WK judo
In de zoektocht naar betere prestaties kwamen de judoka’s uit bij de warming-up: die moet feller
Precies een jaar geleden zei directeur topsport van de judobond Gijs Ronnes dat de Nederlandse judoka’s om succes te behalen ‘iets anders moesten doen dan wat ze altijd deden’. Nu, vlak voor het WK, is de vraag: wat is daarvan terechtgekomen?
Als Gijs Ronnes antwoord moet geven op de vraag of er sinds zijn aanstelling bij de judobond heilige huisjes om zijn gegaan, moet hij zichzelf corrigeren. Ja, zegt hij eerst volmondig. Om daarna een beetje terug te krabbelen: “Als ze echt heilig waren, waren ze nooit omgegaan natuurlijk.”
Duidelijk is in ieder geval dat er wel degelijk verandering is bij de judobond, sinds voormalig succesvol beachvolleybaltrainer Ronnes vorig jaar januari aantrad als directeur topsport. Gedwongen door de magere resultaten van de afgelopen twee Olympische Spelen (telkens maar één keer brons) was ontwikkeling nodig, ook om het budget op peil te houden. De topsport ‘moest lef tonen’, zoals Ronnes in mei vertelde, een paar maanden na zijn aanstelling.
Snapt niks van judo
Het was en is een grote taak, zeker in een sport die te boek staat als zeer conservatief, met (verbaal) aanvallen of verdedigen als natuurlijke reflex op verandering. Maar Ronnes heeft het gevoel dat zijn ‘nieuwe stijl’ wel wordt omarmd. “Het komt nog steeds voor dat iemand zegt dat ik de beachvolleyballer ben die niks van judo snapt. Dat is terecht. Maar stap voor stap gaat het volgens mij wel beter.”
De sporters zelf worden al aardig moe van alle onderzoeken die Ronnes ‘op ze gooit’, lacht hij. “Ik heb ze al betrokken bij enquêtes over blessures, veilig sportklimaat en over het algemene programma. En ik krijg daar direct feedback op: ze voelen zich niet gehoord en willen weten wat ik met de resultaten doe. Dat moet ik beter doen.”
Wat is dan echt een wezenlijke verandering? “Mijn gevoel is dat er minder hiërarchisch wordt gewerkt in de coach-staf. De olympische coach bepaalt niet wat de trainer van de academie moet doen. Dat is nu wel echt anders.”
Laaghangend fruit
Dit weekend beginnen in Qatar de WK judo, met wederom Nederlandse kanshebbers. Een titeltoernooi, en belangrijk ook voor olympische kwalificatie. Gaat de toeschouwer dan al wat zien van een andere lijn? Wellicht wel. Want er zijn op sportief vlak zeker wijzigingen doorgevoerd.
Op basis van wetenschappelijke onderzoeken en literatuurstudies werd gekeken wat er sportief beter kan. Een van de belangrijkste conclusies: de warming-up moest anders. En dus is een nieuw protocol uitgedacht, waarbij de judoka’s veel meer dan eerst in het rood moeten opwarmen. Dieper vermoeid raken, om zo de klap van de eerste wedstrijd niet te groot te laten zijn.
Het lijkt een vrij simpele aanpassing. En inderdaad is dit ‘laaghangend fruit’, erkent Ronnes. Het is nu eenmaal niet zo makkelijk om grote onderwerpen in de topsport aan te pakken. “De topsporter wil vooral meewerken als ‘het nieuwe’ makkelijk toepasbaar is en morgen effect heeft. Dat merk je overigens overal: topsporters in het algemeen zijn er niet happig op om bij te dragen.”
Anders trainen
Een volgende stap is om in de sportprogramma’s meer vernieuwingen te integreren. “We doen best veel, maar wat mij betreft zijn we niet waar we kunnen zijn. Laat ik een voorbeeld geven: ik vind bijvoorbeeld dat we een wedstrijddag moeten trainen. Je judoot bijvoorbeeld om 09.00 uur, twee uur later weer en zo de dag door. Dat doen wij niet. Ik persoonlijk vind dat opmerkelijk. En het is niet gezegd of dat moet, laat dat duidelijk zijn, maar laten we er in ieder geval over nadenken.”
Hij gaat door: “Als we het hebben over trainingen: waarom moet het op de manier waarop het altijd gaat? Er zijn randori-trainingen, partijtjes. De hele wereld doet dat, en niet voor niets. Maar in periodisering is wel wat te halen. Judo is een anaerobe bezigheid: explosief. Daar heb je alleen wel een aerobe basis voor nodig. Daar zijn we nu mee bezig, om te kijken of de judoka’s niet meer en langer op de fiets moeten zitten bijvoorbeeld.”
Gekort op het budget
Niet dat alles makkelijk gaat. De judosport wordt vanwege de slechte olympische resultaten door NOC-NSF gekort op het budget (nu een kleine twee miljoen euro). Ook dit jaar hebben verschillende judoka’s toernooien uit eigen zak moeten betalen. En de psycholoog, die na een kritische evaluatie van de Spelen van Tokio als onmisbaar werd geacht en inmiddels in het hele topsportprogramma is geïntegreerd, werkt op basis van een freelancecontract. Ronnes: “We moeten keuzes maken. En dat is echt wel lastig. Maar ik weet wel dat de discussie over meer of minder geld vooralsnog naar de achtergrond is verdwenen.”
Toch Russen op WK judo
De WK judo vinden vanaf zondag plaats in Qatar. Nederland heeft in bijna elke categorie kans op een goed resultaat. Noël van ‘t End (-90 kg) bij de mannen en Sanne van Dijke (-70 kg) bij de vrouwen lijken de beste Nederlandse troeven. Zeker Van ‘t End heeft een goed seizoen, met winst bij de Grand Slam-toernooien van Parijs en Antalya.
Opvallend aan de WK is de deelname van Russische judoka’s én, daaraan verbonden, de afwezigheid van Oekraïense atleten. Russen en Belarussen mogen meedoen onder neutrale vlag. Dat is in lijn met de wens van het Internationaal Olympisch Comité (IOC), maar Oekraïne is er furieus over. Acht leden van de Russische delegatie zijn wel geweerd, omdat zij banden zouden hebben met het leger of de veiligheidsdiensten.
Lees ook:
Judoka Sanne van Dijke is wél bezig met de mensenrechten in Qatar
Judoka Sanne van Dijke vindt het onbegrijpelijk dat Qatar door de internationale judobond als locatie voor het komende WK is gekozen.