EK allround
Goud voor Nederland, maar ‘de sport wordt zo kapot gemaakt’
De Europese schaatskampioenschappen sprint en allround hadden veel weg van een veredeld NK. De roep om de EK’s voor jaarlijkse WK’s op te offeren, neemt toe.
Twaalf medailles waren er bij de EK allround en sprint te verdelen. Zeven werden er opgeëist door Nederlanders, waarbij het goud telkens naar een Oranje-rijder ging.
Antoinette Rijpma-de Jong en Patrick Roest voegden zich zondag bij de sprintkampioenen Jutta Leerdam en Merijn Scheperkamp. Verrassend was hun heerschappij niet. Beiden waren titelverdediger.
Dat het allroundtoernooi toch nog een climax beleefde, was te danken aan een aanstormend 20-jarig Noors talent. Sander Eitrem voedde niet alleen het chauvinisme in een drie dagen achtereen zeer matig gevuld Vikingskipet, maar bracht ook Roest aan het wankelen. Nadat Eitrem zaterdag op de 5 kilometer al een gevoelige tik uitdeelde, boog hij een klein etmaal later op de 1500 meter in een rechtstreeks duel met de koploper een achterstand van 1,13 seconde om tot een voorsprong van iets minder dan twee tellen op de 10 kilometer.
Na die herschikking in het tussenklassement dwaalden de gedachten van Roest, die zei op de schaatsmijl ‘de benen niet te hebben gehad’, even af naar een jaar eerder in Hamar. Toen stortte hij bij het WK op de afsluitende afstand volledig in en ging Nils van der Poel, de Zweedse kwelgeest die hem bij de Winterspelen in Peking ook al had dwarsgezeten, met de titel aan de haal. Zover liet hij het nu niet komen. In een rechtstreeks duel met Eitrem boorde hij met een afgetekende zege de Noorse hoop op een stunt de grond in. “Het was zeker geen perfect toernooi, ik heb het mezelf onnodig moeilijk gemaakt. Maar uiteindelijk voelt het als een mooie titel.”
Spannende ontknoping smoort discussie
De spannende ontknoping kwam als geroepen voor de internationale schaatsunie ISU. Niet alleen omdat zich voor Noorwegen, met zijn rijke allroundhistorie, een potentiële opvolger van de laatste wereld- en Europees kampioen allround Johann Olav Koss aandiende, maar ook omdat het een afleider was van een discussie die op de achtergrond woedt. Hetzelfde gold voor Ragne Wiklund, die met haar winst op de afsluitende 5 kilometer Marijke Groenewoud van het zilver beroofde en zo voor de eerste Noorse allroundmedaille sinds Ida Njatun in 2015 (WK-brons) zorgde.
Winnares Rijpma-De Jong zei dat ze op de slotafstand ‘voor elke slag had moeten knokken’. “Het is me niet gemakkelijk gemaakt.” De vraag of ze diep in haar hart liever niet ook tegen de Japanse Miho Takagi, de wereldkampioene van 2018 en winnares van zilver (2022, 2019) en brons (2017), en de Noord-Amerikanen had willen strijden, ontweek ze. “Dat is volgend jaar weer.”
Johan de Wit, de coach van Takagi die thuis in het Noord-Hollandse Bergen het toernooi tandenknarsend volgde, had er wél een duidelijke mening over. “Ik zie geen enkele reden om deze EK’s te handhaven. Het doel zou moeten zijn om bij elke internationale wedstrijd de beste rijders aan de start te hebben. Nu is het zo dat de niet-Europeanen van half december tot half februari een lege internationale agenda hebben, omdat deze EK’s de kalender blokkeren en het viercontinententoernooi als wisselgeld flauwekul is.”
Afschalen WK’s is ‘een farce en niet uit te leggen’
Veel landen vonden drie WK’s per seizoen verwarrend, wat leidde tot de opwaardering van de afgegleden EK’s en het nog slechts houden van een gecombineerd WK allround en sprint in even jaren en een WK afstanden in oneven jaren – een besluit waar Nederland overigens fel tegen gekant was. “Het is nog een geluk dat de drie WK’s niet zijn samengevoegd, want dan was het allrounden en sprinten de nek omgedraaid”, aldus Douwe de Vries, de Nederlandse vertegenwoordiger in de internationale atletencommissie. De Wit heeft er desondanks geen goed woord voor over: “Het is een farce, niet uit te leggen”. Hij kreeg bijval van Roest: “Nu de WK’s niet meer jaarlijks zijn, kun je het niet meer in historisch perspectief plaatsen. Dat is doodzonde.”
Bij dit EK waren, op de mannensprint na, de deelnemersschema’s niet volgeboekt. Dat illustreert de smalle basis. De Wit: “In de breedte was het niveau bovendien beschamend. Maar niemand binnen de ISU die zijn verantwoordelijkheid neemt en deze foute beslissing terugdraait. Met als gevolg dat het schaatsen een aflopende zaak is, de sport wordt zo kapotgemaakt.”
Schaatsoscar niet naar Irene Schouten
De Oscar Mathisen Award, beter bekend als de schaatsoscar, is net als vorig jaar naar Nils van der Poel gegaan. De inmiddel gestopte Zweedse stayer, die de prijs zaterdagmiddag in het Vikingskipet in Hamar kreeg uitgereikt, werd verkozen boven Irene Schouten. Van der Poel won afgelopen februari bij de Winterspelen in Peking olympisch goud op de 5 en 10 kilometer, en noteerde een wereldrecord op die laatste afstand. Ook werd hij wereldkampioen allround. Schouten zette daar drie keer olympisch goud (3000 meter, 5 kilometer en massastart) en brons op de ploegachtervolging tegenover en veroverde eveneens de WK-allroundtitel.
Lees ook:
Schaatsster Miho Takagi en coach Johan de Wit toch samen verder. ‘Als zij je vraagt, zeg je geen nee’
Na de Olympische Winterspelen leken hun wegen te scheiden. Toch sloten Miho Takagi en Johan de Wit een nieuw pact. De Japanse schaatsster en de oud-hoofdcoach van Japan trekken dit seizoen samen op.