Sportief ElftalRacisme
Hoe bannen we racisme uit de sport?
Apengeluiden, boegeroep en obscene gebaren: racisme teistert ook de sportwereld. Hoe dit tegen te gaan?
De EK-kwalificatiewedstrijd Bulgarije-Engeland, het Italiaanse competitieduel Cagliari-Internazionale en de FA Cup-ontmoeting tussen Haringey Borough en Yeovil Town: zomaar drie voetbalwedstrijden die de afgelopen weken ontsierd werden door racistische spreekkoren. Hoe bannen we racisme uit de sport? Waarom ontbreekt het aan daadkrachtig optreden van bestuurders? En is het vooral een ‘voetbalprobleem’?
“Het smeult”, ziet sportjournalist en oud-basketballer Mart Smeets. “En af en toe steekt het weer de kop op.” Marjan Olfers, bijzonder hoogleraar sport en recht aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, pleit voor een actievere, meer reflecterende houding van de sportwereld: “We moeten allereerst erkennen dat dit een probleem is en samenwerken om dit uit te roeien”.
Smeets: “Dit is vooral een probleem van het voetbal, denk ik. Ik kan mij niet herinneren dat ik ooit racistische opstanden heb gezien op tribunes bij het waterpolo, volleybal of tennis – om maar wat te noemen.”
Olfers: “Racisme is, net als seksuele intimidatie, niet sport-eigen. Het is een maatschappelijk issue en niet alleen een probleem van de sport.”
Smeets: “Het is onkruid. Racisme is, helaas, niet uit te bannen. Wat denk je dat er gebeurt als zoiets zou plaatsvinden in de hoofdklasse hockey? Dan wordt iemand aangesproken op z’n gedrag en verzocht nooit meer te komen. In het voetbal ontbreekt die sociale controle.”
Soms tussen sporters, veel vaker onder toeschouwers
Olfers: “Ik denk dat we twee dingen niet door elkaar moeten laten lopen. Racisme gebeurt soms tussen sporters onderling, maar veel vaker maken toeschouwers zich er schuldig aan. Wat kun je dan doen? Deze toeschouwers hebben geen lidmaatschap of zoiets, maar kopen gewoon een kaartje om naar een wedstrijd te gaan. Dan is er een aantal partijen die iets kunnen doen: de thuisspelende club, de club wiens speler het betreft, voetbalbond KNVB of – wanneer het een internationale wedstrijd betreft – de Uefa of de Fifa. Het strafrecht is ook van toepassing hier, maar dat wordt maar weinig gevolgd. En waarom? Omdat het best lastig is. Wie zegt wat in een vol stadion? Toegangskaarten staan vaak ook niet op naam.”
Smeets: “Racisme komt soms ook voort uit onwetendheid. Ik weet nog dat ik in 1983 verslag deed van het Nederlands basketbalteam, dat een wedstrijd moest spelen in Kentucky, een van de meest witte staten van Amerika. Bij Nederland speelden twee basketballers met een kleurtje, Randy Wiel en Herbert Camero. Het plaatselijke tv-station interviewde mij en vroeg waarom Nederland, dat in hun ogen toch een geciviliseerd land was, twee donkere spelers had. Dat was, zonder dat ze het zelf door hadden, zo’n ontzettend kwetsende vraag. Maar wel eentje met racisme als basis.”
Olfers: “We moeten racisme niet vergoelijken, wat Johan Derksen wel af en toe doet. Het is onze plicht er iets aan te doen. Als ik dergelijke racistische geluiden in een voetbalstadion hoor, dan is dat lastig te verkroppen. Dan denk je: waarom wordt diegene die die geluiden maakt niet meteen opgehaald en afgevoerd? Maar goed, dat kan gevolgen hebben voor de openbare orde in het stadion. Voor hetzelfde geld slaat de vlam in de pan. Dat is het wrange in dit hele verhaal: iedereen ziet het, iedereen hoort het, maar niemand doet iets om de rotte appels er meteen uit te halen.”
Van het veld afstappen? Dan leg je het bij de sporters
Smeets: “Of van het veld af stappen een goed idee is? Dan ontstaat er ten eerste verwarring, dan boosheid en vervolgens realiseert men: er wordt ons een wedstrijd ontnomen. Ik weet niet of dat goed gaat. Ik ken geen enkele maatregel of straf die werkt.”
Olfers: “Van het veld af stappen vind ik ook geen goed idee, want dan leg je het weer neer bij die sporters, terwijl dit iets is van bestuurders. Zij moeten een krachtig statement maken. Maar dat durven ze vaak niet. Bepaalde supportersgroepen hebben ontiegelijk veel macht binnen een voetbalclub. Bestuurders zijn daar bang voor.”
Smeets: “Alleen een harde aanpak van clubs, de KNVB en de Uefa zou kunnen werken. Denk aan stadionverboden, hoge boetes en gevangenisstraffen. Ik heb alleen het idee dat de ‘supporters’ die dit doen vooral opgeschoten jeugd is, jongeren die niet eens weten wat ze doen en waarom ze het doen, omdat ze dronken zijn, zich vol gesnoven hebben of aan de pillen zitten. Er zit bij hen volgens mij geen goed doorwrocht idee achter racisme. Dat is nog het trieste.”
Olfers: “Bepaalde landen maken zich er meer schuldig aan dan andere. In Servië, Kroatië en Bulgarije is het echt een probleem. Die landen zullen zich ten eerste verantwoordelijk moeten voelen voor wat hun supporters doen en vervolgens, samen met de betrokken partijen, een ‘masterplan’ maken om te voorkomen dat dit soort supporters er niet meer in komt. Dan kun je denken aan een levenslang stadionverbod, ja.”
Smeets: “Sommige clubs in Europa, zoals te zien is in Polen, Duitsland en Italië, zijn gebouwd op een neo-rechtse aanhang, mensen die bijna uitzichtloos de week doorkomen en zich op zondag op zo’n manier laten gelden. Het is heel primair gedrag. Het is misschien een gevaarlijke uitspraak, maar ik denk dat het te maken heeft met de sociale afkomst en opvoeding van de betreffende ‘supporters’. Ik denk dat ze geen idee hebben wat ze precies doen. Daar kun je alleen maar medelijden mee hebben.”
In het sportief elftal buigen zich, naar het voorbeeld van de elftallen van onze redactie religie & filosofie, per aflevering twee van de elf deskundigen over een actueel sportief vraagstuk.