InterviewWaterpolo
Iefke van Belkum: ‘We missen killersinstinct, dat zit niet in onze cultuur’
Iefke van Belkum (33), een van de beste waterpolosters van ons land ooit, heeft besloten te stoppen. Ze wordt coach bij haar club ZVL in Leiden.
Het hoogtepunt bereikte ze al op haar 21ste: olympisch goud in 2008 in Peking. Ze werd daarna kampioen in Amerika, Griekenland en Rusland. Onlangs besloot Iefke van Belkum te stoppen, midden in de coronacrisis. Een abrupt einde van een imposante loopbaan. “Die beslissing had ik al lang genomen. Op vrijdagavond van de bank afkomen om te trainen, dat viel me steeds zwaarder. Dan weet je dat het einde nabij is. Het spelletje zelf vind ik nog heel leuk, maar niet meer als speelster.”
Word je daarom komend seizoen coach van ZVL, de club waar je de laatste jaren hebt gespeeld?
“Dat verzoek kwam ook vanuit de club. Jaren geleden heb ik mijn trainersdiploma al gehaald, omdat ik wel wist dat ik deze kant op wilde. Omdat onze huidige coach Jacob Spijker een stap terug doet, kwamen ze bij mij uit. Sommige speelsters willen na hun actieve loopbaan afstand nemen en andere dingen doen. Dat gevoel heb ik niet. Ik vind het juist leuk om jonge speelsters iets te leren en met z’n allen hetzelfde doel na te streven. Het is mijn hobby.”
In 2013, na het teleurstellende WK in Barcelona, stopte je op 27-jarige leeftijd als international. Je uitte kritiek op de KNZB. Er zou te weinig worden gedaan aan talentontwikkeling.
“Na het goud van Peking heb ik wel een tijdje gedacht: is dit het dan? We misten de Spelen van Londen in 2012. Dat we onze titel niet konden verdedigen, was heel zwaar, juist omdat we daar weer een medaille hadden kunnen winnen. Ik had het gevoel dat mijn rol was uitgespeeld. Als jij rechts wilt en de rest links, is het tijd om te stoppen. Ik kon door mijn onvrede niet meer van meerwaarde zijn in het water. Na het teleurstellende Olympisch kwalificatietoernooi voor Rio voelde ik erg mee met die meiden, terwijl ik commentaar gaf voor de NOS. Maar ik had niet het idee dat ik daar nog in het water had moeten liggen.”
In zeven jaar tijd lijkt er niet veel veranderd. Ook vorig jaar speelde de ploeg een slecht WK en het EK van januari was zeer wisselvallig. Bevestigt dat jouw gelijk van toen?
“Nee, er is echt wel het nodige veranderd. Er zijn jonge meiden ingestroomd. Feit is wel dat we niet altijd presteren als het er echt op aankomt. Dat kan alleen maar iets mentaals zijn. We spelen mooi en frivool waterpolo, maar als er iets anders wordt gevraagd, zoals killersinstinct, dan blijkt dat moeilijk voor ons. Dat zit niet in onze cultuur en wél in die van onze concurrenten. Daar worden sporters opgeleid met het idee dat winnen het enige is dat telt. Dat heb ik wel ervaren tijdens mijn periodes in het buitenland.”
“Op het laatste EK speelden we vier duels prima. We speelden de latere winnaar Spanje helemaal weg, maar tegen Rusland, toen het om een ticket voor de Olympische Spelen ging, blokkeerden we. Plaatsing voor Tokio wordt ook nu weer moeilijk, maar áls het lukt, dan zou die bevrijding zomaar een medaille kunnen opleveren.”
Lees ook:
Trendbreuk: waterpolodames trainen niet de hele tijd samen richting Tokio 2021
Na het uitstel van de Spelen hebben de Nederlandse waterpolovrouwen besloten om komend seizoen niet meer gezamenlijk in Zeist te trainen. Daarmee wordt een traditie doorbroken.