SchaatsenWereldbeker
In Polen viel voor de meeste schaatsers weinig te winnen, behalve vertrouwen
De Nederlandse schaatsers hadden bij de laatste wereldbekerwedstrijd in Polen vooral de WK afstanden van over twee weken in hun hoofd. Het ging niet zozeer om winnen, maar om vertrouwen krijgen.
Jutta Leerdam zag het uit een ooghoek, op het grote scherm van de ijsbaan in Tomaszów Mazowiecki. Hoewel ze net de 1000 meter had gewonnen, was ze met één puntje verschil tweede geworden in de eindstand van het wereldbekerklassement, achter de Japanse Miho Takagi.
Opvallend, omdat Leerdam al haar vijf wedstrijden die ze dit seizoen reed had gewonnen. Maar omdat ze vorige week één wedstrijd niet mocht rijden van haar coach, verloor ze de competitie toch. Bij de NOS: “Dat is een beetje zuur, maar als de coach zegt dat het beter is om niet te rijden, dan doe ik dat.”
Die coach, dat is in dit geval Jac Orie. Hij had Leerdam twee weken geleden gebeld met de vraag of ze een van de twee wedstrijden in Polen wilde laten schieten. Dat kwam beter uit in de voorbereiding op het WK, over twee weken in Heerenveen. Leerdam ging akkoord. “Als Jac zegt dat het beter is, dan luister ik. Ik ga geen eigen keuze maken en wil uiteindelijk op het WK beter zijn. Want dat is belangrijker dan een wereldbeker.”
Minder comfortabele ijsbaan
Leerdam vertelde over haar afwegingen, maar dat was volledig in lijn met bijna alle Nederlanders. Het dubbele schaatsweekend in Polen was vanuit Nederlands perspectief niet heel belangrijk meer en werd getekend door afzeggingen. Twee weken naar een minder comfortabele ijsbaan was een te grote belasting, zeker als ook kon worden getraind op de ‘eigen’ WK-baan in Heerenveen.
De thuisbasis, waar beter ijs ligt, is geschikter voor de voorbereiding op het belangrijkste toernooi van het jaar dan de zes jaar oude baan in het ingeslapen Tomaszów Mazowiecki. In Polen is het ‘werkijs’, veel meer dan het ‘glij-ijs’ in Heerenveen, zoals de schaatsers het zelf graag typeren. Hein Otterspeer vergeleek de vloer in Polen vorige week met het natuurijs van de Weissensee in Oostenrijk.
Een andere reden voor de grote afwezigheid was dat de Nederlandse schaatsers kort de tijd hadden tussen NK en WK. De NK was het plaatsingsmoment, het WK het grote doel. Daartussen is een trainingskamp noodzakelijk, vinden de Nederlanders. Twee weken Polen zou dan te veel van het goede zijn.
Filmpjes uit Thialf
Daarom sloeg Jumbo-Visma het eerste weekend over, vorige week. Terwijl Patrick Roest voor Reggeborgh de 5 kilometer reed, plaatste DaiDai Ntab voor Jumbo-Visma filmpjes van het oefenen van zijn starts in Thialf. Dit weekend was het weer omgekeerd. Ntab kwam voor het eerst in twee jaar weer op het podium van een 500 meter, terwijl Roest over Friese wegen fietste. Irene Schouten reisde helemaal niet af: zij won in twee weken twee marathons in eigen land.
Er was in Polen ook niet veel te winnen. Ja, de wereldbeker, maar door de eigengereide voorbereiding van de Nederlanders was er daar ook weinig eer te behalen. Veel Nederlanders hadden geen uitzicht op een goede klassering, juist vanwege de afzeggingen eerder dit jaar.
Dat gold niet voor Kjeld Nuis, die in tegenstelling tot de rest van zijn ploeggenoten wel in Polen bleef omdat hij het wereldbekerklassement over 1500 meter wilde winnen. Dat lukte vrijdagavond, al verloor hij wel in een rechtstreeks duel van de Amerikaan Jordan Stolz. Nuis ging zondag niet meer van start op de 1000 meter. Maar dat hij het algemeen klassement over 1500 meter won, was voor het toch een ‘opsteker’. Beau Snellink won onverwachts nog het eindklassement op de lange afstanden, Hein Otterspeer die over 1000 meter.
Niet lekker voor het vertrouwen
Voor veel WK-gangers ging het verder in Polen alleen om vertrouwen. Nuis, Ntab en Leerdam gingen met een goed gevoel naar huis, maar Antoinette Rijpma-De Jong bijvoorbeeld toch met twijfel. Zij verprutste haar 3 kilometer, reed naar eigen zeggen ‘verdrietig’ rond, maar herpakte zich met een tweede plaats op de 1500 meter. Heel lekker voor het vertrouwen was het uitstapje alleen niet geweest. Rijpma-De Jong eindigde ver achter de Noorse Ragne Wiklund, die een grote concurrent lijkt te worden op de WK.
Over twee weken is in Heerenveen de WK afstanden. Rijpma-De Jong hoopt dat haar mispeer van dit weekend niet meer nadreunt. En wint Leerdam daar de 1000 meter, dan is het gemis van de wereldbeker meteen vergeten.
Lees ook:
Schaatsster Rijpma-de Jong durft steeds meer op zichzelf te vertrouwen. ‘Ik ben heel vaak gekwetst’
Getekend door haar jeugd en gehard in de topsportwereld heeft Antoinette Rijpma-de Jong een muur om zich heen opgetrokken. Dit weekeinde is ze een van de blikvangers op de NK afstanden. ‘Ik vind het heel moeilijk om die kwetsbare Antoinette te laten zien.’