Waterpolo
Herboren waterpolovrouwen maken indruk op EK
De Nederlandse waterpolosters namen zondag op het EK revanche op Spanje. Door de 10-6 zege lonkt de halve finale en een ticket naar de Spelen.
Precies dezelfde speelsters in het water, en ook dezelfde coaches aan de rand van het bad. En toch was de herhaling van Nederland-Spanje in vergelijking met zes maanden geleden een wereld van verschil. Toen was de kwartfinale in Zuid-Korea door zes dramatisch slechte minuten aan de kant van Nederland al beslist (12-8). Nu waren de rollen omgedraaid in de lege Duna Arena en mocht Oranje zich na twee periodes al bijna winnaar noemen: 6-1. Door de zege is de groepswinst voor Nederland en treft het woensdag het zwakke Slowakije in de kwartfinale. “We deden alles nu beter. Zo simpel is het”, zag ook bondscoach Arno Havenga, die regelmatig klapte voor zijn speelsters. “En we hebben goed ons huiswerk gedaan.”
De bewoonsters van het Iberisch schiereiland mogen met recht ‘angstgegners’ genoemd worden. Spanje had bij drie van de vier laatste ontmoetingen de vrouwen van Havenga overklast, maar kwam nu geen moment in het spel. De gevreesde middenvoors Garcia en Leiton werden vakkundig afgedekt. Daardoor was Spanje vooral aangewezen op schoten van afstand. En daar stond de teruggekeerde keepster Debby Willemsz, die een grote sta-in-de-weg bleek.
De teruggekeerde goalie had met tien reddingen een groot aandeel in de zege. Pas na dertien minuten kreeg ze het eerste schot te verwerken. Met de vrouw uit Spijkenisse is er de zekerheid dat de meeste ballen worden gepakt. De Spaanse schutters werden moedeloos toen ook ‘zekere’ treffers door Willemsz uit het doel werden geranseld. “We hebben zeer gedisciplineerd uitgevoerd wat we hadden bedacht”, verklaart haar coach. “En dat doen we met veel overtuiging en felheid.”
Gebrek aan lengte en kilo's
Aanvallend lag het tempo dermate hoog dat er altijd wel een vrije schutter werd gevonden. Een noviteit is het regelmatig gebruiken van de midvoorpositie, een systeem dat in het verleden werd gemeden. Te veel risico, vanwege het gebrek aan kilo’s en lengte. Maar met veel beweging werd ook daar het gaatje gevonden.
De vicewereldkampioen kwam door slordigheden van Nederland nog wel terug tot 8-6, maar de dit toernooi weer opgeleefde sterkhouder Sabrina van der Sloot zorgde twee minuten voor tijd voor de beslissing. Nederland had in de voorgaande duels al een sterke indruk achtergelaten en versloeg met ruime cijfers de zwakke broeders in de poule. Maar de eerste indicatie van de wedergeboorte was de 10-4 overwinning op Italië, de nummer twee van de laatste Spelen.
De terugkeer naar Zeist, waar alle internationals sinds september weer samen trainen, heeft duidelijk effect. Havenga introduceerde nieuwe tactieken en schaafde aan het groepsproces. Sommige speelsters zijn beduidend beter geworden. Anderen vooral fitter. Havenga: “We zijn uitgerust. Daardoor kunnen we het tempo hoog houden en met veel beweging spelen. We verrassen tegenstanders ook met nieuwe tactieken. En we hebben niet eens alles hoeven gebruiken.Maar het belangrijkste is dat we een echt team zijn.” Spanje kan pas weer in de finale de tegenstander worden. Is dat het geval, dan is de titelverdediger zeker van een ticket naar Tokio. “Het toernooi begint opnieuw. We hebben nog niks. Dit niveau moeten we nog minimaal twee keer halen. Dat gaat goed, dus ik ben niet bang dat we door deze zege gaan zweven.”
Lees ook:
Zijn de barstjes bij de waterpolovrouwen na een slecht jaar gelijmd?
Met nieuwe afspraken maakt de vrouwenploeg zich op voor het EK. ‘We willen een medaille op de Spelen.’