uit in de media. Alleen, de sporters waren daar van tevoren in gekend en volgens mij was iedereen het ermee eens. Ik denk dat dit, zoals het nu is, een mooie oplossing is. Zo bewaak je de topsportomgeving in het olympisch dorp. Op de Spelen draait het niet om jou. Het draait om de Spelen. Die zijn zo groots en overweldigend. Daar moet je als sporter goed mee om kunnen gaan.”

In het sportief elftal buigen zich, naar het voorbeeld van de elftallen van onze redactie religie & filosofie, per aflevering twee van de elf deskundigen over een actueel sportief vraagstuk.

Lees ook:

Geen losersvlucht en meer vrijheid: de regels voor olympische sporters in Tokio zijn een stuk soepeler

De huidige sporters zijn professioneel genoeg om te bepalen wat goed voor hen is. In Tokio krijgen ze meer vrijheid in het maken van keuzes.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden