null Beeld

ColumnMarijn de Vries

Het grote doel, de droom van Lotte Kopecky

Marijn de Vries

Waar denk je aan, als je zes uur lang op de racefiets achter een scooter rijdt? Zes uur lang zo dicht mogelijk op het wiel. Zes uur lang concentreren. Wegdromen kan misschien een beetje. Blijven opletten is een must. Voor je het weet mis je een steentje. Of een drempel. Of een overstekend dier.

Waar fiets je langs, als je zo lang achter een scooter hangt? Ik heb er vaak aan gedacht, de afgelopen twee weken. Aan wielrenster Lotte Kopecky. En aan hoe ze die immense ronde beleefd moet hebben. Na precies zes uur, nul minuten en veertig seconden klokte ze af. Tweehonderdvijfentwintig komma zes kilometer op de teller. Reken maar uit wat dat gemiddeld is.

Ze woont in het Oost-Vlaamse Assenede. Dat is vier kilometer van de Nederlandse grens. Gisteren ben ik voor de grap eens een route gaan schetsen, gewoon, omdat ik wilde weten hoe groot een ronde van tweehonderdvijfentwintig kilometer vanuit haar woonplaats is.

In mijn gedachten fietst Lotte van Assenede naar boven, naar het noordoosten. Via Sas van Gent ons land in, en dan naar Axel, Kloosterzande en Perkpolder. Linksaf, en dan volgt ze, langs de Westerschelde, de kust. Door Terneuzen, Breskens en Cadzand. De grens met België weer over. Knokke. Zeebrugge. Blankenberge. Oostende. Ze houdt de zee telkens aan haar rechterhand.

Wie heeft haar zien fietsen, achter die scooter, in het zwart-geel-rood van de Belgisch kampioen? Vast heel wat mensen. Want het was weliswaar fris dat weekend, maar weekend. Dan zijn er altijd veel mensen aan de kust. Landinwaarts gaat het, door de Vlaamse landerijen (Zedelgem, Beernem, Knesselare), met een boog onder Brugge door. Gent laat ze rechts liggen als ze zo zoetjes weer op huis aan gaat.

Waar denk je aan, als je zes uur achter een scooter rijdt? Twee weken voor de Ronde, en middenin het seizoen ook nog zo’n lange training, met zo’n snelheid. Verbazingwekkend. “Straf”, zoals de Vlamingen zeggen. Misschien bracht het haar toen al in the zone. De winningmood had ze alvast al: twee weken eerder schreef ze de Strade Bianche op haar naam. Maar haar grote doel, haar droom, lag elders. Lag dichterbij. Op de Koppenberg, de Taaienberg, de Oude Kwaremont.

Als je zes uur achter een scooter rijdt, geestdodend is dat in feite, dan moet dat wel zijn waar je zo’n beetje continu aan denkt. Die hellingen. De kasseien. Hoe je die koers wilt winnen. Gaat winnen. Hoe je niet lost, als de sterkste klimmer van het pak je probeert te lozen. Je bijt en klemt je kaken op elkaar, net als je tijdens de Strade deed.

Eigenlijk kun je een koers als de Ronde alleen maar verliezen, als heel Vlaanderen naar je kijkt. Al die ogen, vol verwachting. De druk die daarvan uitgaat is immens. Het kan zo makkelijk mislukken. Je kunt zoveel fout doen. En vaak ligt verliezen niet eens echt aan jou. Wielrennen is immers een sport waarin heel vaak niet de sterkste wint.

Maar als je tijd neemt om aan elke kilometer te denken, aan elke kassei waar je over moet. Aan elke helling, elke bocht. Als je elke meter van de wedstrijd geduldig aan je geestesoog voorbij laat trekken, je inprent en tot in detail visualiseert. Omdat je zes uur lang de tijd hebt achter een scooter, bijvoorbeeld. Dan zou dat zomaar eens de gouden formule kunnen zijn.

Journalist en voormalig profwielrenner Marijn de Vries schrijft iedere dinsdag een column over sport. Lees hier eerdere columns terug.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden