ReportageTour de France
Ineens gaat het in de Tour niet over corona, maar over de spekgladde wegen
De eerste etappe van de Tour de France, die de terugkeer van het wielerevenement moest markeren, ging door spekgladde wegen toch over dat andere onderwerp dat het wielrennen beheerst: de veiligheid van de renners. De Noor Alexander Kristoff won, maar het ging vooral over coureurs die minder geluk hadden.
Rechtop op zijn fiets en met zijn armen wijd legde de Duitser Tony Martin zaterdagmiddag de eerste etappe in de Tour de France op eigen initiatief stil. Of, nou ja, hij ging voorop rijden in het peloton en verhinderde zo in feite de rest van de wielrenners om voor hem uit te gaan rijden. Het was te gevaarlijk op de weg. Op dat moment was er nog 53 kilometer te rijden.
Het zou zo’n mooi verhaal moeten worden, zo was vooraf bedacht en vooral gehoopt door de Tourorganisatie. De eerste etappe zou aantonen aan dat het land veerkracht heeft, dat het toch een evenement kan organiseren in een voor de wereld levensgevaarlijke coronacrisis. En het was ook die stemming die overheerste bij de start van de Tour in Nice, in de zon, even voor 14.00 uur. Een paar uur later ging het verhaal van de eerste rit juist over dat andere hete hangijzer in de sport naast corona: veiligheid.
De Tour voert dit weekend door het achterland van Nice, waar de bergen en de grote weg langs de industrie (en de trambaan) elkaar afwisselen. Door het grillige karakter van de omgeving zijn de wegen door de bergen noodgedwongen kriskras aangelegd, met technisch afdalingen en zeer veel scherpe haarspeldbochten achter elkaar tot gevolg.
Het water gutste in stromen over het asfalt
In combinatie met noodweer werd het parcours juist op die stukken zeer gevaarlijk. Het water gutste zaterdagmiddag in stromen over het asfalt. Het ging er vaak niet harder dan stapvoets. Bovendien spoelde in de binnenstad van Nice het eerste regenwater in weken de olie op het wegdek weg, waardoor zebrapaden en alle witte strepen op de weg extra glad werden.
Er werd gevallen, soms toch ook met snelheden van 50 kilometer per uur. Julian Alaphilippe, een meer dan goede daler, moest zelfs met een voetje uit zijn pedaal om een bocht te houden. Robert Gesink schoof onderuit in de binnenstad, Miguel Angel Lopez van Astana verloor controle over zijn achterwiel en klapte tegen een parkeerbord (alleen zijn hoofd deed pijn). De grootste slachtoffers waren de Rus Pavel Sivakov (Ineos), die twee keer viel en de hele dag ver op achterstand reed en de Spanjaard Rafael Valls, die op een brancard werd weggedragen.
De renners besloten uiteindelijk zelf tot een gecontroleerde neutralisatie, onder leiding van Martin, die na afloop zou verklaren ‘trots te zijn op het peloton’. Een zeldzaam moment van eensgezindheid in de wielersport, maar ook begrijpelijk na de hevige valpartijen van Fabio Jakobsen, Remco Evenepoel en Steven Kruijswijk de afgelopen weken. Het onderwerp is belangrijk, en in een chaotische Touretappe was het voor iedereen gunstiger als er samen rustig door gevaarlijke punten zou worden gereden.
Maar zelfs tijdens de wapenstilstand werd nog hard gevallen, onder meer door George Bennett, een van de belangrijkste helpers van Tom Dumoulin en Primoz Roglic bij Jumbo-Visma. Pas op 20 kilometer voor de streep, op de lange rechte en vooral brede weg richting de boulevard van Nice, werd het racen ‘hervat’, met een aanval van de Fransman Benoit Cosnefroy.
Het laatste gevaarlijke stuk werd een stukje veiliger gemaakt
De organisatie, die het initiatief tot besluitvorming aan de renners had overgelaten, besloot wel de tijden op 3 kilometer voor de finish op te nemen. Op die manier werd het laatste gevaarlijke stuk een stukje veiliger gemaakt. Uiteindelijk won de Noor Kristoff de sprint, voor wereldkampioen Mads Pedersen en de verrassende Cees Bol.
Die laatste sprak van een paradox. “Het is een eerste dag in een Tour in een raar jaar. Iedereen wil gevaar mijden en juist daardoor wordt het gevaarlijk. Uiteindelijk zagen we in de laatste afdaling in dat we dom deden en zijn we rustig naar beneden gereden. Dat had geen invloed op de koers, behalve dat er minder valpartijen waren. En dat is fijn voor iedereen.”
Ook Tom Dumoulin had geglibberd. Het waren wegen waar ‘óveral olie lag’, zei hij na de finish. Hij was uiteindelijk ook realistisch: hier was niks tegen te doen. “Het is een tricky eerste Touretappe ja. Maar is het over de limiet? Nee, dat zeker niet. Het is wielrennen en omstandigheden waar wij mee moeten omgaan. De jury kan vanuit een auto niet voelen hoe glad het is. Wij moeten dat zelf beoordelen. We hebben er goed aan gedaan om het te neutraliseren.”
Lees ook:
De Tour is te groot om nog te stoppen
Nice maakt zich in code rood klaar voor drie dagen Tour. Er is kritiek, maar ‘de Tour is te groot om af te blazen’.